Amersfoort, 23 juli 2009
UvA en ARCADIS: Einde blauwalgplaag in Borgerswold Veendam
Advies- en ingenieursorganisatie ARCADIS en de Universiteit van
Amsterdam (UvA) hebben met een nieuwe methode blauwalgen in
recreatieplas Borgerswold in de gemeente Veendam weten aan te pakken.
Ongeveer 95 procent van het aantal blauwalgen is nu verdwenen (van
680.000 aantallen algen per ml naar 38.000 per ml). Hierdoor kan het
zwemverbod voor de recreatieplas worden opgeheven. Dat maakten de UvA,
ARCADIS en de opdrachtgevers, de gemeente Veendam, Provincie Groningen
en Waterschap Hunze en Aa's, donderdag bekend. Het bestrijden van
blauwalg is op deze manier niet eerder vertoond.
Blauwalgen bevatten vaak giftige stoffen waarvan mensen ziek kunnen
worden. Er is door de onderzoekers van de UvA en ARCADIS hard gewerkt
aan een oplossing, waarbij het water is behandeld met een zeer lage en
ongevaarlijke concentratie waterstofperoxide. Uit
laboratoriumonderzoek bleek dat blauwalgen veel gevoeliger voor deze
stof zijn dan andere (niet giftige) algen. Op een speciaal
geconstrueerde boot is een stellage gebouwd. Via slangen en buizen die
tot op de bodem van de plas reiken, is de stof aan het water
toegevoegd. Deze zelfde concentratie waterstofperoxide wordt ook in
aquaria toegepast. Daarom verwachten de onderzoekers geen gevolgen
voor de vissen in het water. De stof is binnen een paar dagen
afgebroken tot water en zuurstof. Er blijft dus niks achter in het
milieu. Op deze technologie is inmiddels octrooi aangevraagd.
Het water is vorige week behandeld. Afgelopen vrijdag en aan het begin
van deze week zijn er monsters van het water genomen. Uit de analyse
bleek dat de blauwalg voor circa 95 procent is verdwenen. Het aandeel
van de stof microcystine zakte stapsgewijs van 21 naar 2 microgram per
liter. Onder de tien kunnen alle restricties worden opgeheven.
Iedereen hoopt dat de blauwalgen gedurende de zomerperiode wegblijven.
ARCADIS verwacht dat deze methode ook voor andere plassen gebruikt kan
worden. "Dit was een eerste experiment en we zijn blij dat het gelukt
is", zei projectleider Renée Talens. "We gaan dit verder uitwerken
zodat we de blauwalg nog effectiever kunnen aanpakken". Volgens Hans
Matthijs van het Instituut van Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica
aan de UvA zijn de resultaten veelbelovend. "Het betekent een
mogelijke oplossing voor veel andere meren met blauwalgproblemen. Het
moet echter nader onderzocht worden of het ook goed werkt in andere
meren met andere soorten en of de blauwalg snel terugkomt."