EL CS ET HU LT LV MT PL SK SL BG
RO
IP/09/ 1118
Brussel, 13 juli 2009
Milieu: Veel van Europa's meest kwetsbare soorten en habitats bedreigd
De Commissie publiceert vandaag een verslag over de situatie (de
`staat van instandhouding') van meer dan 1150 dier- en plantensoorten
en 200 habitattypes die krachtens de EU-wetgeving bescherming
genieten. Voor slechts een klein deel van deze kwetsbare habitats en
soorten is momenteel sprake van een gunstige staat van instandhouding.
De lidstaten zullen hun inspanningen moeten intensiveren willen zij
een kentering ten goede tot stand brengen. Het verslag, dat de periode
2001-2006 bestrijkt, betreft de meest omvattende studie van de
biodiversiteit in de EU die ooit is ondernomen. De resultaten ervan
vormen een uiterst waardevol ijkpunt voor de inschatting van
toekomstige trends. Graslanden, wetlands en kusthabitats staan het
meest onder druk, vooral als gevolg van het verdwijnen van
traditionele landbouwpraktijken, de ontwikkeling van het toerisme en
de klimaatverandering. Toch is niet alles kommer en kwel: sommige
grote, charismatische diersoorten zoals de wolf, de Euraziatische
lynx, de bever en de otter lijken aan een voorzichtige herovering van
delen van hun oorspronkelijke verspreidingsgebied te zijn begonnen.
Veel lidstaten hebben flink geïnvesteerd in gedetailleerde monitoring
en ondanks bepaalde lacunes mag de huidige verslagleggingsexercitie
een groot succes worden genoemd.
EU- commissaris voor Milieu Stavros Dimas stelde het zo: "Wij maken
ons sterk dat we de terugloop van de biodiversiteit in Europa tot
staan zullen brengen. Het verslag dat vandaag wordt gepubliceerd,
toont aan dat het te vroeg is om onszelf een schouderklopje te geven.
Kwetsbare habitats en soorten opnieuw goede
instandhoudingsvooruitzichten bieden, zal nog veel tijd en grote
inspanningen vergen. De EU-natuurbehoudswetgeving en het
Natura 2000-netwerk zijn de kernelementen die ons in staat moeten
stellen onze biodiversiteitsdoelstellingen voor de EU te realiseren.
Nu de terrestrische component van Natura 2000 zo goed als compleet is,
vallen de komende 10 tot 20 jaar grote verbeteringen te verwachten."
"Het gaat nog steeds niet goed met de biodiversiteit in Europa, die
aan ernstige risico's is blootgesteld. Onze doelstelling om het
biodiversiteitsverlies in Europa tegen 2010 een halt toe te roepen,
zullen wij niet realiseren. Toch valt hier en daar vooruitgang te
constateren. Zoals de Commissaris voor Milieu onlangs in Athene
verklaarde, moet ons streefdoel voor de periode na 2010 ambitieus,
meetbaar en duidelijk zijn. De nadruk moet blijven liggen op de
intrinsieke waarde van biodiversiteit; tegelijk dienen wij ons bewust
te zijn van de waarde van gezonde, veerkrachtige ecosystemen en de
ecosysteemdiensten die zij leveren", aldus Professor Jacqueline
McGlade, uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap.
Belangrijke maar beperkte successen
Het verslag behandelt 216 habitattypes en bevat informatie over circa
1182 soorten. Hoewel de algemene conclusie luidt dat veel soorten en
habitattypes nog niet in een gunstige staat van instandhouding
verkeren, zijn er aanwijzingen dat beschermingsmaatregelen effect
sorteren en dat sommige habitattypes en soorten zich beginnen te
herstellen. Soorten zoals de bruine beer, de wolf en de bever zijn aan
een voorzichtige opm ars begonnen en weten zich in vele gebieden
opnieuw te vestigen. Dat betekent dat geschikte habitats voorhanden
zijn en dat de druk van bejaging en verontreiniging is afgenomen.
Graslanden, wetlands en kusthabitats bijzonder ernstig bedreigd
De algemene situatie van grasland-, wetland- en kusthabitattypes is
bijzonder benard. Graslandhabitats zijn vooral geassocieerd met - en
voor hun instandhouding afhankelijk va n - traditionele
landbouwpraktijken, die overal in de EU aan het verdwijnen zijn. De
staat van instandhouding van alle met landbouwactiviteiten
samenhangende habitattypes is trouwens een stuk slechter dan die van
andere habitattypes: voor habitattypes in eerstgenoemde categorie
resulteerde slechts 7 % van de beoordelingen in de conclusie
`gunstig', tegenover 21 % voor `niet-agrarische' habitats. Een en
ander hang t samen met de intensivering van de landbouw, de
plattelandsvlucht en onaangepast beheer. Wetlands worden nog steeds
courant herbestemd voor andere dan natuurdoeleinden; bovendien hebben
zij specifiek te lijden van de klimaatverandering. Dat laatste geldt
ook voor de met berggletsjers geassocieerde habitats. Kusthabitats
ondervinden steeds meer druk van het toerisme.
Hiaten in de kennis
V oor circa 13 % van de habitattypes en 27 % van de soorten luidde de
conclusie van de beoordeling op regionaal niveau: `staat van
instandhouding onbekend'. Het aantal soorten met `onbekende' staat van
instandhouding is vooral in Zuid-Europa bijzonder hoog: Cyprus,
Griekenland, Spanje en Portugal gebruikten deze kwalificatie voor meer
dan 50 % van de op hun grondgebied voorkomende soorten.
Een specifiek probleem doet zich voor ten aanzien van het mariene
milieu, waar 57 % van de beoordelingen van soorten en circa 40 % van
de beoordelingen van habitattypes resulteerde in de conclusie: `staat
van instandhouding onbekend'.
Achtergrond: verslaglegging krachtens artikel 17
Artikel 17 van de Habitatrichtlijn schrijft voor dat de lidstaten om
de zes jaar informatie overleggen over de uitvoering van de richtlijn.
Voor de verslagleggingsperiode 2001-2006 bevatten deze verslagen voor
het eerst een beoordeling van de staat van instandhouding van alle
krachtens de richtlijn beschermde soorten en habitats die op het
grondgebied van de betrokken lidstaat worden aangetroffen. Het
Europees Milieuagentschap heeft van deze verslagen gebruik gemaakt
voor het opstellen van een geïntegreerde beoordeling, per
biogeografische regio, van elk habitattype en elke soort. De Commissie
heeft zich op deze beoordelingen gebaseerd voor het redigeren van het
samenvattend verslag dat krachtens de richtlijn is vereist.
De Habitatrichtlijn
Voor de bescherming van de natuur in Europa beschikt de EU over twee
cruciale rechtsinstrumenten: de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn.
Deze laatste verplicht de lidstaten een reeks specifieke habitattypes
en soorten in een gunstige staat van instandhouding te behouden in de
gebieden die daartoe met instemming van de Commissie zijn aangewezen.
Samen met de Vogelrichtlijngebieden maken deze
Habitatrichtlijngebieden deel uit van Natura 2000, het omvangrijkste
ecologische netwerk ter wereld. In het kader van de Habitatrichtlijn
zijn bijna 22 000 beschermde gebieden aangewezen, die samen circa
13,3 % van het EU-grondgebied bestrijken. In zijn geheel omvat het
Natura 2000-netwerk meer dan 25 000 gebieden (Vogelrichtlijn- en
Habitatrichtlijngebieden samen) en beslaat het ongeveer 17 % van het
grondgebied van de EU.
Voor nadere bijzonderheden, zie:
http://ec.europa.eu/environment/nature/knowledge/rep_habitats/index_en
.htm
http://biodiversity.eionet.europa.eu/article17
European Union