Gerechtelijke organisatie

Gerechtshof Amsterdam verklaart schikking Randstad-VEB verbindend

Amsterdam, 15 juli 2009 - Op 15 juli 2009 heeft het gerechtshof te Amsterdam de schikking verbindend verklaard die Randstad Holding N.V. (âRandstadâ) en de Vereniging van Effectenbezitters (âde VEBâ) op 26 september 2008 zijn overeengekomen. Hiermee heeft het hof een verzoek daartoe van Randstad en de VEB op grond van de Wet collectieve afwikkeling massaschade ingewilligd.

De schikking houdt verband met het bekend worden van de overnamebesprekingen tussen Randstad en Vedior N.V. (âVediorâ) op 30 november 2007. In de loop van de ochtend van 30 november 2007 hebben verschillende media melding gemaakt van een mogelijke overname waarbij Vedior zou zijn betrokken. Daarop is, om 11.34 uur, op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten de handel in aandelen Vedior op de Euronext-effectenbeurs te Amsterdam tijdelijk stilgelegd.

Om 12.16 uur op 30 november 2007 heeft Vedior door middel van een persbericht openbaar gemaakt dat zij oriënterende besprekingen voerde met Randstad over een samengaan van beide ondernemingen. Die besprekingen hebben later geleid tot een succesvol bod van Randstad op de aandelen Vedior, waarna Vedior is opgegaan in Randstad. Om 13.20 uur op 30 november 2007 is de handel in aandelen Vedior op de beurs hervat.

De VEB heeft Vedior verweten, kort gezegd, dat zij de besprekingen met Randstad te laat openbaar heeft gemaakt en hiermee in strijd heeft gehandeld met bepaalde verplichtingen uit de Wet financieel toezicht. Daardoor hebben volgens de VEB (voormalige) aandeelhouders van Vedior die in de ochtend van 30 november 2007, vóór het tijdelijk stilleggen van de handel, aandelen Vedior hebben verkocht, schade geleden. Zij hebben hun aandelen namelijk verkocht tegen te lage prijzen, omdat die het feit dat Vedior en Randstad met elkaar in gesprek waren over een overname, nog niet weerspiegelden.

Randstad is, als rechtsopvolgster van Vedior en zonder aansprakelijkheid te erkennen, met de VEB een schikking overeengekomen waarbij aan de betrokken (voormalige) aandeelhouders van Vedior schadevergoeding wordt toegekend. Deze vergoeding bedraagt 80% van het verschil tussen de op 30 november 2007 âs ochtends gerealiseerde verkoopprijzen en de koers van het aandeel Vedior bij de hervatting van de handel later die dag (⬠15,80). Dit komt neer op een schadevergoeding van ongeveer ⬠1,41 per verkocht aandeel Vedior.

De totale door Randstad te betalen schadevergoeding bedraagt ⬠4.250.000,-. Dit bedrag zal worden verdeeld onder omstreeks 2.000 personen die volgens de schikking aanspraak op een vergoeding kunnen maken. De verbindendverklaring van de schikking heeft tot gevolg dat de overeengekomen schaderegeling bindend is voor al degenen die in de ochtend van 30 november 2007 aandelen Vedior hebben verkocht, tenzij zij binnen een door het hof bepaalde termijn van ruim drie maanden schriftelijk laten weten daaraan niet gebonden te willen zijn.

LJ Nummer

BJ2691

Bron: Gerechtshof Amsterdam Datum actualiteit: 15 juli 2009 Naar boven