Nationale Bank van Belgie


Financiële kwartaalrekeningen: 1e kwartaal 2009

In het eerste kwartaal van 2009 is het netto financiële vermogen van de particulieren vrijwel stabiel gebleven. Op 31 maart 2009 bedroeg het 604,7 miljard euro, tegen 605,3 miljard eind 2008. De minderwaarden die werden opgetekend op de beleggingen in aandelen, vastrentende effecten en deelbewijzen van ICB's hebben het financiële overschot dat de particulieren in die periode genereerden, integraal geneutraliseerd. Tijdens het eerste kwartaal hebben de particulieren netto financiële activa gevormd ten belope van 8 miljard euro, voornamelijk in de vorm van gereglementeerde spaardeposito's (+10,7 miljard) en, in mindere mate, van vastrentende effecten (+2,6 miljard). Net als tijdens het voorgaande kwartaal hebben ze daarentegen hun zicht- en termijndeposito's gereduceerd (-4,1 miljard) en hebben ze netto opnieuw deelbewijzen van ICB's verkocht (-1,4 miljard).
Ook de nieuwe financiële verplichtingen van de particulieren zijn toegenomen, zij het in mindere mate (+1,9 miljard) dan hun nettovorming van activa. Het waren eens te meer de hypothecaire kredieten die de voornaamste drijfveer waren van de stijging van die financiële verplichtingen. Deze laatste zijn opgelopen tot 180,1 miljard euro op 31 maart 2009.

TABEL 1 ONTWIKKELING VAN HET NETTO FINANCIËLE VERMOGEN VAN DE PARTICULIEREN IN HET 1e KWARTAAL VAN 2009
(miljarden euro's)
Netto financieel
vermogen op
31 december
2008
Financiële
transacties van
het 1e kwartaal
2009
Andere
stromen 1
Netto financieel
vermogen op
31 maart
2009
Financiële activa 783,4 8,0 -6,6 784,7
Biljetten en munten 19,8 -0,2 0,0 19,6
Zicht- en termijndeposito's 100,9 -4,1 0,8 97,6
Gereglementeerde spaardeposito's 143,4 10,7 0,0 154,2 Vastrentende effecten 77,7 2,6 -1,5 78,8
Aandelen en andere participaties 131,2 0,1 -2,0 129,3 Deelbewijzen van ICB's 92,8 -1,4 -3,8 87,6
Verzekeringsproducten 207,5 -0,3 -0,3 207,0
Diversen 2 10,0 0,6 0,0 10,6
Financiële verplichtingen 178,1 1,9 0,0 180,1
Hypothecaire kredieten 132,8 1,6 0,0 134,4
Andere kredieten 35,8 0,2 0,0 35,9
Andere te betalen rekeningen 3 9,5 0,2 0,0 9,7
Netto financieel vermogen 605,3 6,0 -6,7 604,7
Bron: NBB

1 De andere stromen bestaan uit de prijs- en wisselkoersveranderingen. Ze omvatten tevens specifieke elementen zoals de herindelingen van transacties naar andere sectoren.

2 Voornamelijk de andere te ontvangen rekeningen in de zin van het ESA 1995, onder meer de verlopen en niet-vervallen interesten en de inkohieringen van de overheid.

3 In hoofdzaak de sociale bijdragen en de verschuldigde, maar nog niet betaalde belastingen. page 2/2 - 2009-07-24
Ook de vennootschappen hebben een financieel overschot laten optekenen, nl. 3,8 miljard euro. Gezien het neerwaartse verloop van de buitenlandse beurskoersen, dat vooral de waarde van hun portefeuille aandelen en andere participaties aantastte, is hun netto financieel passief evenwel gestegen, van 207,8 miljard eind 2008 tot 232,1 miljard op 31 maart 2009.
Zoals tijdens het eerste kwartaal traditioneel het geval is, heeft de overheid een financieel tekort laten optekenen van 11,3 miljard euro. Haar netto financiële verplichtingen zijn aldus opgelopen van 253,5 naar 264,3 miljard. In totaal hebben de in hun geheel beschouwde binnenlandse sectoren een financieel tekort te zien gegeven van
1,4 miljard euro. De significante daling van die vordering is echter vooral het gevolg van de grote prijs- en wisselkoersschommelingen. Op 31 maart 2009 bedroeg die vordering aldus 108,3 miljard, tegen 144,0 miljard eind 2008.

TABEL 2 ONTWIKKELING VAN HET NETTO FINANCIËLE VERMOGEN VAN DE GROTE ECONOMISCHE SECTOREN IN HET 1e KWARTAAL VAN 2009
(miljarden euro's)
Netto financieel
vermogen op
31 december
2008
Financiële
saldi van het

1e kwartaal
2009
Andere
stromen 1
Netto financieel
vermogen op
31 maart
2009
Particulieren 605,3 6,0 -6,7 604,7
Vennootschappen -207,8 3,8 -28,0 -232,1
Overheid -253,5 -11,3 0,4 -264,3
Buitenland -144,0 1,4 34,3 -108,3
Bron: NBB

1 De andere stromen bestaan uit de prijs- en wisselkoersveranderingen. Ze omvatten tevens specifieke elementen zoals de herindelingen van transacties naar andere sectoren.

Methodologische toelichting
De rekeningen van het financiële vermogen geven een overzicht van de financiële activa en verplichtingen van de nationale institutionele sectoren (particulieren, financiële en niet-financiële vennootschappen, overheid). Die activa en verplichtingen zijn ingedeeld naar financieel instrument (chartaal geld en deposito's, kredieten, vastrentende effecten, aandelen, deelbewijzen van instellingen voor collectieve belegging, verzekeringsproducten). Het netto financiële vermogen van de verschillende sectoren komt overeen met het verschil tussen het totaal van hun respectieve financiële activa en verplichtingen. Wanneer het netto financiële vermogen van een sector negatief is, wordt de term netto financieel passief of netto financiële verplichting gebruikt. Aangezien elk door een sector aangehouden financieel activum overeenstemt met een financiële verplichting voor een andere sector, vloeit daaruit voort dat de som van de netto financiële vermogens van de binnenlandse sectoren gelijk is aan het netto financiële passief van het buitenland ten aanzien van België of, wat op hetzelfde neerkomt, aan de netto crediteurpositie van België ten opzichte van het buitenland.
De verandering in het netto financiële vermogen tussen het begin en het einde van een kwartaal resulteert enerzijds uit de tijdens de periode verrichte financiële transacties en anderzijds uit de andere stromen, die voornamelijk bestaan uit de prijs- en wisselkoersveranderingen.
De financiële transacties worden geboekt in de financiële rekeningen, die weergeven op welke wijze de verschillende institutionele sectoren hun financiële besparingen aanwenden of de benodigde financiële middelen vinden. In het Europees systeem van nationale rekeningen hangen de financiële rekeningen samen met de niet-financiële rekeningen van de verschillende institutionele sectoren. Terwijl uit de niet-financiële rekeningen financieringssaldi kunnen worden afgeleid aan de hand van de ontvangsten en de uitgaven, verklaren de financiële rekeningen aldus hoe de diverse sectoren hun overschotten beleggen of hun tekorten financieren. In de praktijk zijn er evenwel verschillen tussen de reële en de financiële saldi merkbaar, vooral ten gevolge van het gebruik van uiteenlopende bronnen. Statistische gegevens: Belgostat Online

Departement Algemene statistiek
Dienst Financiële statistieken
de Berlaimontlaan 14 - BE-1000 Brussel
Tel. +32 2 221 00 00 - Fax +32 2 221 00 01
BTW BE 0203.201.340 - RPR Brussel