Mest van bedrijven met Q-koorts verbranden
10 juli 2009 - nieuwsbericht
Mest van geiten en schapen met Q-koorts levert waarschijnlijk een belangrijke bijdrage aan de verspreiding van de schadelijke bacterie Coxiella burnetti. Er bestaat nog te weinig inzicht in de mate waarin huidige hygiënemaatregelen bij bedrijven van veehouders dit risico verminderen. Het bureau Risicobeoordeling van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) adviseert daarom om mest van bedrijven met Q-koorts te laten verbranden.
Mensen kunnen Q-koorts oplopen door het inademen van stofdeeltjes met de bacterie Coxiella burnetii. Mest van besmette geiten of schapen is daarbij waarschijnlijk een belangrijke bron. Het is daarom belangrijk dat deze bacteriën in mest zo snel mogelijk onschadelijk worden gemaakt. Bedrijven met Q-koorts en veehouders met meer dan 50 melkgeiten of -schapen zijn verplicht hiervoor maatregelen te treffen. De mest van deze dieren moet snel onder de grond worden gewerkt of gecomposteerd. Bij compostering treedt verhoging op van de temperatuur. Een aantal bacteriën sterft daardoor af maar het is niet duidelijk hoeveel. Daarom adviseert bureau Risicobeoordeling de beleidsverantwoordelijke ministeries van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) de mest van bedrijven met een Q-koorts besmetting, te laten verbranden.
Daarnaast zou moeten worden onderzocht hoe snel en bij welke temperatuur de bacterie doodgaat. Pas als deze gegevens bekend zijn wordt duidelijk of, naast compostering en onder de grond werken, andere vormen van mestverwerking geschikt zijn. Bijvoorbeeld de mestverwerking in biogasinstallaties.
Het bureau Risicobeoordeling adviseert de ministeries ook om bedrijven met geiten en schapen waar geen verschijnselen van Q-koorts zijn, de mogelijkheid te geven om de mest te leveren aan compostbedrijven. Het voordeel is dat de mest hier extra kan worden verhit en het productieproces goed wordt beheerst. Deze maatregel zal wat betreft beheersing van het risico, niet onderdoen voor de gewone composthoop.
Het bureau Risicobeoordeling van de VWA oordeelt en adviseert wetenschappelijk onderbouwd over mogelijke bedreigingen van de voedsel- en productveiligheid, diergezondheid en dierwelzijn. De onafhankelijke uitoefening van deze opdracht is geregeld in de Wet Onafhankelijke Risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit die in 2006 door het parlement is aangenomen. Adviezen in het kader van de wet worden uitgebracht aan de ministers van LNV en VWS.
Voedsel en Waren Autoriteit
Voedsel en Waren Autoriteit