Gemeente Purmerend

Ik wil echt opgaan in deze stad

10 juli 2009

Op 1 juli is Don Bijl geïnstalleerd als nieuwe burgemeester van Purmerend. Hij heeft daar een goed gevoel aan over gehouden. "Veel inwoners en verenigingen hebben de moeite genomen om kennis met mij te maken. Ik hecht grote waarde aan de relatie met hen, en dan doet het mij goed dat zij óók waarde hechten aan hun relatie met de gemeente."

Burgemeester Don Bijl

Don Bijl is 57 jaar en zeer ervaren binnen de overheid. Van zijn werkzame leven is hij het grootste deel werkzaam geweest voor de overheid. "De afgelopen 7 jaar mocht ik burgemeester zijn van de jonge gemeente Wijdemeren, bekend van de Vinkeveense plassen." Maar hij kent Noord-Holland goed. Don Bijl volgde de HBS in Beverwijk en was lange tijd kabinetchef van de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland. "Na een post als waarnemend burgemeester van Schermer kwam Wijdemeren op mijn pad. Dat was een geweldige baan. Ik zocht er veel contact met mensen uit alle geledingen, wilde weten wat er speelde en hun vertrouwen winnen. Het afscheid in Wijdemeren was indrukwekkend, ik werd er soms stil van. Zoveel belangstelling en waardering had ik niet verwacht."

Ik wil echt opgaan in deze stad
"Nu ga ik mij richten op Purmerend, ik wil echt opgaan in deze stad. Mijn vrouw en ik hebben inmiddels al een huis gekocht in Purmerend. We voelen ons hier beiden goed en kijken er naar uit om te verhuizen".

Het burgemeesterschap van Purmerend omschreef Bijl eerder als `droombaan'. "Niet iedereen ziet het, maar Purmerend is een prachtige stad met veel voorzieningen. We hebben onze inwoners volgens mij echt wat te bieden. En over het ambt burgemeester zelf was ik al heel enthousiast", glimlacht hij.

We moeten burgers serieus nemen
"Eén van de dingen waar ik mij als burgemeester voor inzet, is een goede relatie tussen gemeente en inwoners. Burgers worden nog wel eens als 'lastig' beschouwd, maar we moeten burgers serieus nemen. Hun verzoeken zijn doorgaans heel redelijk. Ik vind dat we ons daar als gemeente, wethouders en ambtenaren, goed bewust van moeten zijn".