Gemeente Haaksbergen
Woonbestemming negen zomerhuisjes
10-07-2009
Negen zomerhuisjes die nu formeel nog een recreatiebestemming
hebben, krijgen een definitieve woonbestemming. Een voorstel
hierover van burgemeester en wethouders komt in september aan de
orde in de gemeenteraad. De bestemming van de verschillende
recreatiewoningen in het Haaksbergse buitengebied wordt vervolgens
vastgelegd in een bestemmingsplan.
Begin dit jaar stond hetzelfde onderwerp ook al op de
gemeentelijke agenda. Toen gingen burgemeester en wethouders er
nog van uit dat tien recreatiewoningen alsnog een woonbestemming
zouden kunnen krijgen. Eén van die woningen (aan de Höfterveldweg
10a-Z) bleek bij nadere bestudering in de provinciale ecologische
hoofdstructuur te liggen. En omdat voor deze woning ook geen
bijzondere situatie geldt, komt deze woning niet in aanmerking
voor een permanente woonbestemming.
De gemeente is al zo'n tien jaar bezig met de
zomerhuisjesproblematiek. In het jaar 2000 stelde de gemeenteraad
het bestemmingsplan buitengebied vast. Daarbij werd toen aan 81
zomerhuisjes een woonbestemming toegekend. In 2003 haalde de Raad
van State grotendeels een streep door die plannen. Uiteindelijk
konden slechts dertig van die 81 zomerhuisjes een woonbestemming
krijgen.
Als het aan burgemeester en wethouders ligt, krijgen van de
resterende 51 zomerhuisjes er dus negen alsnog een woonbestemming.
Vier zomerhuisjes voldoen volgens burgemeester en wethouders aan
de uitgangspunten van het rijks- en provinciaal beleid. Dit
betekent dat ze niet in een ecologische hoofdstructuur of ander
waardevol gebied liggen en bovendien sinds 31 oktober 2003
permanent zijn bewoond. Het gaat daarbij om twee woningen aan de
Porikweg, één aan de Bosweg en één aan de Vloedsteegweg.
Bij vijf woningen - aan Broekheurnerweg (3), Meijersgaardenweg en
Stendermolenweg - is er volgens het college van B&W sprake van
dermate bijzondere omstandigheden dat een woonbestemming
gerechtvaardigd is.
Veel bewoners van recreatiewoningen die niet in aanmerking komen
voor een woonbestemming, hebben van de gemeente een zogeheten
persoonsgebonden gedoogbeschikking gehad. Ze moesten er dan wel
vanaf de periode voor 31 oktober 2003 permanent hebben gewoond.