Voorlopig geen verruiming en verdieping van de Westerschelde
Den Haag, 29 juli 2009 - De vaargeul van de Westerschelde mag
voorlopig niet worden verruimd en verdiept. Dat heeft de voorzitter
van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vandaag
bepaald in een voorlopige uitspraak.
Voor de verruiming van de vaargeul van de Westerschelde heeft de
minister van Verkeer en Waterstaat in juli 2008 een zogenoemd
tracébesluit genomen. Daarnaast zijn er vier vergunningen verleend
ter uitvoering van dit tracébesluit. De Zeeuwse Milieufederatie en de
Vogelbescherming hadden om schorsing gevraagd van de vergunning die de
minister van LNV op grond van de Natuurbeschermingswet heeft verleend
voor de verruiming. Volgens hen zullen de werkzaamheden in de
Westerschelde leiden tot een aantasting van het zogenoemde
laagdynamische gebied in het natuurgebied 'Westerschelde en
Saeftinghe'.
De minister van LNV erkent dat de werkzaamheden leiden tot een
verkleining van het laagdynamisch gebied in de Westerschelde. Maar
door bepaalde maatregelen te treffen, zouden de werkzaamheden volgens
haar geen significante effecten voor de Westerschelde hebben. Een van
die maatregelen is het flexibel terugstorten van baggerspecie aan de
randen van de Westerschelde. Hiervoor zal baggerspecie worden gebruikt
die bij de verruiming van de Westerschelde wordt gewonnen.
De Raad van State oordeelt in zijn voorlopige uitspraak dat de
minister van LNV âniet met voldoende zekerheid heeft kunnen
concluderen dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet zullen
worden aangetastâ. Onzeker is wat de effecten zijn van de verruiming
van de vaargeul en onzeker is of met de wijze waarop zal worden
gestort, negatieve effecten worden voorkomen in het natuurgebied. Deze
onzekerheid is voor de Raad van State aanleiding om de vergunning te
schorsen. Gevolg van de uitspraak is dat er voorlopig geen
werkzaamheden mogen worden uitgevoerd om de Westerschelde te
verruimen.
Later dit jaar zal de Raad van State een definitieve uitspraak doen in
de beroepsprocedure die de Zeeuwse Milieufederatie en de
Vogelbescherming tegen de verruiming van de Westerschelde hebben
aangespannen.
LJ Nummer
BJ3960
Bron: Centrale redactie rechtspraak.nl
Gerechtelijke organisatie