Ministerie van Economische Zaken
Datum 21 juli 2009
Betreft Beantwoording vragen over Pretium Telecom
Hierbij zend ik u de beantwoording van de vragen van het lid Aasted-Madsen-van
Stiphout (CDA) over het feit dat Pretium Telecom weer een andere methode
hanteert om klanten te binden, nr. 2009Z09112, ingezonden 15 mei 2009.
1
Bent u op de hoogte van het feit dat Pretium Telecom weer een andere methode
hanteert om klanten te binden?1
Antwoord
Ja.
2
Is het toegestaan om consumenten een product of dienst aan te bieden, waarbij
men er vanuit gaat dat als de consument niet reageert, hij akkoord gaat met de
levering?
Antwoord
Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang om wat voor een
wijziging het in dit specifieke geval gaat. Drie situaties kunnen van toepassing
zijn:
1. Er is sprake van een wijziging van de voorwaarden van een bestaand contract
met alleen positieve gevolgen voor de consument.
2. Er is sprake van een wijziging van de voorwaarden van een bestaand contract
met (ook) negatieve gevolgen voor de consument.
3. Er is sprake van een nieuw contract.
Uit de brief van Pretium valt niet op te maken welke van deze situaties zich in dit
geval voordoet. Navraag bij Pretium leverde ook geen eenduidig antwoord op.
Daarom zal ik hieronder alle drie de mogelijke situaties nader toelichten.
Ad 1:
Uit de brief aan de consument blijkt dat de consument voortaan in het weekend
en 's nachts gratis kan bellen. De prijs van het nieuwe abonnement is gelijk aan
de prijs van het huidige abonnement van de consument.
Aangezien de consument voor dezelfde prijs meer kan bellen, gaat hij er op
vooruit. De overige voorwaarden van het contract blijven in stand. Dit betekent
onder meer dat de contractsduur voor de consument niet verandert. De
consument had een jaarcontract dat stilzwijgend verlengd kan worden met een
jaar en dit blijft een jaarcontract met stilzwijgende verlenging van een jaar. De
consument kan op hetzelfde moment opzeggen als dat hij voor de wijziging kon.
De Telecommunicatiewet is naar alle waarschijnlijkheid in deze situatie niet
relevant. Artikel 7.2 van die wet geeft de abonnee weliswaar een recht om
kosteloos op te zeggen bij wijzigingen in de overeenkomst, maar een redelijke
uitleg van de bepaling brengt met zich mee dat deze niet ziet op een wijziging die
alleen maar positief is voor de abonnee. Als de wijziging van de voorwaarden
alleen bestaat uit het gratis bellen tijdens de nachtelijke uren en in het weekend,
lijken de algemene voorwaarden niet in het nadeel van de consument te zijn
gewijzigd.
Ad 2:
Indien sprake is van een wijziging met (ook) negatieve gevolgen voor de
consument geldt enerzijds hetzelfde als onder ad 1. Uit de brief aan de consument
blijkt dat de consument voortaan in het weekend en 's nachts gratis kan bellen.
De prijs die de consument moet betalen blijft gelijk.
De looptijd van het contract verandert echter. De consument zit vanaf het
moment van de wijziging opnieuw voor een heel jaar vast aan het contract. Dit
geldt zelfs als de loopduur van het ongewijzigde contract bijna verstreken was. De
voorwaarden verslechteren op dit punt dus voor de consument. Daarom moet
volgens artikel 7.2 van de Telecommunicatiewet aan de consument de
mogelijkheid worden geboden om het contract kosteloos op te zeggen. In de brief
wordt een opt-out mogelijkheid aan de consument geboden. Dit voldoet echter
niet aan de vereiste van artikel 7.2. Telecommunicatiewet. Volgens dit artikel
moet de consument expliciet de mogelijkheid worden geboden om de
overeenkomst kosteloos te beëindigen
Ad 3:
Indien er sprake is van het aangaan van een nieuwe contract, met een eigen
looptijd van een jaar, moet dit geschieden onder de volgende voorwaarden.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan,
aldus het eerste lid van artikel 217 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
Wanneer een bedrijf een van haar klanten een aanbod doet, dan moet deze klant
dat aanbod aanvaarden, wil er een overeenkomst tussen het bedrijf en die klant
tot stand kunnen komen. Deze aanvaarding moet een tot het bedrijf gerichte
wilsverklaring behelzen. Dat voor aanvaarding een wilsverklaring (in welke vorm
dan ook) nodig is, is iets wat de aanbieder niet eenzijdig kan veranderen. Een
aanbod kan ook niet geldig bepalen dat een bepaalde gedraging een aanvaarding
inhoudt, wanneer die betekenis daaraan normaal gesproken niet zou toekomen.
In de aanbiedingsbrief van Pretium aan haar klant staat dat het aanbod dat de
klant wordt gedaan, aanvaard is op het moment dat de klant niet binnen een
bepaalde termijn te kennen geeft niet op het aanbod te willen ingaan; met andere
woorden, wie zwijgt, stemt toe. Ik heb grote twijfels of een dergelijke
handelswijze inderdaad leidt tot de totstandkoming van een overeenkomst tussen
de aanbieder en de klant die geacht wordt stilzwijgend aanvaard te hebben.
Stilzwijgende aanvaarding is in het Burgerlijk Wetboek in een tweetal gevallen
expliciet toegestaan: bij de omzetting van een natuurlijke verbintenis en bij
kwijtschelding bepaalt de wet in respectievelijk artikel 6:5, tweede lid en artikel
6:160, tweede lid, dat een aanbod als aanvaard geldt, wanneer de wederpartij
van het aanbod heeft kennisgenomen en het niet onverwijld heeft afgewezen.
Daaruit zou a contrario de conclusie kunnen worden getrokken dat stilzwijgende
aanvaarding in andere gevallen niet geldt als een tot de aanbieder gerichte
wilsverklaring.
3
Wat is uw mening over deze handelwijze die door Pretium Telecom in praktijk
wordt gebracht?
Antwoord
Het oordeel of de omzetting van Pretiumabonnees rechtsgeldig is, laat ik aan de
Consumentenautoriteit en OPTA en het eindoordeel is aan de rechter. Wel ben ik
van mening dat de consument op transparante wijze geïnformeerd moet worden
over zijn rechten en plichten en de algemene voorwaarden die zijn verbonden aan
het contract. Het is belangrijk dat een consument op een goede manier zijn
keuzes kan maken. Dit betekent op de juiste wijze informatie krijgen over
kwaliteit, prijzen en de voorwaarden van een contract, waaronder in het bijzonder
de looptijd.
In het onderhavige geval is het voor de consument niet duidelijk of het hier gaat
om de wijziging van de voorwaarden van een bestaand contract of om een geheel
nieuw contract. Bovendien kan de consument uit de brief niet opmaken of er een
nieuwe looptijd aanvangt of dat hij zijn huidige contractsduur behoudt. Ik heb
Pretium de vraag gesteld of er sprake is van de wijziging van de voorwaarden van
het contract of dat er een nieuw contract wordt gesloten of dat de looptijd van het
bestaande contract werd verlengd. Pretium kon mij hierop geen eenduidig
antwoord geven. Ik kan dus niet beoordelen of de consument in alle opzichten
erop vooruit is gegaan. Dit oordeel is voorbehouden aan de
Consumentenautoriteit, OPTA of de rechter. Het feit blijft dat de consument niet
duidelijk ziet wat de gevolgen zijn voor het individuele contract van de consument
en of de consument dus langer aan het contract vast zit dan voor de omzetting. Ik
ben daarom van mening dat het goed zou zijn als Pretium in het vervolg in haar
brieven aan haar klanten deze informatie op transparante wijze opneemt.
4
Welke middelen heeft u om deze misleidende praktijk te stoppen?
Antwoord
Of hier sprake is van een misleidende praktijk, laat ik zoals gezegd over aan de
rechter of de toezichthouder(s). Ik heb deze zaak daarom onder de aandacht
gebracht van de toezichthouders OPTA en de Consumentenautoriteit. Deze
toezichthouders baseren hun bevoegdheid tot optreden op verschillende
regelgeving. De Consumentenautoriteit ziet op grond van de Wet handhaving
consumentenbescherming toe op algemene regels uit het Burgerlijk Wetboek
zoals de regeling inzake verkoop op afstand, algemene voorwaarden en oneerlijke
handelspraktijken. De OPTA ziet toe op de Telecommunicatiewet.
Beide toezichthouders ontvangen signalen over de handelswijze van bedrijven
door het informatieloket ConsuWijzer.
(w.g.) drs. F. Heemskerk
Staatssecretaris van Economische Zaken