Raad van de Europese Unie

11792/09 (Presse 210) 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
NL
11792/09 (Presse 210)
(OR. en)

PERSMEDEDELING

2955e zitting van de Raad
Economische en Financiële Zaken

BUDGET

Brussel, 10 juli 2009

Voorzitter Hans LIDBLAD
Staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Financien

10.VII.2009

11792/09 (Presse 210) 2
L

Voornaamste resultaten van de Raadszitting

De Raad is in eerste lezing met eenparigheid van stemmen akkoord gegaan met de algemene ontwerp-begroting van de EU voor 2010, en heeft één gezamenlijke verklaring met het Europees Parlement afgelegd, en drie unilaterale verklaringen. Het akkoord zal formeel bekrachtigd worden in één van de volgende zittingen van de Raad.
De ontwerp-begroting 2010 bedraagt

* 137,944 miljard euro aan vastleggingskredieten, waardoor er een marge van 2,4 miljard euro onder het totale plafond van het financieel kader overblijft, en
* 120,521 miljard euro aan betalingskredieten, hetgeen overeenkomt met 1,02% van het Bruto
-ationaal Inkomen (B-I) van de EU.
In deze cijfers komt tot uiting dat de Raad een goed evenwicht wil vinden tussen gerichte bezuinigingen op bepaalde gebieden en het financieren van politieke prioriteiten, zoals maatregelen ter stimulering van groei en werkgelegenheid, tegen de achtergrond van de huidige economische en financiële crisis.
De verlagingen van de kredieten in vergelijking met de bedragen in het voorontwerp van begroting van de Commissie (een verlaging van 612,90 miljoen euro aan vastleggings- en 1,795 miljard euro aan betalingskredieten) werden goedgekeurd door de Raad op basis van een grondige bestudering van de begrotingsuitvoering in de afgelopen jaren en dit jaar, en door rekening te houden met de begrotingsvooruitzichten voor 2009.
In vergelijking met de begroting 2009 stijgt de ontwerp-begroting voor 2010 met 3,06% voor de vastleggingskredieten en met 3,81% voor de betalingskredieten. 10.VII.2009

