Openbaar Ministerie


* >Reactie Openbaar Ministerie artikelen De Telegraaf

Reactie Openbaar Ministerie artikelen De Telegraaf

10 juli 2009 - Arrondissementsparket Assen

Aanleiding persbericht

De afgelopen weken zijn er in De Telegraaf verschillende artikelen verschenen over de moord op Andrea Luten. Het gaat hierbij om de artikelen Bewijsmateriaal zoek in moordzaak-Luten (De Telegraaf, 3 juli 2009) en Wie is die brommer-jongen (De Telegraaf, 5 juli 2009). In deze artikelen wordt onder andere gesuggereerd dat er onzorgvuldig is omgegaan met diverse bewijsstukken en dat bepaalde tips, die naar de dader zouden kunnen leiden, niet verder zijn onderzocht. Dit is onjuist. Het Openbaar Ministerie (OM) hecht eraan erop te wijzen dat er voorafgaand aan publicatie door De Telegraaf geen contact is opgenomen met het OM. Als dat wel het geval geweest was, had het OM De Telegraaf erop kunnen wijzen dat gebruik gemaakt werd van bronnen die achterhaald zijn door een nieuw onderzoek in 2005, waarvan de inhoud niet bij de door De Telegraaf aangehaalde bronnen bekend lijkt. De Telegraaf heeft er daarmee bewust voor gekozen om op basis van niet-actuele bronnen te publiceren, zonder onderzoek te doen naar de meest recente stand van zaken. Door het bij degelijke professionele journalistiek behorende beginsel van "hoor en wederhoor" niet toe te passen is onnodig onrust en verwarring ontstaan over deze zeer ernstige en verdrietige zaak bij nabestaanden van Andrea Luten en bij haar omgeving. Het OM betreurt het bijzonder dat dit het geval is geweest.

De diverse onderzoeken

Op 10 mei 1993 verdwijnt de toen 15-jarige Andrea Luten uit Ruinen. De dag erna wordt zij dood gevonden; ze blijkt te zijn gewurgd. Er is meteen een groot onderzoek begonnen naar deze zaak. Er zijn verschillende personen aangemerkt als verdachte, doch deze bleken uiteindelijk niet de dader te zijn. Het onderzoek in 1993 leidde niet tot een oplossing van de zaak. Vanwege de ernst van het feit is in 2000 opnieuw een onderzoek gestart. Dit onderzoek heeft geresulteerd in de aanhouding van een verdachte. Deze verdachte is uiteindelijk echter door de rechtbank Assen vrijgesproken.

In 2005 is er nogmaals een grootschalig onderzoek opgestart. De aanleiding hiervan was mede gelegen in het feit dat op grond van nieuwe technieken een compleet en bruikbaar dader-gerelateerd DNA-profiel was veiliggesteld. Dit profiel bleek niet overéén te komen met dat van de eerder in 2000 vrijgesproken verdachte.

De gelegenheid van het nieuwe onderzoek is aangegrepen om tevens met een frisse blik de eerdere twee onderzoeken opnieuw te bekijken. Daarom is ertoe besloten alleen maar rechercheurs van buiten Drenthe in het onderzoek te plaatsen. Het onderzoek is voor het grootste gedeelte onder leiding van een Groningse officier van justitie uitgevoerd. Bij het onderzoek in 2005 is het beschikbare daderprofiel vergeleken met het profiel van honderden mannen die uit de drie verschillende onderzoeken naar voren zijn gekomen. Er was geen match. Na afronding is het onderzoek overdragen aan de afdeling cold cases van de noordelijke recherche eenheid (NRE, het samenwerkingsverband van de drie noordelijke politiekorpsen). Sindsdien komen er regelmatig tips en aanwijzingen binnen, die dan door de afdeling cold cases worden nagetrokken. Ook in dat kader zijn naar aanleiding van tips nog enkele DNA-profielen vergeleken met het beschikbare DNA-spoor. Dit heeft tot op heden geen resultaat gehad.

De sporen

In De Telegraaf is gesuggereerd dat er diverse belangrijke sporendragers verdwenen zouden zijn. Het zou dan gaan om nagels van Andrea, haar spijkerbroek en een condoom dat vlak bij de plaats delict is aangetroffen. In tegenstelling tot wat in De Telegraaf is vermeld, zijn deze voorwerpen wel degelijk betrokken bij het onderzoek in 2000, alsmede bij het onderzoek in 2005. De voorwerpen zijn onderzocht op sporen en er zijn geen sporen op aangetroffen die een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van het misdrijf. Zoals reeds gemeld beschikt de politie op basis van het verrichte sporenonderzoek over een compleet en bruikbaar dader-gerelateerd DNA-profiel.

De getuige

Een ander punt betreft het, volgens De Telegraaf, negeren van een belangrijke tip uit 1993 over een jongen en zijn bromfiets. Een getuige die zich had gemeld bij de krant verklaarde dat hij in de weken voor de moord regelmatig een jongen met een opvallende brommer op de fietsroute van Andrea Luten had gezien. Het signalement van die jongen kwam overéén met een compositietekening die later werd verspreid. Hij zou met de politie hebben gesproken en hij zou zijn verhoord, maar zijn tip zou nooit serieus genomen zijn, zo staat in De Telegraaf. De reactie van het OM hierop is de volgende. Er zijn in de loop van de onderzoeken diverse verklaringen afgelegd over een man met een bromfiets op het kruispunt in de buurt van de plaats delict. Ook hebben meerdere getuigen verklaringen afgelegd naar aanleiding van de compositietekening. Voor het OM is niet duidelijk welke van deze getuigen zich bij De Telegraaf heeft gemeld. Wat wel duidelijk is, is dat alle verklaringen over dit onderwerp betrokken zijn geweest bij het onderzoek in 2005 en opnieuw zijn uitgerechercheerd, geen enkele uitgezonderd. Daarbij zijn niet alleen personen met een overeenkomstige bromfiets in de omgeving van Andrea Luten bekeken maar ook personen buiten die omgeving. Al deze onderzoeken hebben echter (nog) geen resultaat opgeleverd. Ook over de bromfiets komen met enige regelmaat nog tips binnen; zo ook enkele maanden geleden. Ook deze tip is nagetrokken; helaas zonder resultaat. Alle tips worden vanzelfsprekend zorgvuldig bekeken en onderzocht. Iedereen die informatie heeft over de zaak wordt dan ook vriendelijk verzocht dat te melden bij regiopolitie Drenthe. De getuige die genoemd wordt in De Telegraaf, wordt uitdrukkelijk verzocht zich bij de politie te melden, opdat met hem of haar persoonlijk over de kwestie kan worden gesproken.