Rechtbank Amsterdam
Telegraaf gedeeltelijk in gelijk gesteld
Amsterdam, 23 juli 2009 - De voorzieningenrechter van de rechtbank
Amsterdam heeft vandaag vonnis gewezen in de zaak van De Telegraaf
tegen de Staat. In dit vonnis is bepaald dat het de AIVD wordt
verboden nog langer gebruik te maken van bijzondere bevoegdheden,
zoals het afluisteren van telefoons, die waren gericht tegen een
drietal journalisten (onder wie de hoofdredacteur en de
adjunct-hoofdredacteur) van De Telegraaf. Tevens is in het vonnis
bepaald dat het de AIVD niet is toegestaan om informatie die zij tot
op dit moment heeft verkregen zelf te gebruiken of over te dragen aan
het openbaar ministerie.
De Telegraaf heeft op 28 maart 2009 een artikel gepubliceerd over de
rol van de AIVD in de aanloop naar de oorlog tegen Irak in 2003. Op 4
juni 2009 is een artikel gepubliceerd over de beveiliging van de dalai
lama tijdens zijn bezoek aan Nederland. Naar aanleiding van deze
artikelen heeft de AIVD vastgesteld dat informatie vanuit de AIVD was
gelekt naar journalisten van De Telegraaf. Om dit lek op te sporen
heeft de AIVD gebruik gemaakt van haar bijzondere bevoegdheden, te
weten het afluisteren van telefoons van een drietal journalisten van
De Telegraaf en het volgen en observeren van één van hen. Dit blijkt
uit een door de AIVD ten behoeve van het openbaar ministerie opgesteld
ambtsbericht.
De Telegraaf heeft gevorderd dat het de AIVD wordt verboden deze
bevoegdheden nog langer te gebruiken en dat de AIVD informatie die zij
reeds heeft verkregen niet aan het openbaar ministerie mag overdragen.
Verder heeft De Telegraaf gevorderd dat de reeds verkregen informatie
moet worden vernietigd.
De voorzieningenrechter heeft de vordering tot vernietiging van de
informatie niet toegewezen. Deze vordering heeft een onomkeerbaar
karakter en leent zich daarom niet gemakkelijk voor toewijzing in een
kort geding, waarin alleen voorlopige voorzieningen kunnen worden
toegewezen. Wel wordt het de AIVD verboden in deze informatie inzage
te hebben of deze informatie op andere wijze te gebruiken.
De voorzieningenrechter heeft de andere vorderingen toegewezen.
Geoordeeld is dat in dit geval het recht op journalistieke
bronbescherming zwaarder weegt dan het door de Staat gestelde belang
van de nationale veiligheid dat erin bestaat een lek bij de AIVD zo
spoedig mogelijk op te sporen. De Staat heeft, aldus het vonnis van de
voorzieningenrechter, niet aangetoond dat het lek eveneens had kunnen
worden opgespoord zonder dat dit een schending zou opleveren van het
recht op journalistieke bronbescherming dan wel op andere - voor de
journalisten minder belastende - wijze.
Bij het toewijzen van de vorderingen is onderscheid gemaakt tussen de
verschillende journalisten. Eén journaliste, mede-auteur van beide
artikelen, heeft volgens het ambtsbericht direct contact gehad met de
AIVD-medewerkster die ervan wordt verdacht het lek te vormen. Ten
aanzien van deze journaliste wordt geoordeeld dat de vorderingen
slechts tijdelijk kunnen worden toegewezen, te weten in afwachting van
de klachtprocedure op grond van de Wiv (Wet op de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten 2002). Daarbij wordt de Commissie van Toezicht,
die toezicht houdt op de AIVD, ingeschakeld. Het ligt op de weg van
deze commissie, die - in tegenstelling tot de voorzieningenrechter ook
kan beschikken over geheime informatie - om zich erover uit te spreken
of de AIVD tegen deze journaliste terecht bijzondere bevoegdheden,
zoals het afluisteren van telefoons, heeft ingezet.
Ten aanzien van de twee andere journalisten, van wie niet is gebleken
dat zij contact hebben gehad met het lek, worden de vorderingen
toegewezen.
LJ Nummer
BJ3552
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum actualiteit: 23 juli 2009 Naar boven