Universiteit van Amsterdam

Gepubliceerd op 27 juli 2009

Persoonlijke opvattingen kleuren zinsbegrip binnen milliseconden

Gepubliceerd op 27 juli 2009

Levensbeschouwelijke en politieke overtuigingen van mensen beïnvloeden de manier waarop zij opinievragen lezen. Deze `kleuring' gebeurt al ruim voordat mensen zich bewust zijn van hun antwoord op een opinievraag. Dat ontdekten onderzoekers van het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek, de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht onlangs via hersenmetingen. Hun onderzoeksresultaten verschijnen deze maand in het wetenschappelijk tijdschrift Psychological Science.

De onderzoekers, onder wie psycholoog Jaap Murre van de UvA, baseerden hun vragen op bestaande partijprogramma's van politieke partijen. De vragen gingen over medisch-ethische onderwerpen als euthanasie, abortus of zaaddonatie, maar ook over maatschappelijke thema's, zoals de verkoop van softdrugs, het homohuwelijk, of de emancipatie van de vrouw. De onderzoekers lieten proefpersonen zinnen lezen als: `Euthanasie is naar mijn mening een acceptabele handeling' of: `Ik vind de toenemende emancipatie van de vrouw een negatieve ontwikkeling'. Na het lezen van evaluatieve woorden als `acceptabele' of `negatieve' registreerden de onderzoekers vrijwel onmiddellijk een hersenrespons die verschillend was bij voor- en tegenstanders van de betreffende stellingen.

Hersenen reageren snel en gevoelsmatig

Meningen en overtuigingen spelen tijdens taalbegrip al een rol voordat zinnen volledig zijn verwerkt, concluderen de onderzoekers. Hun onderzoek werpt een nieuw licht op de manier waarop mensen taal begrijpen: in plaats van dat mensen een zin eerst zorgvuldig lezen en pas daarna beoordelen, reageren de hersenen zeer snel op een gevoelsmatige manier - binnen 200 milliseconden nadat enigszins duidelijk wordt waar de zin heen gaat. Deze reactie beïnvloedt vervolgens de verdere zinsverwerking. Het onderzoek is niet alleen van belang voor taalonderzoekers, maar opent ook nieuwe wegen om de rol van politieke en levensbeschouwelijke meningen en overtuigingen in ons denken wetenschappelijk te onderzoeken.

Haaks op elkaar staande stellingen

In het EEG-experiment moesten twee groepen proefpersonen met haaks op elkaar staande levensbeschouwelijke oriëntaties (streng-christelijk versus niet-christelijk) stellingen beoordelen op een eens/oneens-schaal. De stellingen waren zo gekozen dat de twee proefpersoongroepen die zeer verschillend zouden inschatten. Tijdens het lezen van de vragen, dus nog voordat de respondent daarover zijn mening gaf, werd de hersenrespons gemeten via elektro-encefalografie (EEG).

De hersenen bleken anders te reageren op zinnen waarmee respondenten het niet eens waren, dan op zinnen waarmee ze het wel eens waren. Woorden die duidelijk maakten dat de zin totaal niet zou passen bij iemands levensbeschouwelijke oriëntatie (zoals `Euthanasie is naar mijn mening een acceptabele...' voor streng-christelijke respondenten) wekten in de hersenen twee karakteristieke EEG-hersengolven op: het zogeheten LPP-effect (`Late Positieve Potentiaal') en het N400-effect. De LPP-hersengolf duidt op een emotionele respons - in eerder onderzoek meestal opgeroepen via emotioneel beladen plaatjes. De N400-reactie is een bekende respons van het brein op een onwaarschijnlijke of onmogelijke betekenis (bijvoorbeeld: `Ik drink een pizza'). Anders dan in eerder onderzoek wordt dit effect hier bepaald door iemands politieke en levensbeschouwelijke oriëntatie: een stelling die voor de ene proefpersoon volkomen acceptabel is, blijkt voor de andere juist problematisch en roept emoties op. Dit effect van politieke en levensbeschouwelijke overtuiging werd nog niet eerder aangetoond.

In strijd met standaardmodellen

Verrassend was ook de snelheid waarmee het effect in het EEG optrad: de eerste hersenrespons werd al na 200 milliseconden (een vijfde seconde) waargenomen, gerekend vanaf het eerste woord waar de zin voor de betreffende proefpersoon `de verkeerde kant' op ging. In tegenstelling tot wat veel wetenschappers aannemen, worden hersenprocessen die met meningen, overtuigingen en emoties te maken hebben tijdens het lezen dus zeer snel geactiveerd, zo snel zelfs dat ze ook meteen een invloed op het taalbegripsproces kunnen hebben. Zo'n snelle invloed van persoonlijke overtuigingen op het begrijpen van taal is in strijd met de huidige standaardmodellen van taalbegrip, en kan ook van belang zijn bij het ontwerpen van opinievragenlijsten en bij het wetenschappelijk onderzoek naar morele overtuigingen.

Verder vonden de onderzoekers ook een effect van de sterkte van de meningen en overtuigingen. Zoals gebruikelijk bij zulke vragenlijsten moesten de respondenten aangeven in welke mate ze het eens of oneens waren met een bepaalde stelling (beetje/sterk). Met name de onwaarschijnlijke betekenisrespons (N400) werd pas goed zichtbaar bij stellingen waarmee proefpersonen het sterk oneens waren. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen waardoor dit precies wordt veroorzaakt.

Publicatiegegevens

J. J. A. van Berkum, B.C. Holleman, M. Nieuwland, M. Otten en J. Murre: Right or wrong? The brain's fast response to morally objectionable statements. Psychological Science (juli 2009)

Verwijzingen

Volledig artikel te vinden op de website van Jos van Berkum (MPI) Bron: UvA Persvoorlichting