Ingezonden persbericht


beantwoording van SV 2009, nr. 73 inzake Ontruimingen.

2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN

73 Vragen van mevrouw drs. S.A. Willemsen (ingekomen 10 juni 2009 en antwoorden door het college verzonden op )

In Utrecht wonen nu ruim 300.000 mensen, een belangrijk deel daarvan woont in (sociale) huurwoningen en is dus verplicht om maandelijks huur over te maken aan de woningcorporatie of particuliere verhuurder. Soms lukt dat niet tijdig of helemaal niet, en dan kan zo'n situatie leiden tot een huisuitzetting. Gelukkig heeft de gemeentelijke Kredietbank een bemiddelende rol, die er op is gericht om huisuitzetting zo mogelijk te voorkomen.

Desondanks bereiken ons de afgelopen jaren een aantal gevallen waarin de huisuitzetting ­ uitgevoerd door de gemeentelijke dienst Stadswerken ­ niet volgens de voorschriften is uitgevoerd. Denk daarbij aan de vernietigde laptop dat breed werd uitgemeten in de lokale media en onlangs nog een geval waarbij aan 15.000 euro aan inventaris ontbrak, althans volgens schatting van de uitgezette huurder.

Het door de gemeentelijke dienst Stadswerken uitgevoerde huisuitzettingsbeleid roept de volgende vragen op bij de fractie van Stadspartij Leefbaar Utrecht:


1. Omdat de gemeente zelf geen verhuurder van woonruimte is: Waarom ontruimt Stadswerken huurwoningen als het zelf geen partij is in de huurrelatie?

Stadswerken ontruimt niet zelf en is ook geen partij in de huisuitzetting. De deurwaarder voert het rechterlijk vonnis tot ontruiming uit in opdracht van de verhuurder. De deurwaarder zet daarbij eigen of ingehuurde medewerkers in om de inboedel van de woning op de openbare weg te zetten. De dienst Stadswerken voert, in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de verhuurder, de op straat geplaatste inboedel af, zodat de openbare ruimte niet, of in ieder geval zo min mogelijk, vervuild raakt. Stadswerken wordt dus, reeds van oudsher, betrokken bij de gevolgen van de ontruiming, namelijk het voorkomen van vervuilen van de openbare ruimte. Stadswerken werkt daarbij volgens een vast protocol.


2. In opdracht van welke verhuurder(s) en/of woningcorporaties voert Stadswerken ontruimingen uit? Hoe veel ontruimingen vinden er jaarlijks plaats?

Stadswerken voert geen ontruimingen uit. Er zijn contracten met verschillende grote corporaties, zoals Portaal, Mitros en SSH om de inboedel van de openbare ruimte weg te voeren. Daarnaast wordt Stadswerken ingeschakeld om de inboedel weg te voeren bij ontruimingen in opdracht van ons, college. Wij kunnen opdracht geven tot ontruiming als er sprake is van ernstige overlast, illegale bewoning of bewoning zonder vergunning. Ook daarvoor is overigens eerst toestemming van de rechter nodig. Jaarlijks gaat het in totaal om ongeveer 240 ontruimingen, waarbij Stadswerken is ingeschakeld door de deurwaarder. Overigens zijn er jaarlijks ongeveer 1.000 meldingen, maar wordt in circa 75% van de gevallen toch nog een oplossing gevonden en ontruiming op het laatste moment voorkomen.


3. Hoe hoog is de hiertoe in rekening gebrachte vergoeding? Bij wie worden die kosten uiteindelijk in rekening gebracht? Is dit tarief kostendekkend? De hoogte van de rekening is afhankelijk van het aantal gemaakte uren en inzet. Deze kosten worden in rekening gebracht bij de opdrachtgever van de ontruiming (woningbouwverenigingen en huiseigenaren of de gemeente). De tarieven zijn sinds 2006 niet aangepast en dekken niet meer alle kosten. Aangezien de huidige werkwijze nog tot een aantal onduidelijkheden bij de verhuurders leidt, wordt momenteel een notitie voorbereid .


4. Moet er bij een ontruiming een deurwaarder aanwezig zijn? Zo ja, is die ook altijd aanwezig? Zo nee, wie is dan verantwoordelijk voor de controle van de in beslag genomen zaken? En hoe kan een gedupeerde achteraf bewijzen in welke staat de persoonlijke goederen dan verkeerden?

