Gerechtelijke organisatie

Overkoepelende organisatie op het gebied van de duivensport aangemerkt als een sportorganisatie

Amsterdam, 21 juli 2009 - De Belastingsector van het Gerechtshof te Amsterdam heeft op 16 juli 2009 een overkoepelende organisatie op het gebied van de duivensport aangemerkt als een sportorganisatie. Hierdoor is een bepaalde door deze organisatie verrichte prestatie vrijgesteld van omzetbelasting. De belanghebbende is in het gelijk gesteld.

Vrijgestelde prestatie

Belanghebbende, ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 (de Wet), is een overkoepelend lichaam, actief op het gebied van de duivensport. Belanghebbende heeft ter zake van het verstrekken van vaste voetringen voor duiven aan haar leden en de daarmee verbonden registratiediensten omzetbelasting op aangifte voldaan. Hiertegen heeft belanghebbende bezwaar gemaakt, omdat volgens belanghebbende sprake is van een vrijgestelde prestatie.

Aanmerken als sportorganisatie

Het Hof leidt uit de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 11, letter e, van de Wet af dat de wetgever heeft beoogd de vrijstelling voor organisaties die zich de beoefening van sport of de bevordering daarvan ten doel stellen, zoals die vóór 1 januari 1969 op grond van artikel 23, aanhef en onder 4, van de Wet OBâ54 bestond, ongewijzigd in de Wet op te nemen. Tot die organisaties behoorde blijkens * 45 van de Leidraad ook belanghebbende. Daaruit volgt naar het oordeel van het Hof dat belanghebbende naar de bedoeling van de wetgever ook vanaf 1 januari 1969 als een sportorganisatie in de zin van (thans) artikel 11, eerste lid, onderdeel e, van de Wet is aan te merken.

Er zijn geen aanwijzingen dat de wetgever na genoemde datum daarop is teruggekomen. Daarenboven geldt dat noch de tekst noch de geschiedenis van de totstandkoming van de Zesde richtlijn en van de Btw-richtlijn noopt tot het oordeel dat de onderhavige vrijstelling een andere betekenis heeft gekregen.

Uit de tekst van de Leidraad valt niet af te leiden dat de rangschikking van belanghebbende onder de sportorganisaties op een goedkeuring berustte. De gebruikte woorden duiden op een interpretatie van de vrijstelling.

LJ Nummer

BJ3084

Bron: Gerechtshof Amsterdam Datum actualiteit: 21 juli 2009 Naar boven