1 . Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. . De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad http://www.consilium.europa.eu.
. Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst. 11792/09 (Presse 210) 3
L
IHOUD1
DEELEMERS.................................................................................................................................4 BESPROKE PUTE
OVERLEGVERGADERING MET HET EUROPEES PARLEMENT..............................................6 ONTWERP-BEGROTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VOOR 2010..................7 ADERE GOEDGEKEURDE PUTE
geen
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 4
L
DEELEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: België:
de heer Melchior WATHELET staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie
Bulgarije:
de heer Boyko KOTZEV permanent vertegenwoordiger
Tsjechië:
de heer Bohdan HEJDUK viceminister van Financien
Denemarken:
de heer Poul Skytte CHRISTOFFERSEN permanent vertegenwoordiger Duitsland:
de heer Edmund DUCKWITZ permanent vertegenwoordiger Estland:
de heer Raul MALK permanent vertegenwoordiger
Ierland:
de heer Martin MANSERGH onderminister, ministerie van Financien Griekenland:
de heer Theodoros N. SOTIROPOULOS permanent vertegenwoordiger Spanje:
de heer Carlos BASTARRECHE SAGUES permanent vertegenwoordiger Frankrijk:
de heer Philippe ETIENNE permanent vertegenwoordiger Italië :
de heer Giuseppe VEGAS viceminister van Financien
Cyprus:
de heer Andreas D. MAVROYIANNIS permanent vertegenwoordiger Letland:
de heer M.rtiL. BI.EVSKIS staatssecretaris, ministerie van Financien Litouwen:
mevrouw Asta KUNIYOSHI Raad
Luxemburg:
de heer Christian BRAUN permanent vertegenwoordiger Hongarije:
de heer Tamas KATONA staatssecretaris, ministerie van Financien Malta:
de heer Joseph RAPA directeur-generaal, ministerie van Financien ederland:
de heer Frans TIMMERMANS minister voor Europese Zaken Oostenrijk:
de heer Reinhold LOPATKA staatssecretaris, ministerie van Financien Polen:
de heer Jacek DOMINIK onderstaatssecretaris, ministerie van Financien Portugal:
de heer Manuel LOBO ANTUNES permanent vertegenwoordiger 10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 5
L
Roemenië:
de heer Mihnea Ioan MOTOC permanent vertegenwoordiger Slovenië:
de heer Igor SEN.AR permanent vertegenwoordiger
Slowakije:
de heer Maro. .EF.OVI. permanent vertegenwoordiger Finland:
mevrouw Mari KIVINIEMI minister van Bestuurszaken en Lokale Overheden Zweden:
de heer Hans LINDBLAD staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Financien Verenigd Koninkrijk:
de heer Ian PEARSON economisch secretaris van de Schatkist Commissie:
de heer Siim KALLAS vicevoorzitter
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 6
L
BESPROKE PUTE
OVERLEGVERGADERIG MET HET EUROPEES PARLEMET
Alvorens in te stemmen met de ontwerp-begroting voor 2010, heeft de Raad zijn gebruikelijke overlegvergadering gehouden met een delegatie van het Europees Parlement in het kader van het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer. Die vergadering, die was voorbereid op basis van de resultaten van de besprekingen tijdens een triloog op 7 juli 2009, had tot doel punten van overeenstemming te zoeken voor de komende onderhandelingen over de begroting voor 2010.
De Raad en het Europees Parlement zijn het eens geworden over een gezamenlijke verklaring over aanwerving in verband met de uitbreidingen 2004 en 2007, die in de bijlage staat. 10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 7
L
OTWERP-BEGROTIG VA DE EUROPESE GEMEESCHAPPE VOOR 2010 (zie 11620/09, 11620/09 ADD 1, 11620/09 ADD 1 COR 1, 11620/09 ADD 2, 11621/09, 11621/09 ADD 1)1
Aan het eind van de overlegvergadering met het Europees Parlement, en op basis van de werkzaamheden in de voorbereidende instanties, heeft de Raad met eenparigheid van stemmen het akkoord over het ontwerp van algemene begroting 2010 bevestigd dat in het Comite van permanente vertegenwoordigers was bereikt.
Het ontwerp van algemene begroting voor het begrotingsjaar 2010, zoals goedgekeurd door de Raad bedraagt:
. 137 944 243 872 euro aan vastleggingskredieten;
. 120 520 906 320 euro aan betalingskredieten.
De ontwerp-begroting voor 2010 beoogt, tegen de achtergrond van de huidige economische en financiele crisis, een goed evenwicht te vinden tussen gerichte bezuinigingen op bepaalde gebieden en het financieren van politieke prioriteiten, zoals maatregelen ter stimulering van groei en werkgelegenheid. In het ontwerp wordt rekening gehouden met het niveau van begrotingsuitvoering in 2008, de waarschuwingen aangaande de begrotingsramingen in 2009 en een realistische absorptiecapaciteit. Er blijft voldoende marge onder de plafonds van de verschillende rubrieken van het financieel kader om in te kunnen spelen op onvoorziene begrotingsbehoeften. In vergelijking met het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor 20102 heeft de Raad de vastleggingskredieten met in totaal 612,90 miljoen euro verlaagd, waardoor er een marge van 2.373, 64 miljoen onder het totale plafond van het financieel kader overblijft. De betalingskredieten werden verminderd met in totaal 1.794, 90 miljoen euro. In vergelijking met de begroting 20093 komt dit neer op een stijging met 3,06% voor de vastleggingskredieten en een stijging met 3,81% voor de betalingskredieten.
1 Dit document en de overige documenten die in deze persmededeling worden vermeld, zijn te vinden door het betrokken documentnummer in te tikken in het register van de Raad http://www.consilium.europa.eu/showPage.aspx?id=549&lang=nl
2 http://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-en.htm
3 Aangenomen op 18 december 2008, zie
http://eur-lex.europa.eu/JOHtml.do?uri=OJ:L:2009:069:SOM:EN:HTML 10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 8
L
De financiering van het tweede deel van het Europees economisch herstelplan van 2,4 miljard euro maakt geen deel uit van de ontwerpbegroting voor 2010. Blijkens het akkoord tussen de Raad en het Europees Parlement moet dit bedrag gevonden worden via een compensatiemechanisme waarover gedurende het overleg over de begrotingsprocedure voor 2010, tijdens de tweede lezing in november 2009, een akkoord moet worden bereikt.
De ontwerp-begroting 2010 houdt geen rekening met de uitgaven in verband met een mogelijke inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon.
De Raad heeft ook de drie unilaterale verklaringen bevestigd die betrekking hebben op respectievelijk betalingskredieten, rubriek 4 en het vastgoedbeleid van de instellingen en organen van de EU, die ook in de bijlage staan.
De Raad heeft nota genomen van een unilaterale verklaring van Duitsland over het programma "Voedselhulp voor de meest behoeftigen in de Europese Unie" (zie bijlage). Met betrekking tot de verschillende rubrieken en subrubrieken, heeft het akkoord van de Raad onder meer betrekking op de volgende elementen:
(1) Duurzame groei (rubriek 1 van het financieel kader) (a) Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid (subrubriek 1a van het financieel kader)
Met betrekking tot de vastleggingskredieten, heeft de Raad ermee ingestemd om:
* het gevraagde bedrag in het VOB te verminderen met in totaal 99,82 miljoen euro;
* de betalingskredieten voor een aantal specifieke begrotingsonderdelen onder deze rubriek met 88,76 miljoen te verlagen, uitgaande van de vorige en lopende begrotingsuitvoering en een realistische absorptiecapaciteit;

* de subsidies voor de gedecentraliseerde agentschappen te verlagen met 11,06 miljoen euro door geen nieuwe posten voor bestaande agentschappen te aanvaarden; de Raad heeft slechts 35 posten aanvaard voor de twee nieuwe agentschappen die in 2010 zullen worden ingesteld, het Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregelgevers (ACER) en het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC);
* onder deze subrubriek een marge van 218,41 miljoen euro over te laten. 10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 9
L
Met betrekking tot betalingskredieten wil de Raad op de in het VOB gevraagde bedragen voor een aantal begrotingsonderdelen een gerichte verlaging van in totaal EUR 408,33 miljoen toepassen op basis van een analyse van de begrotingsuitvoering voor 2008 en van de waarschuwing voor de begrotingsramingen in 2009.
(b) Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid (subrubriek 1b van het financieel kader)
De Raad heeft met betrekking tot de vastleggingskredieten het VOB aanvaard; de marge bedraagt 11,91 miljoen euro.
Wat betalingskredieten betreft, heeft de Raad de in het VOB gevraagde bedragen voor structuurfondsen en de afronding van de programma's voor structuurbeleid 2000-2006 met in totaal 293,10 miljoen verlaagd.
(2) Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen (rubriek 2 van het financieel kader) Met betrekking tot de vastleggingskredieten, heeft de Raad ermee ingestemd om:
* de in het VOB gevraagde bedragen met in totaal 363,37 miljoen euro te verminderen, rekening houdend met de vorige en de lopende begrotingsuitvoering, en met de beschikbare informatie over enkele specifieke met landbouw verband houdende gebieden;
* deze verlaging te spreiden over het begrotingsonderdeel dat betrekking heeft op de goedkeuring van de rekeningen (230,00 miljoen euro), het hoofdstuk over interventies op de landbouwmarkten (118,77 miljoen euro) en verschillende andere begrotingsonderdelen (14,60 miljoen euro).

* een marge van 1.472,67 miljoen euro over te laten. Wat betalingskredieten betreft, stemde de Raad ermee in
* het bedrag in het VOB met in totaal 491,48 miljoen euro te verminderen, uitgaande van de vorige en de lopende begrotingsuitvoering;

* de bedragen uitgetrokken voor goedkeuring van de rekeningen te verminderen met 230,00 miljoen euro, voor het hoofdstuk interventies op de landbouwmarkten met 118,77 miljoen euro, voor plattelandsontwikkeling met 98,00 miljoen euro en voor verschillende andere begrotingsonderdelen met 44,71 miljoen euro; 10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 10
L

* het verzoek om nieuwe posten voor de gedecentraliseerde agentschappen te verwerpen;
* indien nodig de bedragen in rubriek 2 te herzien in het licht van de nota van wijzigingen van het najaar.
(3) Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (rubriek 3 van het financieel kader)
(a) Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (subrubriek 3a van het financieel kader) Wat vastleggingskredieten betreft, stemde de Raad ermee in
* het bedrag in het VOB te verminderen met in totaal 5,92 miljoen euro;
* kredieten voor subsidies ten behoeve van gedecentraliseerde agentschappen te verlagen met 3,47 miljoen euro; dit wordt bereikt door geen nieuwe posten voor bestaande agentschappen te aanvaarden; de Raad is voornemens slechts 486 posten te aanvaarden voor het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) - een nieuw agentschap dat voor 2010 gepland is -, het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (FRONTEX) en de Europese Politiedienst (EUROPOL)1;
* de betalingskredieten voor een aantal specifieke begrotingsonderdelen onder deze rubriek met
2,45 miljoen euro te verlagen, uitgaande van de vorige en de lopende begrotingsuitvoering;
* onder subrubriek 3a een marge van 50,73 miljoen euro over te laten. Met betrekking tot betalingskredieten wil de Raad voor een aantal begrotingsonderdelen een gerichte verlaging van in totaal EUR 27,90 miljoen euro op basis van een analyse van de begrotingsuitvoering voor 2008 en van de waarschuwing voor de begrotingsramingen in 2009. (b) Burgerschap (subrubriek 3b van het financieel kader) Met betrekking tot de vastleggingskredieten, heeft de Raad ermee ingestemd om:
* het bedrag in het VOB te verminderen met in totaal 15,14 miljoen euro;
1 Per 1 januari 2010 wordt Europol volledig uit de EU-begroting gefinancierd in plaats van intergouvernementeel zoals nu. De Raad is van plan de 436 bestaand Europol-posten te behouden.
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 11
L

* de betalingskredieten voor een aantal specifieke begrotingsonderdelen met 11,96 miljoen euro te verlagen, uitgaande van de vorige en lopende begrotingsuitvoering en een realistische absorptiecapaciteit;

* de kredieten voor subsidies voor de gedecentraliseerde agentschappen verlagen met 3,18 miljoen euro door geen nieuwe posten voor bestaande agentschappen te aanvaarden;
* een marge van 33,87 miljoen euro over te laten. Wat betreft de betalingskredieten heeft de Raad op het totale bedrag voor een aantal begrotingsrubrieken een gerichte verlaging van in totaal 26,19 euro miljoen toegepast op basis van een analyse van de begrotingsuitvoering voor 2008 en van de waarschuwingen voor de begrotingsramingen in 2009.
(4) De EU als mondiale partner (rubriek 4 van het financieel kader) Met betrekking tot de vastleggingskredieten, heeft de Raad ermee ingestemd om:
* het bedrag in het VOB te verminderen met in totaal 89,11 miljoen euro voor een aantal welbepaalde begrotingsonderdelen, uitgaande van de vorige en de lopende begrotingsuitvoering en van een realistische absorptiecapaciteit;

* een marge van 309,90 miljoen euro over te laten om in een later stadium in nieuwe behoeften te voorzien, bv. de in de conclusies van de Europese Raad van juni 2009 genoemde prioriteiten. Wat betalingskredieten betreft, stemde de Raad ermee in
* het bedrag in het VOB te verminderen met in totaal 508,35 miljoen euro;
* op de betalingskredieten voor een aantal begrotingsrubrieken een gerichte verlaging van in totaal 259,46 euro miljoen toe te passen op basis van een analyse van de begrotingsuitvoering voor 2008 en van de waarschuwingen voor de begrotingsramingen in 2009;
* het in het VOB voorgestelde bedrag van 248,89 miljoen euro voor de reserve voor noodhulp niet over te nemen.
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 12
L
(5) Administratie (rubriek 5 van het financieel kader) De Raad handelde overeenkomstig de volgende beginselen:
* de totale stijging van de administratieve uitgaven van de EU moet in de buurt van de inflatie blijven;

* de administratieve begroting van elke instelling moet op een passend niveau vastgesteld worden, rekening houdend met haar eigen kenmerken en haar werkelijke en gerechtvaardigde behoeften;
* voor alle instellingen moeten gerichte verlagingen doorgevoerd worden op bepaalde begrotingsonderdelen, rekening houdend met de uitvoering van de begroting voor 2008 en met de werkelijke behoeften;

* er moet worden aangedrongen op het opvullen van alle vacatures;
* er mogen geen nieuwe ambten worden toegestaan die door de instellingen voor nieuwe activiteiten zijn gevraagd.
Op basis van deze aanpak heeft de Raad de vastleggings- en betalingskredieten in het VOB met in totaal 39,56 miljoen euro verminderd, waardoor er een marge van 276,15 miljoen euro onder het plafond van rubriek 5 overblijft. In overeenstemming met het "herenakkoord" werden de bedragen voor het Europees Parlement ongewijzigd goedgekeurd. (6) Ontvangsten
De Raad heeft het VOB aanvaard, behoudens technische aanpassingen die voortvloeien uit de wijzigingen van de uitgaven in het kader van de ontwerp-begroting. 10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 13
L
Een samenvatting van de eerste lezing van de Raad (met een vergelijking met het VOB en de begroting voor 2009) staat in de onderstaande tabel: (In euro's)
Rubriek Eerste lezing Verschil met
VOB 2010
(bedrag)
Verschil met begroting 2009
(zoals vastgesteld op 18.12.08, in
%)
Marge onder
bestaand
financieel kader
Vastleggingen Betalingen Vastleggingen Betalingen Vastleggingen Betalingen
1. Duurzame groei

1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid
12 169 589 253 10 573 940 303 -99 821 000 -408 331 000 7.652 -4.092 218 410 747
1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid 49 382 092 092 36 089 285 000 0 -293 100 000 +1.97 +3.19 11 907 908 Totaal 61 551 681 345 46 663 225 303 -99 821 000 -701 431 000 +3.082 +1.442 230 318 655 Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering 500 000 000 0
2. Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen 58 640 332 302 57 583 424 809 -363 366 000 -491 481 000 +4.49 +9.54 1 472 667 698 waarvan marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen
43 389 980 768 43 270 686 586 -354 946 000 -355 746 000 +5.49 +5.32 1 356 209 232
3. Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid
3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid 974 270 370 692 113 370 -5 917 000 -27 897 000 +12.77 +12.09 50 729 630 3b. Burgerschap 634 128 000 613 530 500 -15 137 000 -26 187 000 -2.59 -9.64 33 872 000 Totaal 1 608 398 370 1 305 643 870 -21 054 000 -54 084 000 +6.17 +0.71 84 601 630
4. De EU als mondiale partner 7 583 103 270 7 156 270 753 -89 106 000 -259 466 000 -3.36 -14.03 Reserve voor noodhulp 248 882 000 0 0 -248 882 000 0.00 -100.00 Totaal 7 831 985 270 7 156 270 753 -89 106 000 -508 348 000 -3.36 -14.03 309 896 730
5. Administratie 7 811 846 585 7 812 341 585 -39 556 092 -39 556 092 +1.442 +1.452 276 153 415
6. Compensaties p.m p.m -100.00 -100.00
ALGEMEE TOTAAL 137 944 243 872 120 520 906 320 -612 903 092 -1 794 900 092 +3.06 +3.81 2 373 638 128 Betalingskredieten in % van het BNI 1.17% 1.02%

