|Datum | |
| |17 juli 2009 | | | | | | | | | | | | |Advies na onafhankelijke evaluatie deconcentratiebeleid gemeente Den Haag Haagse stadsdelen verder optimaliseren en versterken
Het college van B&W heeft de resultaten van de evaluatie van het Haagse deconcentratiebeleid aan de gemeenteraad gestuurd. De evaluatie toont aan dat al na een jaar de intensivering van het deconcentratiebeleid positieve effecten heeft. Het belangrijkste advies uit het rapport stuurt aan op verdere ontwikkeling van de stadsdeelaanpak en het ontwerp van een heldere overgangsstrategie naar een nog krachtiger stadsdeelorganisatie. Het college is verheugd over de resultaten van het onderzoek van AEF en onderschrijft de bevindingen.
De evaluatie vloeit voort uit de beleidsnota De Stad Delen. Er is onderzoek uitgevoerd door onafhankelijk bureau Andersson Elfers Felix (AEF). Het onderzoek maakt inzichtelijk in hoeverre het Haagse deconcentratiebeleid er voor heeft gezorgd dat de stadsdelen meer doorzettingsmacht krijgen, de burgerbetrokkenheid wordt vergroot en de dienstverlening dichter bij de Hagenaar wordt gebracht.
Resultaten: meer betrokkenheid maar nog veel te winnen Met het deconcentratiebeleid is op al deze fronten een belangrijke eerste stap gezet, maar er is nog veel terrein te winnen. Activiteitenprogramma's, flexibele budgetten en initiatieven als wijkschouwen hebben de dienstverlening dichter bij de bewoners gebracht. De burgerbetrokkenheid heeft een stevige impuls gekregen doordat bewoners(organisaties) meer directe invloed hebben gekregen op de taken die bij de stadsdeelorganisatie zijn ondergebracht. Bewoners en maatschappelijke partners van de stadsdelen zijn over het algemeen tevreden met de nieuwe stadsdeeldirecteuren. Zij ervaren de komst van een eigen stadsdeeldirecteur met positie en eigen middelen als een belangrijke vooruitgang.
De toekomst van de stadsdelen
AEF schetst in haar onderzoeksrapport vier scenario's voor de toekomst van de acht Haagse stadsdelen: afbouwen, optimaliseren, versterken of naar integrale stadsdelen. Het afbouwen van de stadsdelen levert een forse kapitaalvernietiging en verlies aan opgebouwde relaties met bewoners(organisaties). Integrale stadsdelen zijn ongewenst, want onbeheersbaar. Daarom kiest het college er voor om de stadsdelen verder te optimaliseren en onderzoek uit te laten voeren naar de mogelijkheden om de stadsdelen in de nieuwe collegeperiode verder te versterken.
Standpunt college B&W
"Het college van B&W constateert dat de investering van het deconcentratiebeleid positieve effecten heeft. Vooral de komst van de stadsdeeldirecteuren werpt al na één jaar zijn vruchten af. Het college vindt het de moeite waard om op de ingeslagen weg door te gaan. Korte lijnen in de dienstverlening en bewoners die weten dat de medewerkers van de overheid hun stadsdeel en wijk kennen, levert vertrouwen in de overheid. En dat is in deze tijd hard nodig", aldus Rabin Baldewsingh, wethouder Deconcentratie.
Begeleidingscommissies
AEF is tijdens haar onderzoek bijgestaan door een interne en een externe begeleidingscommissie. De externe commissie bestond uit mr. P.J.B. Biesheuvel (voorzitter van de Raad voor Werk en Inkomen), mw. Drs. L. Engering (zelfstandig adviseur en voormalig wethouder van de gemeente Den Haag) en prof. Dr. J. de Vries (hoogleraar bestuurskunde, directeur Campus Den Haag Universiteit Leiden) plaats. De interne commissie bestond uit de algemeen directeur van de diensten Stadsbeheer en Onderwijs, Cultuur en Welzijn en de stadsdeeldirecteur van Leidschenveen-Ypenburg.
Noot voor redacties