Kamervragen over de ontwikkeling van de Horstermeerpolder
Retouradres Postbus 19143 3501 DC UTRECHT
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 15 juli 2009
Betreft Kamervragen over de ontwikkeling van de Horstermeerpolder
Pagina 1 van 3
Directie Regionale Zaken
Vestiging West
Herman Gorterstraat 55
3511 EW UTRECHT
Postbus 19143
3501 DC UTRECHT
www.minlnv.nl
Onze referentie
DRZW/2009-2175
Uw referentie
2009Z12235
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u, mede namens de staatssecretaris van het ministerie van
Verkeer en Waterstaat, de antwoorden op de vragen gesteld door de leden
Haverkamp en Koppejan (beiden CDA) over de ontwikkeling van de
Horstermeerpolder (ingezonden 24 juni 2009).
1
Wat staat voorop bij de ontwikkeling van de Horstermeerpolder, het combineren
van functies of het behalen van individueel gestelde doelen zoals gesteld bij de
verschillende opgaven, zonder afbreuk te doen aan deze doelen? 1)
De provincie Noord-Holland hanteert de door haar gestelde doelen/opgaven voor
de Horstermeerpolder als uitgangspunt. De provincie ziet kans al deze doelen te
realiseren door ze in combinatie aan te pakken.
2
Geldt voor alle gebieden, aangrenzend aan Natura 2000-gebied, welke effect
kunnen hebben op de waterkwaliteit, dat zij te maken krijgen met extra
maatregelen/beperkingen? Zo ja, is dit een neveneffect van aanwijzing van Natura
2000 voor de aangrenzende gebieden een bedoeld effect en, indien dit een geval
is, op welke wijze worden de bedrijven die hierin liggen gecompenseerd in het
geval van de Horstermeerpolder, maar ook in algemene zin? Zo nee, hoe gaat u
om met deze ontwikkelingen?
Nee, de externe werking van Natura 2000-gebieden op omliggend gebied speelt
alleen als er een significant negatief effect is vanuit omliggend gebied op de te
behalen Natura 2000-doelen. In het beheerplan Oostelijke Vechtplassen, werkt de
provincie als voortouwnemer, uit welke activiteiten toegestaan zijn en welke
maatregelen nodig zijn om de Natura 2000-doelen te realiseren.
Directie Regionale Zaken
Vestiging West
Datum
15 juli 2009
Onze referentie
DRZW/2009-2175
Pagina 2 van 3
3
Op welke wijze wordt de inzet van particulier beheer bevorderd op landelijk niveau
en in Noord-Holland cq Horstermeerpolder op specifiek niveau?
Op het landelijke niveau is een traject gestart voor het stimuleren van het
particulier natuurbeheer. Dit initiatief is het gevolg van mijn afspraak met de
Federatie Particulier Grondbezit (FPG) en de Stichting Beheer Natuur en Landelijk
gebied (SBNL). Zij hebben inmiddels, samen met alle grote natuurbeherende
organisaties en LTO/Natuurlijk Platteland Nederland, concrete en haalbare
voorstellen aan mij gepresenteerd die het particulier natuurbeheer een impuls
kunnen geven (verklaring van Linschoten). Deze voorstellen hebben betrekking op
een betere ondersteuning van particulieren bij complexe aanvragen en op
financiële en fiscale stimulansen. Nu is het aan mij en de provincies de voorstellen
uit te werken. Ik streef ernaar om de uitgewerkte voorstellen aan het einde van
dit jaar in Brussel te kunnen aanbieden. Meer informatie over dit onderwerp heb ik
u verstrekt in mijn brief van 12 juni 2009, TK 2008-2009, 30825, nr. 31.
In de Horstermeerpolder heeft de provincie Noord-Holland grondeigenaren
gewezen op de mogelijkheid van particulier natuurbeheer, onder andere via een
aparte informatiebijeenkomst. Uitgangspunt van de provincie is dat particulier
natuurbeheer in beginsel overal mogelijk is, waarbij uiteraard wel aan de gestelde
natuurdoelen moet worden voldaan. De provincie heeft dit ook opgenomen in het
ontwerp natuurbeheersplan Amstel-, Gooi- en Vechtstreek.
4
Kunt u uiteenzetten of de geldstromen van Europese overheid gekoppeld zijn aan
het feit dat er natte dan wel droge natuur gerealiseerd wordt? Zo ja, kunt u dit
nader toelichten zowel in geval van de Horstermeerpolder als in algemene zin en
concreter, is het bedrag wanneer er gekozen wordt voor natte natuur hoger?
Voor het realiseren van natuur kunnen de volgende Europese geldstromen worden
ingezet: LIFE+, INTERREG en POP2 (Plattelandsontwikkelingsprogramma
Nederland 2007-2013). Natte of droge natuur vormen binnen deze geldstromen
geen onderscheidend thema.
LIFE+ is gericht op Natura 2000. INTEREG is gekoppeld aan internationale
samenwerking binnen de EU. Voor de Horstermeerpolder is voor zover mij bekend
geen sprake van inzet van LIFE+ en INTERREG.
De middelen uit POP2 zijn voor agrarisch natuurbeheer. Deze middelen zijn
ondergebracht bij de provincies via de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer
(SAN).
Directie Regionale Zaken
Vestiging West
Datum
15 juli 2009
Onze referentie
DRZW/2009-2175
Pagina 3 van 3
Ook de agrariërs in de Horstermeerpolder kunnen van deze regeling gebruik
maken onder voorwaarden zoals opgenomen in het Natuurgebiedsplan/
Natuurbeheerplan van de provincie.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1) Nieuwe natuur in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS);
Waterberging in het kader van het Nationaal bestuursakkoord Water (NBW);
verdrogingsbestrijding in het kader van het Top-lijstgebied Oostelijke
Vechtplassen; Waterkwaliteitsverbetering vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW) en
bescherming van internationaal waardevolle natuur in het kader van Natura 2000.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit