Ministerie van Defensie

Ministerie van Defensie

Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Žs Gravenhage

Datum 10 juli 2009
Ons kenmerk DMO/DB/2009019871
Onderwerp Schriftelijke vragen over de alternatieve motor voor de JSF

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het lid Boekestijn over het gevecht tussen de Amerikaanse president en het Congres over de alternatieve motor voor de JSF. Deze vragen werden ingezonden op 16 juni 2009 met kenmerk 2009Z11391.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

drs. J.G. de Vries




Ministerie van Defensie

Antwoorden op vragen van het lid Boekestijn over het gevecht tussen de Amerikaanse president en het Congres over de alternatieve motor voor de JSF (ingezonden 16 juni 2009, kenmerk 2009Z11391)

1.
Heeft u kennisgenomen van het gevecht tussen de Amerikaanse president en het Congres over het alternatieve motorprogramma van de Joint Strike Fighter (JSF)? 1)

Ja.

2.
Bent u bereid er bij uw Amerikaanse collega op aan te dringen dat het alternatieve motorprogramma van belang is voor de veiligheid en de cost efficiency van het JSF programma?

De Nederlandse regering is van meet af aan voorstander geweest van de ontwikkeling van een tweede motor voor de F-35, de F136 van het Fighter Engine Team, zowel met het oog op de inschakeling van Nederlandse bedrijven als uit concurrentieoverwegingen. Nederland steunt dan ook de ontwikkeling van de F136 motor, mits die niet leidt tot vertragingen in het F-35 programma of tot beperkingen van de capaciteiten van het toestel.

Tijdens mijn bezoek aan Washington op 6 en 7 april 2009 heb ik in de besprekingen, onder meer met mijn ambtgenoot de heer Lynn, het belang van de tweede motor voor het F-35 programma en voor de Nederlandse industriƫle participatie aan de orde gesteld. De Amerikaanse regering blijft echter van mening dat een tweede motor niet noodzakelijk is en op de kortere termijn leidt tot hogere kosten voor het F-35 programma, waarbij de compensatie op de langere termijn door kostenbesparingen in de instandhoudingfase onzeker is.

3.
Kunt u na het zomerreces, als de uitkomst van dit gevecht bekend is, de Kamer per brief op de hoogte stellen van de nieuwe situatie en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse industrie?

---




Ministerie van Defensie

De Amerikaanse regering heeft vanaf de begroting voor het Fiscal Year 2007 in haar begroting geen budget meer opgenomen voor de verdere ontwikkeling van de F136 motor. Het Amerikaanse Congres heeft echter de begrotingen van de jaren 2007, 2008 en 2009 op dit punt aangepast en alsnog budget toegekend.

De Amerikaanse regering heeft op 7 mei jl. de defensiebegroting ingediend voor het Fiscal Year 2010, dat begint op 1en bedoeld, gecorrigeerd voor de zogenoemde A- weging (dB(A)). Verder is onduidelijk welke geluidsmaat is toegepast, Sound Exposure Level (SEL) of LAmax. Het gevolg van deze onduidelijkheden is dat de resultaten niet goed kunnen worden vergeleken met de meetresultaten van andere geluidsmetingen.

Op geen enkele wijze blijkt dat bij de geluidsmetingen en de analyse van de meetresultaten rekening is gehouden met verschillen in hoogte, motorvermogen en meteorologische omstandigheden. Het bij de landing benodigde motorvermogen is in hoge mate afhankelijk van het gewicht en de luchtweerstand van een vliegtuig. Het maakt daarbij verschil of een vliegtuig al dan niet is uitgerust met externe brandstoftanks of externe bewapening. Ook de hoeveelheid resterende brandstof bij de landing is van belang. Aangezien het metingen van toevallig overkomende vliegtuigen betreft en geen voorbereide geluidsmetingen, zijn er waarschijnlijk verschillen geweest in hoogte en motorvermogen. Vliegtuigen die met een lager motorvermogen of op grotere hoogte overvliegen, leveren bijvoorbeeld een lagere geluidswaarde op. Daarnaast zijn veranderingen in windrichting en windsterkte van invloed op de resultaten. Aangezien geen rekening is gehouden met deze factoren zijn de resultaten onbruikbaar voor een vergelijking van de verschillende vliegtuigen.

Uit het voorgaande blijkt dat de geluidsopnames onbetrouwbaar en onbruikbaar zijn vanwege het gebruik van een ongeschikte microfoon, vanwege onduidelijkheden in de verwerking en analyse van de meetgegevens en vanwege het ontbreken van referentiegegevens op het gebied van hoogte, motorvermogen en meteorologische aspecten. Deze conclusie geldt zowel voor de vergelijking van de verschillende toestellen als voor de vergelijking met resultaten van andere geluidsmetingen.

Pagina 2/2




Ministerie van Defensie

Voor een vergelijking van de geluidsniveaus van de F-35 met de Nederlandse F-16 MLU verwijs ik naar de brief van 16 maart jl. over het geluid van de kandidaat-toestellen (Kamerstuk 26 488, nr. 153).

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

drs. J.G. de Vries

Pagina 3/3






---- --