2 Deze cijfers houden geen rekening met het feit dat 5,8 miljoen euro voor het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) voor het begrotingsjaar 2010 van rubriek 5 worden overgebracht naar subrubriek 1a. 10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 14
L
BIJLAGE
Gezamenlijke verklaring
Personeelswerving in verband met de uitbreidingen van 2004 en 2007 "Het Europees Parlement en de Raad benadrukken nogmaals het belang van een volledige aanwerving voor alle ambten in verband met de uitbreidingen van 2004 en 2007, met name voor het middenkader en het hogere kader, en dringen er bij de instellingen en vooral het EPSO op aan alles in het werk te stellen om het gehele proces voor de bezetting van door de begrotingsautoriteit toegekende ambten te bespoedigen. Daarbij moeten de in artikel 27 van het ambtenarenstatuut vastgestelde criteria worden gehanteerd en moet ernaar worden gestreefd zo spoedig mogelijk tot een zo breed mogelijke geografisch evenredige basis te komen. Het Europees Parlement en de Raad zijn voornemens het lopende aanwervingsproces op de voet te blijven volgen. Daartoe verzoeken zij elke instelling en het EPSO de begrotingsautoriteit tweemaal per jaar, te weten in maart en oktober, informatie te verstrekken over de stand van de aanwervingen in verband met de uitbreidingen in 2004 en 2007."
Unilaterale verklaringen van de Raad:

1. BETALIGSKREDIETE
"De Raad verzoekt de Commissie een gewijzigde begroting in te dienen indien zou blijken dat de kredieten in de begroting 2010 niet volstaan om de uitgaven onder de subrubrieken 1a (Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid) en 1b (Cohesie voor groei en werkgelegenheid) en de rubrieken 2 (Instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen) en 4 (De EU als mondiale partner) te dekken."

2. RUBRIEK 4
"De Raad, akte nemend van het voornemen van de Commissie om een nota van wijzigingen op het VOB 2010 in te dienen waarin de bijkomende behoeften op het gebied van het externe optreden, meer bepaald de in de vorige nota's van wijzigingen behandelde en de in de conclusies van de Europese Raad van juni 2009 genoemde prioriteiten, in een latere fase worden bestreken, heeft zijn ontwerp-begroting voor 2010 opgesteld met een passende marge onder rubriek 4, zodat met deze nota van wijzigingen rekening kan worden gehouden." 10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 15
L

3. VASTGOEDBELEID VA DE ISTELLIGE E ORGAE VA DE EU "De Raad wijst nogmaals op zijn conclusies betreffende speciaal verslag nr. 2/2007 van de Rekenkamer over de uitgaven van de instellingen voor gebouwen en is van oordeel dat, aangezien uitgaven voor gebouwen een belangrijk aandeel van de totale administratieve uitgaven van de EU-instellingen vertegenwoordigen, een gezond financieel beheer van de uitgaven voor gebouwen van cruciaal belang is.
De Raad wijst nogmaals op het belang van intensieve interinstitutionele samenwerking op dat gebied. Hij beklemtoont dat de instellingen zo veel mogelijk moeten samenwerken en hun krachten moeten bundelen, zowel voor het huren of kopen van gebouwen als voor de gewone uitgaven. Hij verzoekt de instellingen indien passend faciliteiten te delen om de vastgoedkosten tot het noodzakelijke minimum te beperken.
In dat verband verwelkomt de Raad de reeds door de instellingen geleverde inspanningen voor interinstitutionele samenwerking en harmonisering van de methodes van vastgoedbeheer. Hij constateert met tevredenheid dat er onlangs in de interinstitutionele werkgroepen in Brussel en Luxemburg overeenstemming is bereikt over gemeenschappelijke richtsnoeren voor het bepalen en het meten van kantoorruimte. De Raad verzoekt de instellingen het potentieel te onderzoeken van verdere interinstitutionele samenwerking, onder meer wat betreft het delen van gebouwen, het gezamenlijk beheer van gebouwen en de eventuele mogelijkheid een interinstitutionele gebouwendienst op te richten.
De Raad roept de instellingen op vastgoedstrategieen op lange termijn uit te werken, gebaseerd op realistische ramingen van de toekomstige aantallen personeelsleden en met de nodige flexibiliteit in het evenwicht tussen eigen en gehuurde gebouwen, teneinde ad-hocbeslissingen betreffende gebouwen zoveel mogelijk te vermijden. Hij verzoekt de instellingen ook de beschikbare ruimte op de meest efficiente manier te gebruiken en waar mogelijk intern te rationaliseren. De Raad verwelkomt de reeds door de instellingen verrichte werkzaamheden op het gebied van alternatieve financieringsmethoden en ziet uit naar het aangekondigde rapport van de Commissie. De Raad hecht groot belang aan het zo spoedig mogelijk ontvangen van de informatie die op grond van de toepasselijke bepalingen van het Financieel Reglement vereist is. Deze informatie moet bestaan uit onder meer grondige evaluaties van de behoeften en alomvattende kosten-batenanalyses, de diverse alternatieven, een afweging van de keuze tussen huren of kopen, alsook de alternatieve financieringsmogelijkheden, rekening houdend met alle financieringskosten. Ruim voordat de beslissing moet worden genomen, moet deze informatie ter beschikking worden gesteld van de beide takken van de begrotingsautoriteit, zodat deze hun standpunt zonder tijdsdruk kunnen bepalen.
10.VII.2009
11792/09 (Presse 210) 16
L
Voorts herhaalt hij zijn oproep tot de secretarissen-generaal van de instellingen om voor de indiening van het voorontwerp van begroting informatie te verstrekken. De Raad is zich weliswaar bewust van de specifieke kenmerken van elke instelling en de bijzondere kenmerken van elk project, maar vraagt de instellingen voort te gaan met het harmoniseren van deze informatie aan de hand van gemeenschappelijke definities en indicatoren, die vergelijkingen van de beschikbare kantoorruimte en de kosten voor gebouwen tussen de verschillende instellingen mogelijk moeten maken, waaronder ook een consensus over de berekeningsmethode voor de jaarlijkse kosten van de eigen gebouwen, over de volledige gebruiksperiode beschouwd. De Raad moedigt de instellingen aan door te gaan met het verbeteren van de energie-efficientie en het nemen van milieuvriendelijke maatregelen in hun gebouwen, waaronder de certificering volgens de milieunormen, telkens wanneer zulks passend en haalbaar is met de beschikbare middelen. De Raad neemt nota van de uitstekende samenwerking tussen de instellingen en de overheidsadministraties van hun gaststaten, die een aanzienlijke bijdrage leveren tot het deugdelijk beheer van vastgoeddossiers.
De Raad herhaalt dat zijn opmerkingen evenzeer gelden voor de specifieke situatie van de uitvoerende agentschappen, en indien van toepassing, voor de gedecentraliseerde agentschappen." Unilaterale verklaring van Duitsland:
"Met betrekking tot de goedkeuring van het standpunt van de Raad over de ontwerp-begroting voor 2010 en gelet op de procedure voor het Gerecht van eerste aanleg, verklaart Duitsland dat het programma "Voedselhulp voor de meest behoeftigen in de Europese Unie" overeenkomstig het Gemeenschapsrecht moet worden uitgevoerd. Duitsland is van oordeel dat voor dit programma geen beroep mag worden gedaan op aankopen op de markt. Het programma moet worden uitgevoerd in het licht van de procedure voor het Gerecht van eerste aanleg."

P E R S
We t s t r a a t 1 7 5 B . 1 0 4 8 B R US S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 5 3 8 9 / 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 0 2 6 press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom