Gerechtshof Arnhem
Dader moord moet schadevergoeding betalen aan nabestaande
Arnhem, 17 juli 2009 â De moeder van een 25-jarige vrouw die in 2002
door haar huisbaas om het leven is gebracht, heeft een civiele
procedure aangespannen tegen de dader. De dader is door de
strafrechter onherroepelijk veroordeeld voor de moord. De moeder eist
nu smartengeld en vergoeding van inkomensschade.
De rechtbank heeft op 21 mei 2008 in een tussenvonnis beslist dat
onderzoek door een psychiater nodig is om te kunnen beoordelen of de
moeder geestelijk letsel heeft opgelopen door de confrontatie met de
ernstige gevolgen van de moord en de omstandigheden waaronder haar
dochter om het leven is gekomen.
Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat bij de moeder sprake is
van een ernstige psychiatrische ziekte en dat er tussen deze ziekte en
de confrontatie met de gruwelijke omstandigheden waaronder de moord op
haar dochter heeft plaatsgevonden, een rechtstreeks verband bestaat.
De moeder heeft blijvend psychisch letsel opgelopen en de dader is
daarom verplicht de door de moeder geleden schade te vergoeden.
Voor de immateriële schade is door de moeder een bedrag van â¬
10.000,- gevorderd. Dat bedrag wordt volledig toegekend. Hierbij is
rekening gehouden met alle omstandigheden en in het bijzonder met de
aard en de ernst van het letsel en de gevolgen daarvan voor de
benadeelde.
Ook is er grond voor vergoeding van de materiele schade. Gezien de
inhoud van het deskundigenrapport moet worden aangenomen dat door de
opgelopen psychiatrische ziekte objectief sprake is van een
aanmerkelijke beperking voor het verrichten van werk in haar praktijk.
Daarmee is voldoende aannemelijk dat sprake is van inkomensschade. Het
bedrag moet in een aparte schadestaatprocedure nog worden begroot.
LJ Nummer
BJ2940
Bron: Rechtbank Arnhem
Datum actualiteit: 17 juli 2009 Naar boven