11792/09 (Presse 210) 1
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
NL
11792/09 (Presse 210)
(OR. en)
PERSMEDEDELING
2955e zitting van de Raad
Economische en Financiële Zaken
BUDGET
Brussel, 10 juli 2009
Voorzitter Hans LIDBLAD
Staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Financien
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 2
L
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad is in eerste lezing met eenparigheid van stemmen akkoord gegaan met de algemene
ontwerp-begroting van de EU voor 2010, en heeft één gezamenlijke verklaring met het Europees
Parlement afgelegd, en drie unilaterale verklaringen. Het akkoord zal formeel bekrachtigd worden
in één van de volgende zittingen van de Raad.
De ontwerp-begroting 2010 bedraagt
* 137,944 miljard euro aan vastleggingskredieten, waardoor er een marge van 2,4 miljard
euro onder het totale plafond van het financieel kader overblijft, en
* 120,521 miljard euro aan betalingskredieten, hetgeen overeenkomt met 1,02% van het Bruto
-ationaal Inkomen (B-I) van de EU.
In deze cijfers komt tot uiting dat de Raad een goed evenwicht wil vinden tussen gerichte
bezuinigingen op bepaalde gebieden en het financieren van politieke prioriteiten, zoals maatregelen
ter stimulering van groei en werkgelegenheid, tegen de achtergrond van de huidige economische en
financiële crisis.
De verlagingen van de kredieten in vergelijking met de bedragen in het voorontwerp van begroting
van de Commissie (een verlaging van 612,90 miljoen euro aan vastleggings- en 1,795 miljard euro
aan betalingskredieten) werden goedgekeurd door de Raad op basis van een grondige bestudering
van de begrotingsuitvoering in de afgelopen jaren en dit jaar, en door rekening te houden met de
begrotingsvooruitzichten voor 2009.
In vergelijking met de begroting 2009 stijgt de ontwerp-begroting voor 2010 met 3,06% voor de
vastleggingskredieten en met 3,81% voor de betalingskredieten.
10.VII.2009
1 . Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
. Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
11792/09 (Presse 210) 3
L
IHOUD1
DEELEMERS.................................................................................................................................4
BESPROKE PUTE
OVERLEGVERGADERING MET HET EUROPEES PARLEMENT..............................................6
ONTWERP-BEGROTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VOOR 2010..................7
ADERE GOEDGEKEURDE PUTE
geen
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 4
L
DEELEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Melchior WATHELET staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste
minister, staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd
aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake
personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de
minister van Justitie
Bulgarije:
de heer Boyko KOTZEV permanent vertegenwoordiger
Tsjechië:
de heer Bohdan HEJDUK viceminister van Financien
Denemarken:
de heer Poul Skytte CHRISTOFFERSEN permanent vertegenwoordiger
Duitsland:
de heer Edmund DUCKWITZ permanent vertegenwoordiger
Estland:
de heer Raul MALK permanent vertegenwoordiger
Ierland:
de heer Martin MANSERGH onderminister, ministerie van Financien
Griekenland:
de heer Theodoros N. SOTIROPOULOS permanent vertegenwoordiger
Spanje:
de heer Carlos BASTARRECHE SAGUES permanent vertegenwoordiger
Frankrijk:
de heer Philippe ETIENNE permanent vertegenwoordiger
Italië :
de heer Giuseppe VEGAS viceminister van Financien
Cyprus:
de heer Andreas D. MAVROYIANNIS permanent vertegenwoordiger
Letland:
de heer M.rtiL. BI.EVSKIS staatssecretaris, ministerie van Financien
Litouwen:
mevrouw Asta KUNIYOSHI Raad
Luxemburg:
de heer Christian BRAUN permanent vertegenwoordiger
Hongarije:
de heer Tamas KATONA staatssecretaris, ministerie van Financien
Malta:
de heer Joseph RAPA directeur-generaal, ministerie van Financien
ederland:
de heer Frans TIMMERMANS minister voor Europese Zaken
Oostenrijk:
de heer Reinhold LOPATKA staatssecretaris, ministerie van Financien
Polen:
de heer Jacek DOMINIK onderstaatssecretaris, ministerie van Financien
Portugal:
de heer Manuel LOBO ANTUNES permanent vertegenwoordiger
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 5
L
Roemenië:
de heer Mihnea Ioan MOTOC permanent vertegenwoordiger
Slovenië:
de heer Igor SEN.AR permanent vertegenwoordiger
Slowakije:
de heer Maro. .EF.OVI. permanent vertegenwoordiger
Finland:
mevrouw Mari KIVINIEMI minister van Bestuurszaken en Lokale Overheden
Zweden:
de heer Hans LINDBLAD staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Financien
Verenigd Koninkrijk:
de heer Ian PEARSON economisch secretaris van de Schatkist
Commissie:
de heer Siim KALLAS vicevoorzitter
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 6
L
BESPROKE PUTE
OVERLEGVERGADERIG MET HET EUROPEES PARLEMET
Alvorens in te stemmen met de ontwerp-begroting voor 2010, heeft de Raad zijn gebruikelijke
overlegvergadering gehouden met een delegatie van het Europees Parlement in het kader van het
Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer.
Die vergadering, die was voorbereid op basis van de resultaten van de besprekingen tijdens een
triloog op 7 juli 2009, had tot doel punten van overeenstemming te zoeken voor de komende
onderhandelingen over de begroting voor 2010.
De Raad en het Europees Parlement zijn het eens geworden over een gezamenlijke verklaring over
aanwerving in verband met de uitbreidingen 2004 en 2007, die in de bijlage staat.
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 7
L
OTWERP-BEGROTIG VA DE EUROPESE GEMEESCHAPPE VOOR 2010
(zie 11620/09, 11620/09 ADD 1, 11620/09 ADD 1 COR 1, 11620/09 ADD 2, 11621/09,
11621/09 ADD 1)1
Aan het eind van de overlegvergadering met het Europees Parlement, en op basis van de
werkzaamheden in de voorbereidende instanties, heeft de Raad met eenparigheid van stemmen
het akkoord over het ontwerp van algemene begroting 2010 bevestigd dat in het Comite van
permanente vertegenwoordigers was bereikt.
Het ontwerp van algemene begroting voor het begrotingsjaar 2010, zoals goedgekeurd door de Raad
bedraagt:
. 137 944 243 872 euro aan vastleggingskredieten;
. 120 520 906 320 euro aan betalingskredieten.
De ontwerp-begroting voor 2010 beoogt, tegen de achtergrond van de huidige economische en
financiele crisis, een goed evenwicht te vinden tussen gerichte bezuinigingen op bepaalde gebieden
en het financieren van politieke prioriteiten, zoals maatregelen ter stimulering van groei en
werkgelegenheid. In het ontwerp wordt rekening gehouden met het niveau van begrotingsuitvoering
in 2008, de waarschuwingen aangaande de begrotingsramingen in 2009 en een realistische
absorptiecapaciteit. Er blijft voldoende marge onder de plafonds van de verschillende rubrieken van
het financieel kader om in te kunnen spelen op onvoorziene begrotingsbehoeften.
In vergelijking met het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor 20102
heeft de Raad de vastleggingskredieten met in totaal 612,90 miljoen euro verlaagd, waardoor er een
marge van 2.373, 64 miljoen onder het totale plafond van het financieel kader overblijft. De
betalingskredieten werden verminderd met in totaal 1.794, 90 miljoen euro.
In vergelijking met de begroting 20093 komt dit neer op een stijging met 3,06% voor de
vastleggingskredieten en een stijging met 3,81% voor de betalingskredieten.
1 Dit document en de overige documenten die in deze persmededeling worden vermeld, zijn te
vinden door het betrokken documentnummer in te tikken in het register van de Raad
http://www.consilium.europa.eu/showPage.aspx?id=549&lang=nl
2 http://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-en.htm
3 Aangenomen op 18 december 2008, zie
http://eur-lex.europa.eu/JOHtml.do?uri=OJ:L:2009:069:SOM:EN:HTML
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 8
L
De financiering van het tweede deel van het Europees economisch herstelplan van 2,4 miljard euro
maakt geen deel uit van de ontwerpbegroting voor 2010. Blijkens het akkoord tussen de Raad en het
Europees Parlement moet dit bedrag gevonden worden via een compensatiemechanisme waarover
gedurende het overleg over de begrotingsprocedure voor 2010, tijdens de tweede lezing in
november 2009, een akkoord moet worden bereikt.
De ontwerp-begroting 2010 houdt geen rekening met de uitgaven in verband met een mogelijke
inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon.
De Raad heeft ook de drie unilaterale verklaringen bevestigd die betrekking hebben op
respectievelijk betalingskredieten, rubriek 4 en het vastgoedbeleid van de instellingen en organen
van de EU, die ook in de bijlage staan.
De Raad heeft nota genomen van een unilaterale verklaring van Duitsland over het programma
"Voedselhulp voor de meest behoeftigen in de Europese Unie" (zie bijlage).
Met betrekking tot de verschillende rubrieken en subrubrieken, heeft het akkoord van de Raad
onder meer betrekking op de volgende elementen:
(1) Duurzame groei (rubriek 1 van het financieel kader)
(a) Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid (subrubriek 1a van
het financieel kader)
Met betrekking tot de vastleggingskredieten, heeft de Raad ermee ingestemd om:
* het gevraagde bedrag in het VOB te verminderen met in totaal 99,82 miljoen euro;
* de betalingskredieten voor een aantal specifieke begrotingsonderdelen onder deze rubriek met
88,76 miljoen te verlagen, uitgaande van de vorige en lopende begrotingsuitvoering en een
realistische absorptiecapaciteit;
* de subsidies voor de gedecentraliseerde agentschappen te verlagen met 11,06 miljoen euro door
geen nieuwe posten voor bestaande agentschappen te aanvaarden; de Raad heeft slechts
35 posten aanvaard voor de twee nieuwe agentschappen die in 2010 zullen worden ingesteld, het
Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregelgevers (ACER) en het Orgaan
van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC);
* onder deze subrubriek een marge van 218,41 miljoen euro over te laten.
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 9
L
Met betrekking tot betalingskredieten wil de Raad op de in het VOB gevraagde bedragen voor een
aantal begrotingsonderdelen een gerichte verlaging van in totaal EUR 408,33 miljoen toepassen op
basis van een analyse van de begrotingsuitvoering voor 2008 en van de waarschuwing voor de
begrotingsramingen in 2009.
(b) Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid (subrubriek 1b van het
financieel kader)
De Raad heeft met betrekking tot de vastleggingskredieten het VOB aanvaard; de marge bedraagt
11,91 miljoen euro.
Wat betalingskredieten betreft, heeft de Raad de in het VOB gevraagde bedragen voor structuurfondsen
en de afronding van de programma's voor structuurbeleid 2000-2006 met in totaal
293,10 miljoen verlaagd.
(2) Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen (rubriek 2 van het financieel kader)
Met betrekking tot de vastleggingskredieten, heeft de Raad ermee ingestemd om:
* de in het VOB gevraagde bedragen met in totaal 363,37 miljoen euro te verminderen, rekening
houdend met de vorige en de lopende begrotingsuitvoering, en met de beschikbare informatie
over enkele specifieke met landbouw verband houdende gebieden;
* deze verlaging te spreiden over het begrotingsonderdeel dat betrekking heeft op de goedkeuring
van de rekeningen (230,00 miljoen euro), het hoofdstuk over interventies op de landbouwmarkten
(118,77 miljoen euro) en verschillende andere begrotingsonderdelen (14,60 miljoen
euro).
* een marge van 1.472,67 miljoen euro over te laten.
Wat betalingskredieten betreft, stemde de Raad ermee in
* het bedrag in het VOB met in totaal 491,48 miljoen euro te verminderen, uitgaande van de
vorige en de lopende begrotingsuitvoering;
* de bedragen uitgetrokken voor goedkeuring van de rekeningen te verminderen met
230,00 miljoen euro, voor het hoofdstuk interventies op de landbouwmarkten met
118,77 miljoen euro, voor plattelandsontwikkeling met 98,00 miljoen euro en voor verschillende
andere begrotingsonderdelen met 44,71 miljoen euro;
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 10
L
* het verzoek om nieuwe posten voor de gedecentraliseerde agentschappen te verwerpen;
* indien nodig de bedragen in rubriek 2 te herzien in het licht van de nota van wijzigingen van het
najaar.
(3) Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (rubriek 3 van het financieel
kader)
(a) Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (subrubriek 3a van het financieel kader)
Wat vastleggingskredieten betreft, stemde de Raad ermee in
* het bedrag in het VOB te verminderen met in totaal 5,92 miljoen euro;
* kredieten voor subsidies ten behoeve van gedecentraliseerde agentschappen te verlagen met
3,47 miljoen euro; dit wordt bereikt door geen nieuwe posten voor bestaande agentschappen te
aanvaarden; de Raad is voornemens slechts 486 posten te aanvaarden voor het Europees
Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) - een nieuw agentschap dat voor 2010 gepland
is -, het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de
buitengrenzen (FRONTEX) en de Europese Politiedienst (EUROPOL)1;
* de betalingskredieten voor een aantal specifieke begrotingsonderdelen onder deze rubriek met
2,45 miljoen euro te verlagen, uitgaande van de vorige en de lopende begrotingsuitvoering;
* onder subrubriek 3a een marge van 50,73 miljoen euro over te laten.
Met betrekking tot betalingskredieten wil de Raad voor een aantal begrotingsonderdelen een
gerichte verlaging van in totaal EUR 27,90 miljoen euro op basis van een analyse van de
begrotingsuitvoering voor 2008 en van de waarschuwing voor de begrotingsramingen in 2009.
(b) Burgerschap (subrubriek 3b van het financieel kader)
Met betrekking tot de vastleggingskredieten, heeft de Raad ermee ingestemd om:
* het bedrag in het VOB te verminderen met in totaal 15,14 miljoen euro;
1 Per 1 januari 2010 wordt Europol volledig uit de EU-begroting gefinancierd in plaats van
intergouvernementeel zoals nu. De Raad is van plan de 436 bestaand Europol-posten te
behouden.
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 11
L
* de betalingskredieten voor een aantal specifieke begrotingsonderdelen met 11,96 miljoen euro te
verlagen, uitgaande van de vorige en lopende begrotingsuitvoering en een realistische
absorptiecapaciteit;
* de kredieten voor subsidies voor de gedecentraliseerde agentschappen verlagen met 3,18 miljoen
euro door geen nieuwe posten voor bestaande agentschappen te aanvaarden;
* een marge van 33,87 miljoen euro over te laten.
Wat betreft de betalingskredieten heeft de Raad op het totale bedrag voor een aantal
begrotingsrubrieken een gerichte verlaging van in totaal 26,19 euro miljoen toegepast op basis van
een analyse van de begrotingsuitvoering voor 2008 en van de waarschuwingen voor de
begrotingsramingen in 2009.
(4) De EU als mondiale partner (rubriek 4 van het financieel kader)
Met betrekking tot de vastleggingskredieten, heeft de Raad ermee ingestemd om:
* het bedrag in het VOB te verminderen met in totaal 89,11 miljoen euro voor een aantal
welbepaalde begrotingsonderdelen, uitgaande van de vorige en de lopende begrotingsuitvoering
en van een realistische absorptiecapaciteit;
* een marge van 309,90 miljoen euro over te laten om in een later stadium in nieuwe behoeften te
voorzien, bv. de in de conclusies van de Europese Raad van juni 2009 genoemde prioriteiten.
Wat betalingskredieten betreft, stemde de Raad ermee in
* het bedrag in het VOB te verminderen met in totaal 508,35 miljoen euro;
* op de betalingskredieten voor een aantal begrotingsrubrieken een gerichte verlaging van in
totaal 259,46 euro miljoen toe te passen op basis van een analyse van de begrotingsuitvoering
voor 2008 en van de waarschuwingen voor de begrotingsramingen in 2009;
* het in het VOB voorgestelde bedrag van 248,89 miljoen euro voor de reserve voor noodhulp niet
over te nemen.
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 12
L
(5) Administratie (rubriek 5 van het financieel kader)
De Raad handelde overeenkomstig de volgende beginselen:
* de totale stijging van de administratieve uitgaven van de EU moet in de buurt van de inflatie
blijven;
* de administratieve begroting van elke instelling moet op een passend niveau vastgesteld worden,
rekening houdend met haar eigen kenmerken en haar werkelijke en gerechtvaardigde behoeften;
* voor alle instellingen moeten gerichte verlagingen doorgevoerd worden op bepaalde begrotingsonderdelen,
rekening houdend met de uitvoering van de begroting voor 2008 en met de
werkelijke behoeften;
* er moet worden aangedrongen op het opvullen van alle vacatures;
* er mogen geen nieuwe ambten worden toegestaan die door de instellingen voor nieuwe
activiteiten zijn gevraagd.
Op basis van deze aanpak heeft de Raad de vastleggings- en betalingskredieten in het VOB met in
totaal 39,56 miljoen euro verminderd, waardoor er een marge van 276,15 miljoen euro onder het
plafond van rubriek 5 overblijft. In overeenstemming met het "herenakkoord" werden de bedragen
voor het Europees Parlement ongewijzigd goedgekeurd.
(6) Ontvangsten
De Raad heeft het VOB aanvaard, behoudens technische aanpassingen die voortvloeien uit de
wijzigingen van de uitgaven in het kader van de ontwerp-begroting.
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 13
L
Een samenvatting van de eerste lezing van de Raad (met een vergelijking met het VOB en de begroting voor 2009) staat in de onderstaande tabel:
(In euro's)
Rubriek Eerste lezing Verschil met
VOB 2010
(bedrag)
Verschil met begroting 2009
(zoals vastgesteld op 18.12.08, in
%)
Marge onder
bestaand
financieel kader
Vastleggingen Betalingen Vastleggingen Betalingen Vastleggingen Betalingen
1. Duurzame groei
1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en
werkgelegenheid
12 169 589 253 10 573 940 303 -99 821 000 -408 331 000 7.652 -4.092 218 410 747
1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid 49 382 092 092 36 089 285 000 0 -293 100 000 +1.97 +3.19 11 907 908
Totaal 61 551 681 345 46 663 225 303 -99 821 000 -701 431 000 +3.082 +1.442 230 318 655
Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering 500 000 000 0
2. Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen 58 640 332 302 57 583 424 809 -363 366 000 -491 481 000 +4.49 +9.54 1 472 667 698
waarvan marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse
betalingen
43 389 980 768 43 270 686 586 -354 946 000 -355 746 000 +5.49 +5.32 1 356 209 232
3. Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid
3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid 974 270 370 692 113 370 -5 917 000 -27 897 000 +12.77 +12.09 50 729 630
3b. Burgerschap 634 128 000 613 530 500 -15 137 000 -26 187 000 -2.59 -9.64 33 872 000
Totaal 1 608 398 370 1 305 643 870 -21 054 000 -54 084 000 +6.17 +0.71 84 601 630
4. De EU als mondiale partner 7 583 103 270 7 156 270 753 -89 106 000 -259 466 000 -3.36 -14.03
Reserve voor noodhulp 248 882 000 0 0 -248 882 000 0.00 -100.00
Totaal 7 831 985 270 7 156 270 753 -89 106 000 -508 348 000 -3.36 -14.03 309 896 730
5. Administratie 7 811 846 585 7 812 341 585 -39 556 092 -39 556 092 +1.442 +1.452 276 153 415
6. Compensaties p.m p.m -100.00 -100.00
ALGEMEE TOTAAL 137 944 243 872 120 520 906 320 -612 903 092 -1 794 900 092 +3.06 +3.81 2 373 638 128
Betalingskredieten in % van het BNI 1.17% 1.02%
2 Deze cijfers houden geen rekening met het feit dat 5,8 miljoen euro voor het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) voor het begrotingsjaar
2010 van rubriek 5 worden overgebracht naar subrubriek 1a.
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 14
L
BIJLAGE
Gezamenlijke verklaring
Personeelswerving in verband met de uitbreidingen van 2004 en 2007
"Het Europees Parlement en de Raad benadrukken nogmaals het belang van een volledige
aanwerving voor alle ambten in verband met de uitbreidingen van 2004 en 2007, met name voor het
middenkader en het hogere kader, en dringen er bij de instellingen en vooral het EPSO op aan alles
in het werk te stellen om het gehele proces voor de bezetting van door de begrotingsautoriteit
toegekende ambten te bespoedigen. Daarbij moeten de in artikel 27 van het ambtenarenstatuut
vastgestelde criteria worden gehanteerd en moet ernaar worden gestreefd zo spoedig mogelijk tot
een zo breed mogelijke geografisch evenredige basis te komen.
Het Europees Parlement en de Raad zijn voornemens het lopende aanwervingsproces op de voet te
blijven volgen. Daartoe verzoeken zij elke instelling en het EPSO de begrotingsautoriteit tweemaal
per jaar, te weten in maart en oktober, informatie te verstrekken over de stand van de aanwervingen
in verband met de uitbreidingen in 2004 en 2007."
Unilaterale verklaringen van de Raad:
1. BETALIGSKREDIETE
"De Raad verzoekt de Commissie een gewijzigde begroting in te dienen indien zou blijken dat de
kredieten in de begroting 2010 niet volstaan om de uitgaven onder de subrubrieken 1a
(Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid) en 1b (Cohesie voor groei en
werkgelegenheid) en de rubrieken 2 (Instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen)
en 4 (De EU als mondiale partner) te dekken."
2. RUBRIEK 4
"De Raad, akte nemend van het voornemen van de Commissie om een nota van wijzigingen op het
VOB 2010 in te dienen waarin de bijkomende behoeften op het gebied van het externe optreden,
meer bepaald de in de vorige nota's van wijzigingen behandelde en de in de conclusies van de
Europese Raad van juni 2009 genoemde prioriteiten, in een latere fase worden bestreken, heeft zijn
ontwerp-begroting voor 2010 opgesteld met een passende marge onder rubriek 4, zodat met deze
nota van wijzigingen rekening kan worden gehouden."
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 15
L
3. VASTGOEDBELEID VA DE ISTELLIGE E ORGAE VA DE EU
"De Raad wijst nogmaals op zijn conclusies betreffende speciaal verslag nr. 2/2007 van de
Rekenkamer over de uitgaven van de instellingen voor gebouwen en is van oordeel dat, aangezien
uitgaven voor gebouwen een belangrijk aandeel van de totale administratieve uitgaven van de
EU-instellingen vertegenwoordigen, een gezond financieel beheer van de uitgaven voor gebouwen
van cruciaal belang is.
De Raad wijst nogmaals op het belang van intensieve interinstitutionele samenwerking op dat
gebied. Hij beklemtoont dat de instellingen zo veel mogelijk moeten samenwerken en hun krachten
moeten bundelen, zowel voor het huren of kopen van gebouwen als voor de gewone uitgaven. Hij
verzoekt de instellingen indien passend faciliteiten te delen om de vastgoedkosten tot het
noodzakelijke minimum te beperken.
In dat verband verwelkomt de Raad de reeds door de instellingen geleverde inspanningen voor
interinstitutionele samenwerking en harmonisering van de methodes van vastgoedbeheer. Hij
constateert met tevredenheid dat er onlangs in de interinstitutionele werkgroepen in Brussel en
Luxemburg overeenstemming is bereikt over gemeenschappelijke richtsnoeren voor het bepalen en
het meten van kantoorruimte. De Raad verzoekt de instellingen het potentieel te onderzoeken van
verdere interinstitutionele samenwerking, onder meer wat betreft het delen van gebouwen, het
gezamenlijk beheer van gebouwen en de eventuele mogelijkheid een interinstitutionele gebouwendienst
op te richten.
De Raad roept de instellingen op vastgoedstrategieen op lange termijn uit te werken, gebaseerd op
realistische ramingen van de toekomstige aantallen personeelsleden en met de nodige flexibiliteit in
het evenwicht tussen eigen en gehuurde gebouwen, teneinde ad-hocbeslissingen betreffende
gebouwen zoveel mogelijk te vermijden. Hij verzoekt de instellingen ook de beschikbare ruimte op
de meest efficiente manier te gebruiken en waar mogelijk intern te rationaliseren. De Raad
verwelkomt de reeds door de instellingen verrichte werkzaamheden op het gebied van alternatieve
financieringsmethoden en ziet uit naar het aangekondigde rapport van de Commissie.
De Raad hecht groot belang aan het zo spoedig mogelijk ontvangen van de informatie die op grond
van de toepasselijke bepalingen van het Financieel Reglement vereist is. Deze informatie moet
bestaan uit onder meer grondige evaluaties van de behoeften en alomvattende kosten-batenanalyses,
de diverse alternatieven, een afweging van de keuze tussen huren of kopen, alsook de alternatieve
financieringsmogelijkheden, rekening houdend met alle financieringskosten. Ruim voordat de
beslissing moet worden genomen, moet deze informatie ter beschikking worden gesteld van de
beide takken van de begrotingsautoriteit, zodat deze hun standpunt zonder tijdsdruk kunnen
bepalen.
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 16
L
Voorts herhaalt hij zijn oproep tot de secretarissen-generaal van de instellingen om voor de
indiening van het voorontwerp van begroting informatie te verstrekken. De Raad is zich weliswaar
bewust van de specifieke kenmerken van elke instelling en de bijzondere kenmerken van elk
project, maar vraagt de instellingen voort te gaan met het harmoniseren van deze informatie aan de
hand van gemeenschappelijke definities en indicatoren, die vergelijkingen van de beschikbare
kantoorruimte en de kosten voor gebouwen tussen de verschillende instellingen mogelijk moeten
maken, waaronder ook een consensus over de berekeningsmethode voor de jaarlijkse kosten van de
eigen gebouwen, over de volledige gebruiksperiode beschouwd.
De Raad moedigt de instellingen aan door te gaan met het verbeteren van de energie-efficientie en
het nemen van milieuvriendelijke maatregelen in hun gebouwen, waaronder de certificering volgens
de milieunormen, telkens wanneer zulks passend en haalbaar is met de beschikbare middelen.
De Raad neemt nota van de uitstekende samenwerking tussen de instellingen en de overheidsadministraties
van hun gaststaten, die een aanzienlijke bijdrage leveren tot het deugdelijk beheer
van vastgoeddossiers.
De Raad herhaalt dat zijn opmerkingen evenzeer gelden voor de specifieke situatie van de
uitvoerende agentschappen, en indien van toepassing, voor de gedecentraliseerde agentschappen."
Unilaterale verklaring van Duitsland:
"Met betrekking tot de goedkeuring van het standpunt van de Raad over de ontwerp-begroting voor
2010 en gelet op de procedure voor het Gerecht van eerste aanleg, verklaart Duitsland dat het
programma "Voedselhulp voor de meest behoeftigen in de Europese Unie" overeenkomstig het
Gemeenschapsrecht moet worden uitgevoerd. Duitsland is van oordeel dat voor dit programma geen
beroep mag worden gedaan op aankopen op de markt. Het programma moet worden uitgevoerd in
het licht van de procedure voor het Gerecht van eerste aanleg."
P E R S
We t s t r a a t 1 7 5 B . 1 0 4 8 B R US S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 5 3 8 9 / 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 0 2 6
press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
Raad van de Europese Unie