Antwoorden op kamervragen van Leijten over de beloning van de
interim-directeur bij de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie uit
subsidiegelden
Kamerstuk, 22 juli 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MC-K-U-2938483
22 juli 2009
Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Leijten
(SP) over de beloning van de interim-directeur bij de Nederlandse
Patiënten en Consumenten Federatie uit subsidiegelden (2009Z11261).
Vraag 1
Hoe oordeelt u over de toegekende bedragen aan de Nederlandse
Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF) in 2008 voor de posten
`interim-management' en `verlening interim-management'? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Vraag 2
Is het waar dat de bedragen (143.000 en 88.000) bedoeld waren voor één
interim-directeur van de NPCF? Wat is uw oordeel daarover?
Vraag 3
Bent u van mening dat subsidiegelden bedoeld zijn om een
interim-directeur 231.000 euro te betalen voor nog geen geheel jaar?
Zo ja, hoe verhoudt deze beloning zich tot het advies van de commissie
Dijkstal? Zo nee, waarom is de subsidie dan wel toegekend?
Antwoord 1, 2 en 3
De NPCF heeft in 2008 aanvullende subsidie gevraagd aan de toenmalige
Stichting Fonds PGO na het vertrek van de voorgaande directeur. De
gevraagde bedragen waren bedoeld voor de bekostiging van een
interim-directeur in de periode april 2008 tot en met maart 2009.
Behalve de kosten van de interim-directeur omvatten de genoemde
bedragen ook de kosten voor BTW, een tarief van ongeveer 20% voor het
bureau dat de interim-manager uithuurt, de kosten voor pensioen- en
arbeids¬ongeschiktheids¬verzekeringen en dergelijke. Overigens zijn er
voor de vergoedingen voor interim-managers vooralsnog geen
gereguleerde maxima.
De NPCF gaf de voorkeur aan tijdelijke inhuur van een
interim-functionaris, omdat men met het oog op de toekomst een gedegen
tussenfase wilde inlassen, alvorens de vacante directeursfunctie
opnieuw definitief in te vullen. De NPCF heeft in de eerste
subsidieaanvraag aangegeven dat ze haar federatie-structuur en de
managementprofielen tegen het licht wilde houden en zo nodig omvormen.
In het voorjaar van 2008, ontwikkelde de NPCF, daarnaast tezamen met
de CG-Raad, het CSO, het Landelijk Platform GGz en het Platform VG,
een plan voor één `brancheorganisatie' voor de pgo-sector. Dit proces
was voor de NPCF een tweede aanleiding voor de tijdelijke inhuur van
een interim-directeur.
De toenmalige Stichting Fonds PGO heeft besloten de aanvullende
subsidies toe te kennen, omdat de NPCF zich anders in de geschetste
situatie langdurig had moeten vastleggen door een nieuwe manager in
dienstverband aan te trekken. De Stichting Fonds PGO heeft willen
bijdragen aan het functioneren van de NPCF in het bijzonder en het
pgo-veld in den brede, mede in het licht ook van het streven naar één
brancheorganisatie, door de NPCF aanvullend te subsidiëren voor de
kosten van tijdelijke invulling van de directeursvacature met een
interim-manager. Overigens heeft de NPCF op 1 juni 2009 weer een
directeur in dienstverband aangesteld, gesalarieerd volgens de
gangbare directieschalen van de CAO Welzijn.
De toentertijd geldende subsidie¬regeling bood het Fonds PGO de ruimte
om tot zijn besluit te komen. De Stichting Fonds PGO beschikte in het
jaar 2008 binnen haar subsidiemiddelen over een budget voor
projectsubsidies. De onderhavige subsidies zijn verstrekt op basis van
de (inmiddels niet meer geldende) Algemene Subsidiebepalingen
Stichting Fonds PGO. Inmiddels is per 1 januari 2009 de nieuwe
Subsidieregeling PGO ingevoerd. Deze regeling omvat instellings- en
projectsubsidies, waarbij toekenning van de laatste plaatsvindt op
basis van het advies van een onafhankelijke Programmaraad.
Op grond van het advies van de Commissie-Dijkstal `Normeren en
Waarderen' wordt op dit moment wetgeving voorbereid. Op basis daarvan
zal ook de normering van de inkomens van de topfunctionarissen in het
VWS-veld gestalte krijgen. Bij de voorbereiding van de bedoelde
wetgeving zijn de vergoedingen voor onder meer interim-managers een
punt van aandacht.
Vraag 4
Verdienen de verschillende directeuren van de NPCF meer of minder dan
de minister-president? Kunt u de gegevens aan de Kamer sturen?
Antwoord 4
De opeenvolgende directeuren in dienstverband van de NPCF verdienen
minder dan de minister-president. Hun salaris volgt de geldende
directieschalen van de CAO Welzijn.
Vraag 5
Bent u bereid de toegekende subsidie aan de interim-directeur terug te
vorderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De subsidiëring van de NPCF voor de extra kosten van de
interim-directeur door de toenmalige Stichting Fonds PGO heeft naar
mijn oordeel op rechtmatige basis plaatsgevonden.
Vraag 6
Bent u van mening dat een belangenorganisatie van patiënten salarissen
mag betalen die boven het salaris liggen van de minister-president?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Ik ben van oordeel dat de beloning van bestuurders dient te passen bij
de zwaarte van de functie, bij het functiegebouw binnen een sector, en
maatschappelijk te verantwoorden moet zijn. In zijn algemeenheid volgt
uit dit principe dat het niet passend is dat een
patiënten/cliëntenorganisatie salarissen kent boven het niveau van de
minister-president. Overigens zijn er voor de vergoedingen voor
interim-managers vooralsnog geen gereguleerde maxima.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de balans in de subsidietoekenning aan
belangenorganisaties doorslaat wanneer er 231.000 euro direct aan een
interim-directeur wordt toegekend en andere belangenorganisaties,
bijvoorbeeld voor GGZ-patiënten, geen financiering krijgen voor
ondersteuning? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
De Stichting Fonds PGO heeft destijds een redelijke afweging gepleegd
van de betrokken belangen. De aanvullende subsidies aan de NPCF door
de Stichting Fonds PGO zijn niet ten koste gegaan van
subsidieaanvragen van andere organisaties - voor GGz-patiënten of
anderszins. Zo zijn er in de loop van 2008 ook aan pgo-organisaties
actief op het vlak van de GGz of voor andere specifieke sectoren
subsidies verstrekt om de belangenbehartiging te versterken.
Overigens biedt inmiddels de per 2009 geldende nieuwe Subsidieregeling
PGO geen ruimte meer voor incidentele
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport