Agnes 165
Agnes 165
23-7-2009
AOW-bezuiniging slecht voor jong en oud
De verhoging van de AOW-leeftijd blijft een slecht idee. Ook jongeren
hebben daar geen belang bij. Dat betogen FNV-voorzitter Agnes
Jongerius en Jeroen de Glas (voorzitter van FNV Jong) vandaag in de
Volkskrant.
Met enige regelmaat duikt de mythe op dat de voorgenomen bezuiniging
op de AOW in het belang zou zijn van de jongere generaties. Maar de
bezuiniging op de AOW is slecht voor jong én oud.
Als reactie op de crisis heeft het kabinet besloten met een aantal
tijdelijke maatregelen de economie te stimuleren en structureel op de
AOW te bezuinigen. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat de voorgenomen
bezuiniging op de AOW niet op maatschappelijk draagvlak kan rekenen.
Ook onder jongeren is een meerderheid tegen. Terecht, want het kabinet
schuift een driedubbele rekening door naar de toekomst.
Ten eerste wordt de verhoging van de leeftijdsgrens voor de AOW van 65
naar 67 jaar geleidelijk doorgevoerd zodat de jongere generaties (in
tegenstelling tot ouderen) de volle bezuinigingslast voor hun kiezen
krijgen.
De mensen die vanaf het jaar 2040 65 worden, zijn op dit moment 35
jaar of jonger. Zij schieten er straks 25 duizend euro bij in als zij
twee jaar langer moeten doorwerken voor zij een AOW-uitkering krijgen.
Ten tweede blijft de AOW achter bij de lonen, zodat mensen al een
steeds lagere AOW-uitkering ontvangen. De afgelopen jaren is de bruto
AOW-uitkering als percentage van het bruto binnenlands product ondanks
de vergrijzing helemaal niet gestegen, maar zelfs gedaald van 27
procent in 1980 naar 23 procent in 2008.
Ten derde wil het kabinet niet alleen bezuinigen op de AOW, maar ook
op het aanvullende pensioen. Dit zou moeten gebeuren door ook de
standaardleeftijd voor het aanvullend pensioen te verhogen van 65 naar
67 jaar. Ook deze maatregel treft vooral jongeren, want het gaat om de
opbouw van toekomstig pensioen.
De FNV vindt dat we moeten kiezen voor een AOW-systeem dat lusten en
lasten eerlijk over inkomens en generaties verdeelt. De bezuiniging op
de AOW scoort beroerd op deze uitgangspunten. De zwakste schouders
betalen de zwaarste lasten, de arbeidsmarktpositie van lagere en
middeninkomens verslechtert, er zijn ongewenste koopkrachtgevolgen en
de rekening wordt vooral naar jongeren doorgeschoven. Het zijn
bovendien vooral de lagerbetaalde jongeren die straks de dupe zijn.
Jongeren zijn over het algemeen slecht geïnformeerd over dit onderwerp
en er valt daarom vanuit deze groep de minste weerstand te verwachten.
Daarnaast wordt door de overheid weinig moeite gedaan jongeren bij de
discussie over de AOW te betrekken. Hier geldt kennelijk `wat niet
weet, wat niet deert'. Zou dit ook de reden zijn dat de
regeringspartijen CDA, PvdA en CU de verhoging van de AOW-leeftijd
niet in hun verkiezingsprogramma hebben opgenomen?
De beste manier om de overheidsfinanciën te verbeteren, is een
verhoging van de arbeidsdeelname van mensen die kunnen werken. De
vakcentrale FNV en FNV Jong stellen daarom voor langer doorwerken na
het 65ste jaar op vrijwillige basis mogelijk te maken onder dezelfde
voorwaarden als voor andere werknemers gelden. Meer keuzevrijheid in
de AOW speelt in op de verschillen in arbeidsverleden en gezondheid.
Te verwachten valt dat vooral hoger betaalden (meestal ook hoger
opgeleiden) die later zijn begonnen met werken hier in de toekomst
steeds meer gebruik van zullen maken. De oplopende kosten van de AOW
kunnen eerlijk worden gedeeld door de premie geleidelijk te verlagen
en deze te vervangen door financiering uit de belastingen. Mensen met
alleen AOW of een klein aanvullend pensioen krijgen hiervoor
compensatie.
Ook kan worden bezuinigd op de hoge overheidssubsidies aan mensen met
hogere inkomens en in het bezit van een dure koopwoning. Deze
subsidies kunnen geleidelijk worden teruggedrongen, te beginnen bij
woningen met een waarde van een miljoen euro.
Er zijn veel mogelijkheden die beter en rechtvaardiger uitwerken dan
de onnodige en oneerlijke bezuinigingen op de AOW en de aanvullende
pensioenen. Het is de keuze voor samen eerlijk delen.
FNV