Oertijdmuseum De Groene Poort, Universiteit Utrecht en Kennislink
P E R S B E R I C H T - 15 juli 2009
'Prehistorische inktvissen vochten op leven en dood'
In de oceanen is het elke dag een gevecht op leven en dood. Overal loeren vijanden. In het Jura- en Krijttijdperk, 200 tot 66 miljoen jaar geleden, was het niet anders. Nieuw onderzoek van Adiël Klompmaker, Natascha Waljaard (beiden Universiteit Utrecht) en René Fraaije (Oertijdmuseum De Groene Poort in Boxtel) laat zien dat prehistorische inktvissen met groot succes op ammonieten joegen. Mogelijk is het één van de oorzaken dat de dieren uiteindelijk uitstierven. Dat gebeurde rondom de Krijt-Tertiair grens toen ook de dinosauriërs uitstierven. Een wetenschappelijk artikel over de dodelijke beten die bij de dieren werden aangetroffen, is gepubliceerd in het vakblad Palaeogeography, Palaeoclimatology, Palaeoecology.
Goed beschermd?
"Ammonieten waren inktvisachtigen die in een vlakke, spiraalvormige schelp leefden," vertelt Adiël Klompmaker, aardwetenschapper en op dit moment promovendus aan de Kent State University (Ohio, VS). "Er waren reusachtige exemplaren met een diameter van 2,5 meter. Maar de meeste waren kleiner dan 10 cm. Het lichaam van de inktvisachtige zat in de kalkschaal verstopt. Een goede bescherming zou je zeggen. Maar ons onderzoek toont aan dat het lang niet altijd zo was."
In gesteenten uit de Jura en het Krijt vond het onderzoeksteam veel ammonieten met dodelijke beschadigingen. Het gaat om 10 - 20% van de gehele ammonietenpopulatie uit onder andere Nederland, Spanje, Frankrijk en Duitsland. Soortgelijke beschadigingen uit de Verenigde Staten, Tunesië en Indonesië doen sterk vermoeden dit een wereldwijd fenomeen was.
De oorzaak van de beschadigingen? Inktvissen. Ze vielen de ammonieten van achter aan, beten de schaal door en aten vervolgens de weke lichaamsmassa op. Voordat het Juratijdperk aanbrak, hadden de ammonieten weinig te vrezen van inktvissen. Maar 200 miljoen jaar geleden ging het mis. De inktvissen, zoals teuthoiden, namen enorm toe in aantal en soortenrijkdom. Vanaf die periode hadden de ammonieten veel te vrezen van deze rovers.
De plaats van beschadiging
De exacte plaats van de aanval is volgens de drie onderzoekers enorm efficiënt. De inktvissen vielen de ammonieten van achter aan. Zo werd de ammoniet verrast en kon zich niet snel uit de voeten maken. Bovendien bevindt zich op deze plaats het einde van de woonkamer van de ammoniet. In dit gedeelte zit het eetbare gedeelte van de ammoniet verstopt. In de luchtkamers, waarmee de ammoniet een stuk lichter werd, was niets te halen. Met een beet van zijn scherpe snavel aan het einde van de woonkamer, verschafte de inktvis zich toegang tot de weke massa van de ammoniet. Klompmaker: "Met dit onderzoek is zo een prachtige paleontologische puzzel opgelost!"
De presentatie van het onderzoek zal plaatsvinden op zaterdag 18 juli om 15.00 uur in Oertijdmuseum De Groene Poort te Boxtel. Vertegenwoordigers van de pers zijn hierbij van harte welkom.
Een volledig en geïllustreerd artikel over het Nederlandse onderzoek is te vinden op Kennislink:
----
Noot voor redacties