Er moet altijd een deurwaarder aanwezig zijn bij de ontruiming, die is er ook altijd. Medewerkers van Stadswerken maken standaard foto's van de inboedel en volgen daarmee het protocol ontruimingen. Met behulp van deze foto's kan achteraf de staat van de goederen ten tijde van de ontruiming worden aangetoond.


5. Wat gebeurt er met de ontruimde spullen? Hoe kan het dat er meermaals spullen ontbreken?

De ontruimde inboedel wordt, in opdracht van de verhuurder, óf vernietigd óf opgeslagen. Dit wordt vastgesteld aan de hand van de afspraken in het protocol. Als de eigenaar van de inboedel of diens gemachtigde aanwezig is, wordt hem gevraagd een afstandsverklaring voor de goederen te ondertekenen. De goederen worden dan vernietigd. Is de eigenaar van de inboedel niet aanwezig tijdens de ontruiming, dan worden de goederen die voldoende waardevol zijn om de opslagkosten te rechtvaardigen, bewaard.
Spullen die volgens het protocol niet opgeslagen mogen worden, zoals bederfelijke waar, stoffen en meubels met een stoffen bekleding, kamerplanten, dranken, etenswaren en koel- en vrieskisten (de laatste lenen zich slecht voor opslag, al na enkele dagen zijn ze onbruikbaar geworden), worden direct vernietigd. Goederen die een gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van de medewerkers, zoals gastanks en accu's, worden conform de regelgeving direct afgevoerd.


6. Is het geldende ontruimingsprotocol aan herziening toe, bijvoorbeeld omdat er onduidelijkheid kan ontstaan over de waarde van bepaalde goederen?

Zie svp het antwoord onder vraag 3.


7. Waarom wordt er ontruimd als de huurder de spullen daarna weer kan komen ophalen en de woning opnieuw kan betrekken?

Dit komt in de praktijk zeer sporadisch voor. Wel komt het voor dat vlak voor de ontruimingsdatum de huurder de schulden betaalt of meewerkt aan een voor de corporatie/verhuurder acceptabele regeling. Dan wordt alsnog van ontruiming afgezien en kan de huurder ­met behoud van inboedel- in de woning blijven wonen.


8. Hoeveel huurachterstand moet een huurder hebben alvorens er tot woning-uitzetting wordt overgegaan en is daarbij dan ook een gerechtelijke uitspraak noodzakelijk?

Voor woninguitzetting is altijd een uitspraak van de rechter nodig. De corporatie vraagt de rechter om ontbinding van de huurovereenkomst en overdracht van de huurwoning. Voor de rechter is een huurachterstand van 3 maanden noodzakelijk. Bij een mindere achterstand zal hij / zij hooguit een bevel tot betaling geven, maar geen ontruimingsbevel. De corporaties houden hiermee rekening. Het aantal maanden huurachterstand kan meer zijn dan 3 maanden. Dat is afhankelijk van het beleid van de corporatie: wanneer schakelt die de deurwaarder in en van de tijd die de deurwaarder nodig heeft om de zaken te regelen.


9. Controleert de gemeente, alvorens zij overgaat tot medewerking aan huisuitzetting, of er alles aan gedaan is om de huurder in de gelegenheid te stellen de huurachterstand in te lopen?


10. Wordt de gemeentelijke Kredietbank ­ die kan bemiddelen bij huurschulden ­ altijd ingeschakeld voordat er wordt overgegaan tot het ingrijpende middel van huisuitzetting?

De gemeente (GG en GD/Welzijn/SoZaWeKredietbank) heeft sinds oktober 2008 een convenant met de corporaties in het kader van het project Voorkom huisuitzetting! Dit is bedoeld voor kwetsbare huurders. Corporaties leveren bij het project de huurders aan die uitgezet dreigen te worden (reeds vonnis aanwezig) of waarvan zij denken dat het mis gaat in die richting, waarna zij vervolgens een uitgebreid (schuld)hulp verleningstraject in gaan. Voorwaarde is wel de medewerking van de huurder. Niet iedere huurder wil gebruik maken van het aanbod. Of de Kredietbank ingeschakeld wordt hangt af van het signaal van de corporatie of in sommige gevallen van de huurder. De Kredietbank is niet betrokken als er geen signaal gegeven wordt.


---- --