4. Antwoorden op kamervragen van Agema over de uitspraak van het hof
in het hoger beroep tegen café De Kachel en de brief van de
minister in reactie op deze uitspraak
Antwoorden op kamervragen van Agema over de uitspraak van het hof in het
hoger beroep tegen café De Kachel en de brief van de minister in reactie op
deze uitspraak
Kamerstuk, 10 juli 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
10 juli 2009
VGP/ADT 2943436
Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Agema
(PVV) over de uitspraak van het hof in het hoger beroep tegen café De
Kachel en de brief van de minister in reactie op deze uitspraak
(ingezonden 9 juli 2009).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak en uw brief naar aanleiding van de
uitspraak in het hoger beroep tegen café De Kachel te Groningen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat het hof stelt dat de AMvB waarop artikel 10 lid 2 van
de Tabakswet ziet "slechts kan strekken tot nadere invulling van het
begrip `ruimten' voor zover het gaat om ruimten in gebouwen van de in
lid 1 genoemde door de Staat en openbare lichamen beheerde
instellingen, diensten en bedrijven. Een particuliere
horecagelegenheid, zoals die van verdachte, behoort daartoe niet en
kan dus ook niet worden begrepen onder de categorie `overige ruimten,
voor zover deze voor het publiek toegankelijk zijn."?
Antwoord 2
Dat het Hof dat stelt, is waar.
Vraag 3
Deelt u de mening dat u daarom de handhaving moet opschorten voor alle
particuliere horecagelegenheden?
Antwoord 3
Neen, de verplichting voor horeca met personeel berust rechtstreeks op
artikel 11a, eerste lid, van de Tabakswet. Dit artikel regelt het
recht op een rookvrije werkplek voor alle werknemers in de
particuliere sector, dus ook voor de horeca.
Vraag 4
Wanneer u alleen de handhaving opschort in horecagelegenheden zonder
personeel dan creëert u toch een ongelijke situatie met andere kleine
horecabedrijven die wel mensen in dienst hebben?
Antwoord 4
De ongelijke situatie vloeit voort uit de uitspraak van de rechter.
Vraag 5
Is een eenmanszaak nog steeds een eenmanszaak als er op een drukke
avond extra personeel wordt ingehuurd? Of als er de volgende ochtend
een schoonmaker komt schoonmaken? Of als een boekhouder de boekhouding
komt doen als de zaak gesloten is?
Antwoord 5
De Tabakswet bevat geen definitie van werkgever. Dat brengt mee dat
als werkgever moet worden gezien degene die volgens de regels van het
Burgerlijk Wetboek krachtens een arbeidsovereenkomst in een
gezagsverhouding arbeid laat verrichten. Dat pleegt wel het geval te
zijn voor extra ingehuurd personeel, omdat daar normaliter sprake is
van een gezagsverhouding tussen de horecaondernemer enerzijds en de
werknemer anderzijds, maar niet voor de door u genoemde boekhouder.
Die laatste pleegt zijn arbeid niet in een gezagsverhouding te
verrichten, maar op basis van een opdracht of een overeenkomst tot het
verrichten van enkele diensten.
Vraag 6
Kunt u deze vragen nog deze week beantwoorden?
Antwoord 6
Ja.
Rechtspraak.nl, LJN: BJ1286.
Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 8
juli 2009 (2009Z13667).
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport