ABP


Persbericht ABP, eerste halfjaar 2009

Hoofdpunten


· Dekkingsgraad stijgt in eerste halfjaar 2009 van 90% naar 98%
· Rendement over eerste helft 2009 is 4,5%
· Herstelplan ABP goedgekeurd

Heerlen, 15 juli 2009 ­ De dekkingsgraad van Stichting Pensioenfonds ABP is in de eerste helft van 2009 gestegen van 90% naar 98%. Het ABP bestuur is content met deze stijging van de dekkingsgraad, een belangrijke indicator voor de financiële positie van het pensioenfonds, maar waarschuwt voor al te groot optimisme. Daarvoor zijn de financiële markten nog steeds te onrustig, aldus het bestuur.
De stijging van de dekkingsgraad wordt voor de ene helft veroorzaakt door de stijging van het fondsvermogen, als gevolg van het positieve beleggingsrendement, en voor de andere helft door de afname van de verplichtingen, waarvan de stijging van de marktrente de belangrijkste oorzaak is. Over het totale eerste halfjaar 2009 is een beleggingsrendement geboekt van 4,5%.

De dekkingsgraad van ABP laat in het eerste half jaar van 2009 een grillig verloop zien. Het fonds kende ultimo 2008 een dekkingsgraad van 90%. In februari 2009 was deze gezakt tot 83% om vervolgens weer op te klimmen tot 98% eind juni. De grootste stijging van de dekkingsgraad is gemeten in de maand mei. Het rendement over de eerste zes maanden van 2009 bedraagt 4,5%. Dat is in belangrijke mate te danken aan de portefeuilles aandelen en vastrentende waarden.

Begin juli is het herstelplan van ABP goedgekeurd door De Nederlandsche Bank. In het herstelplan, dat eind maart bij de toezichthouder is ingediend, geeft ABP aan hoe de dekkingsgraad binnen vijf jaar weer boven het vereiste minimumniveau van 105% komt te liggen. Volgens het herstelplan zou ABP eind 2009 een dekkingsgraad van 93% moeten hebben. De dekkingsgraad van ABP van ultimo juni ligt daar boven. Het ABP bestuur benadrukt echter dat het hier om een momentopname gaat, het is geen rechte lijn omhoog. De dekkingsgraad van het fonds is nog steeds beweeglijk, dat hangt samen met onzekerheid op de financiële markten, aldus het bestuur.


1/4




Belangrijkste kengetallen

2008 H1 2009 Mutatie Periode
(ultimo standen)
Fondspositie (%) 90% 98% +8%

Vermogen ( miljard) 173 180,5 +7,5 Verplichtingen ( miljard) 193 184,8 - 8,2 Nominale marktrente (%) 3,6% 4,0%

(mutaties)
Rendement beleggingsportefeuille (%) -20,2% 4,5%

Vastrentende waarden 0,4% 4,9%
· Staatsobligaties 8,2% 2,8%
· Bedrijfsobligaties -2,9% 5,4%
· -0,1% 5,6% Indexobligaties
Zakelijke waarden -36,5% 4,7%
· Aandelen (incl participaties) -39,4% 9,2%
· Onroerend goed (incl. vastgoedfondsen) -30,0% -6,8%
· Infrastructuur -3,1% -7,0%
· Private equity -24,5% -2,4%
· Commodities -46,2% 8,8% Overige beleggingen -5,7% 5,0%
· Hedge funds -5,6% 5,6%
· Innovaties 7,5% -4,4% Overlay (inclusief duration) 1,0% -0,4% (ultimo standen)
Samenstelling beleggingsportefeuille (%)

Vastrentende waarden 44,8 44,7 -0,1% Zakelijke waarden 49,0 49,0 0,0% Overige beleggingen (o.a. hedgefondsen en
innovaties) 6,2 6,3 +0,1%

NB: Alle rendementen zijn inclusief de valutahedge

Toelichting beleggingsrendement eerste halfjaar 2009

Zowel de zakelijke waarden, de vastrentende waarden als de overige beleggingen hebben een positief rendement laten zien.
Bij de zakelijke waarden hebben met name de aandelen een positieve bijdrage laten zien. Binnen de aandelen hebben de opkomende markten een rendement gehaald van ruim 30%. Ook de grondstoffen hebben met +9% een fors herstel getoond na de daling in de tweede helft van 2008.


2/4





Economische vooruitzichten

Vergeleken met de tweede helft van 2008 zijn de financiële markten bedaard en is er meer optimisme over de economie. Desondanks is er nog veel onzekerheid over de middellange termijn. Centraal staat nu in hoeverre overheden en centrale banken in staat zijn duurzame groei te bewerkstelligen, en of de economie zich kan blijven herstellen wanneer het stimuleringsbeleid weer wordt teruggedraaid.

Mede dankzij het ingrijpen van centrale banken en overheden is de onrust in de financiële markten afgenomen. Echter, een duidelijk stijgende werkloosheid en uitblijvend herstel van de huizenmarkt geven nog steeds aanleiding voor twijfels over het herstel. De economieën van de Verenigde Staten, Japan, de Eurozone en Groot-Brittannië zijn in het eerste kwartaal van 2009 gekrompen en een verdere krimp is een risico voor de kortere termijn. China is een van de weinige landen die in deze tijden blijft groeien. Kleinere opkomende landen die voornamelijk afhankelijk zijn van export en buitenlandse financiering hebben het moeilijker.

De inflatie is de afgelopen maanden, mede door fors gedaalde energieprijzen, gedaald. Met de huidige lage benutting van aanwezige productiecapaciteit en de hoge, oplopende werkloosheid is toenemende inflatie op korte termijn niet te verwachten. Voor de lange termijn hangt de inflatieverwachting mede af van de wijze waarop centrale banken de forse liquiditeitsinjecties weer zullen terugdraaien.

Lange termijn rendement

In de onderstaande grafiek is het gecumuleerde rendement vanaf 1993 weergegeven, zowel nominaal als reëel. De waarde van iedere in 1993 belegde 100 is per 30 juni 2009 gegroeid naar 262. Het gemiddelde jaarrendement over deze periode van 16 jaar ligt op 6,0%. Het rendement na aftrek van de gerealiseerde looninflatie (het reële rendement) ligt over dezelfde periode op 3,7%, oftewel ongeveer 0,7%-punten hoger dan de 3% die gehanteerd wordt bij de bepaling van de pensioenpremie.

RENDEMENTEN 1993 ­ 30 JUNI 2009 350
Nominaal rendement
300 reëel rendement
prudent reëel rendement 6,0 % / jaar 250

3,7 % / jaar 200
3,0% / jaar 150
100
50
Dec 92 Dec 93 Dec 94 Dec 95 Dec 96 Dec 97 Dec 98 Dec 99 Dec 00 Dec 01 Dec 02 Dec 03 Dec 04 Dec 05 Dec 06 Dec 07 Dec 08

3/4




De invloed van de marktrente

Volgens de Pensioenwet moeten pensioenfondsen hun verplichtingen waarderen op basis van de zogenaamde swap rente. Dat is een marktrente die vergelijkbaar is met de rente op (langlopende) staatsleningen. Omdat pensioenfondsen zo'n 90 jaar vooruit rekenen, heeft een verandering van deze marktrente grote invloed op de waarde van pensioenverplichtingen. Een daling van de marktrente van bijvoorbeeld één procentpunt leidt tot een stijging van de verplichtingen met circa 15 procent. Aangezien vastrentende beleggingen eveneens gevoelig zijn voor bewegingen in de rente, leidt een marktrentedaling van 1 procentpunt per saldo tot een daling van de dekkingsgraad met circa 10 procent.

Profiel

Stichting Pensioenfonds ABP (ABP) is het bedrijfstakpensioenfonds voor werkgevers en werknemers van overheids- en onderwijsinstellingen in Nederland. ABP heeft 2,7 miljoen klanten en een belegd vermogen van ruim 180 miljard (per 30 juni 2009). Daarmee behoort ABP tot de top drie van grootste pensioenfondsen ter wereld.

Disclaimer

Dit bericht bevat verwachtingen voor de toekomst. Deze zijn gebaseerd op huidige veronderstellingen en inzichten. ABP aanvaardt geen verplichting deze naar aanleiding van toekomstige inzichten of gebeurtenissen publiekelijk te actualiseren. ABP wijst er bovendien op dat de uitgesproken verwachtingen noodzakelijkerwijs onderhevig zijn aan onzekerheden waardoor uiteindelijke rendementen materieel kunnen afwijken bijvoorbeeld door onvoorziene omstandigheden in voor ABP relevante markten, valutakoersen, het renteniveau en ontwikkelingen in wet- en regelgeving. De cijfers in dit document zijn deels gebaseerd op schattingen en niet gecontroleerd door de accountant en externe actuaris.