Pakistani massaal gevlucht voor geweld 20 juli 2009, Takhtbai - De gevechten tussen de opstandelingen en het regeringsleger in Pakistan houden aan. Het aantal mensen dat voor het geweld is gevlucht, is gegroeid tot ruim twee miljoen. Zij hebben vaak halsoverkop huis en haard moeten verlaten. Het merendeel van deze vluchtelingen is niet meer traceerbaar door hulpverleners.

Kinderen zijn tijdelijk opgevangen in een oude suikermolen. Foto: UNICEF/PAKA2009-5143/Ramoneda Kinderen zijn tijdelijk opgevangen in een oude suikermolen. Foto: UNICEF/PAKA2009-5143/Ramoneda

Slechts een klein percentage van de twee miljoen ontheemden vindt bescherming in vluchtelingkampen. De overgrote meerderheid vlucht echter 'in onzichtbaarheid'. Niemand weet precies waar ze zitten.

Gastvrijheid
In het Noorden van Pakistan, waar de strijd het hevigst is, zijn naar schatting meer dan anderhalf miljoen 'onzichtbare' vluchtelingen. Deze 'onzichtbare' vluchtelingen kunnen niet goed worden geholpen. Ze zijn opgenomen door familie of bekenden, maar ze vinden ook vaak onderdak bij vreemden. De Pakistaanse cultuur kenmerkt zich door een grote gastvrijheid, ook voor vreemden.

Een 'onzichtbare' vluchteling die wél een gezicht heeft is de achtjarige Ajmal. Samen met familieleden is hij onlangs zijn woonplaats in de Noordelijke Swat-vallei ontvlucht. Deze vallei is al tijden een bron van geweld. Na een bare tocht langs smalle bergpaadjes is hij na twee dagen aangekomen in een veilig gebied bij de suikerboer Lajwar. De boer Lajwar had al een aantal families opgenomen, maar heeft voor Ajmal en zijn familie de oude suikermolen ontruimd. "Het was het enige wat ik kon doen, mijn huis zat al vol," vertelt hij.

Het tijdelijke onderkomen van de achtjarige Ajmal in de suikermolen van de heer Lajwar. Foto:UNICEF/PAKA2009-5137/Ramoneda Het tijdelijke onderkomen van de achtjarige Ajmal in de suikermolen van de heer Lajwar. Foto:UNICEF/PAKA2009-5137/Ramoneda

Veilig heenkomen
Deze gastvrijheid heeft helaas zijn keerzijde. Veel Pakistani hebben zelf al de grootste moeite om het hoofd boven water te houden. Opeens een aantal ontheemden opnemen is dan vaak een zware taak. Geld, eten, kleren, medicijnen; het is allemaal nodig om de nieuwe gasten te helpen. Terwijl deze zaken wel in de officiële vluchtelingenkampen aanwezig zijn. Voor overheidsinstanties en hulporganisaties is het zeer moeilijk deze mensen te bereiken en te achterhalen wat hun precieze hulpbehoeften zijn.

Wijzend naar Ajmal en zijn familie zegt hij: "Kijk naar ze. Deze mensen hebben helmaal niets. We zijn zelf arm en delen alles met hen, maar ze hebben snel hulp nodig zoals eten en kleding, maar ook medicijnen en voor de kinderen lesmateriaal." Zo goed en zo kwaad als het gaat, proberen ze te overleven.

Shandana Aurangzeb, UNICEF-medewerker in Pakistan vertelt: "Hoewel het geweld de laatste tijd afneemt, zoeken nog steeds duizenden mensen een veilig heenkomen. De grote meerderheid zit verscholen in privé-huizen zoals dat van meneer Lajwar. Hygiëne is vaak een groot probleem, met zoveel mensen onder een dak. Zeker met het moessonseizoen op komst zal dit probleem alleen maar erger worden. Ook deze 'onzichtbare' vluchtelingen lijden zeer."