1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VENW/DGMO-2009/6011
Uw kenmerk
Datum 10 juli 2009 2009Z12406/2009D32445
Onderwerp Commissievragen Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik, mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat, de
vragen die uw vaste commissie van Verkeer en Waterstaat heeft gesteld over de
aanbesteding van het stads- en streekvervoer in Groningen en Drenthe.
1. Het fenomeen 'operational lease' is dezer dagen een gewilde
financieringsvorm. Is het waar dat de VDL Groep deze 'operational lease' niet
kan aanbieden omdat de Nederlandse banken Qbuzz niet kapitaalkrachtig
genoeg vinden?
1. Ik heb vernomen dat VDL Groep dat in de media heeft aangegeven. Het
betreft hier een aangelegenheid tussen private partijen, namelijk de
Nederlandse banken, VDL Groep en Qbuzz. Ik wil daar niet in treden en ken
overigens de details van de inschrijvingen op de aanbesteding niet.
2. Is het waar dat Mercedes 'operational lease' wel kan aanbieden omdat in
Duitsland speciale leningsarrangementen worden verstrekt om de export te
bevorderen? Zo ja, kan deze ondersteuning worden beschouwd als
ongeoorloofde staatssteun?
2. De Europese Commissie is de bevoegde instantie om een oordeel te vellen
over de toelaatbaarheid van staatssteun, dat is niet aan mij. Overigens zou ik
ook geen oordeel kunnen vellen, omdat de kennis over de feitelijke en
economische omstandigheden mij niet bekend zijn.
2a. Indien de Duitse arrangementen inderdaad als ongeoorloofde staatssteun
kunnen worden beschouwd, welke mogelijkheden heeft de Nederlandse
regering dan om de gunning aan Qbuzz te verbieden indien met Mercedes-
bussen wordt gereden?
2a. Zie antwoord op vraag 2.
2b. Indien het niet gaat om ongeoorloofde staatssteun, zou de Nederlandse
regering dan eenzelfde soort leningsarrangementen kunnen creëren zodat
sprake is van een level playing field voor de VDL Groep?
a
agina 1 van 4
---
Zo ja,waarom doet u dat niet en bent u bereid zo nodig ter zake een oordeel
Datum
van de NMa te vragen?
Ons kenmerk
2b. Zie antwoord op vraag 2. VENW/DGMO-2009/6011
3. Is het waar dat een derde partij zich er tegenover de provincies Drenthe en
Groningen aan heeft verbonden om garanties te geven in het geval Qbuzz de
concessie niet volledig zou kunnen uitdienen? Zo ja,wie is die derde partij?
3. Om mee te kunnen doen aan Europese openbare aanbestedingen dient een
partij onder meer de jaarrekeningen van drie voorgaande jaren te overleggen.
Voor nieuwe marktpartijen, die hieraan per definitie niet kunnen voldoen,
wordt veelal voorzien in een oplossing die inhoudt dat een derde partij kennis
en middelen ter beschikking stelt van de nieuwe partij. Indien dit niet
mogelijk zou zijn zou de openbaar vervoer markt immers voor altijd
afgesloten blijven voor nieuwe toetreders.
NS Internationaal vervult de rol van derde partij ten behoeve van Qbuzz. NS
Internationaal heeft een verklaring van ter beschikking stelling afgegeven aan
Qbuzz. Qbuzz betaalt daarvoor een marktconforme vergoeding. Deze
verklaring is door het OV-bureau Groningen - Drenthe getoetst aan de
bestekseisen en daarin passend bevonden.
3a. Indien deze de derde partij de NS is, is hier dan geen sprake van het zich
ongewenst kruisen van financiële stromen, waardoor andere vervoerders
zoals Arriva, Connexxion en Veolia worden benadeeld, omdat het risico voor
een deel is neergelegd bij een ander bedrijf dan het bedrijf dat daadwerkelijk
het vervoer verricht?
3a. Het spreekt voor zich dat een jong bedrijf als Qbuzz gegeven de systematiek
van de Wp2000 alleen kan deelnemen aan aanbestedingen voor regionaal OV
indien derde partijen bereid zijn vormen van garantstelling op zich te nemen.
Qbuzz betaalt NS Internationaal voor de garantiestelling zoals hierboven
gesteld een marktconforme vergoeding.
Hoewel NS (Groep) 49% van de aandelen van Qbuzz bezit, is zij dus niet
aansprakelijk voor eventuele schulden van NS Internationaal die voortvloeien
uit door laatstgenoemde verrichte rechtshandelingen. De door NS (Groep)
voor een aantal groepsmaatschappijen afgegeven verklaring (ex artikel 403
Boek 2 BW) ziet nadrukkelijk niet op NS Internationaal noch op QBuzz. NS
Internationaal beschikt over een eigen boekhouding en haar resultaten
worden separaat gerapporteerd. Van ongewenst kruisen van financiële
stromen is derhalve geen sprake.
3b. Bent u bereid de NMa om een oordeel te vragen over bovengenoemde
garantieconstructie?
3b. Ik ben bereid uw verzoek door te geleiden aan de Nma, zoals ook verzocht in
de kamermotie 29984 nr. 93. De NMa, als onafhankelijke instantie, bepaalt
overigens zelf of zij dat vervolgens op zich neemt of niet.
4. Is het waar dat de bussen van de VDL groep bekend staan om hun
uitmuntende milieuprestaties, zoals lage CO2-uitstoot, en dat met een
Pagina 2 van 4
eventuele order voor de VDL groep 600 manjaren zijn gemoeid? Datum
4. Het is mij bekend dat VDL Groep goede bussen maakt met goede Ons kenmerk
milieuprestaties waaronder een lage CO2-uitstoot. Er zijn echter ook andere VENW/DGMO-2009/6011
bedrijven die goede bussen maken met goede milieuprestaties. Ik beschik
niet over informatie over de hoeveelheid mensjaren die gemoeid is met de
productie van bussen ten behoeve van een eventuele order inzake bussen
voor de concessie Groningen-Drenthe.
5. Deelt u de mening dat, nog los van de vraag aan wie de concessie wordt
gegund, alles in het werk moet worden gesteld om de aan de levering van de
bussen verbonden werkgelegenheid voor Nederland te behouden?
5. Neen. Dit is immers strijdig met de mededingingsregels. In de systematiek
van de Wp2000 is geen ruimte om aanbestedende vervoerbedrijven te
dwingen materieel bij voorkeur in Nederland aan te schaffen of te produceren.
Los daarvan is het Kabinet natuurlijk blij met alle werkgelegenheid die in
Nederland wordt gecreëerd. Dit doet echter niet af aan de afspraken omtrent
vrije mededinging en aanbestedingen voor de interne markt in Europa.
6. Bent u ertoe bereid, binnen de geldende regels, te bevorderen dat de
concessie voor het stads- en streekvervoer in Groningen en Drenthe wordt
gereden met bussen van Nederlands fabricaat?
6. Zie antwoord op vraag 5.
7. Bent u ertoe bereid met de aanbestedende overheid van de concessie voor
het stads- en streekvervoer in Groningen en Drenthe in overleg te treden om
ervoor te zorgen dat er geen onomkeerbare besluiten worden genomen
voordat duidelijkheid in deze kwestie is ontstaan?
7. Neen. Volgens de Wp2000 is aanbesteding van regionale concessies aan de
decentrale overheden. Deze procedure is met een gunning via een
concessiebesluit afgerond. Momenteel loopt een bezwarenprocedure met
mogelijk een gang naar de rechter.
8. Bent u ertoe bereid te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de
aanbestedende overheden van stads- en streekvervoer het recht te geven om
in een bestek eisen op te nemen die kunnen zorgen voor een stimulans van
de regionale of nationale bedrijvigheid en de daarmee gerelateerde
werkgelegenheid?
8. Neen. Een dergelijk onderzoek is naar mijn mening strijdig met de
mededingingsregels.
9. Welke mogelijkheden zijn er voor aanbestedende overheden om na de
toekenning van een concessie aanvullende eisen te stellen, met als doel om
bij te sturen binnen dezelfde concessie?
9. Dit is afhankelijk van de wijze waarop het bestek door de betreffende
overheid is geformuleerd door een OV-autoriteit. De Wp2000 biedt de OV-
autoriteiten in deze bewust veel ruimte. In het geval van Groningen-Drenthe
is sprake van een concessie op basis van een uurprijs voor te leveren
Pagina 3 van 4
dienstregelingsuren (uiteraard met bepaalde gevraagde en geboden Datum
kwaliteitseisen). Uitdrukkelijk heeft het OV-bureau Groningen - Drenthe in
haar bestek de mogelijkheid opgenomen om het aantal af te nemen Ons kenmerk
dienstregelingsuren jaarlijks bij te kunnen stellen. De inschrijvingen van VENW/DGMO-2009/6011
Qbuzz, Arriva en Connexxion waren ook (onder andere) op deze mogelijkheid
toegesneden.
Overigens is het niet zo dat na aanbesteding de concessie door aanvullende
eisen wezenlijk anders mag worden, want dit zou in strijd zijn met
aanbestedingsregelgeving.
10. Acht u het wenselijk dat de mogelijkheden voor aanbestedende overheden,
om na de toekenning van een concessie aanvullende eisen te stellen,
uitgebreid worden? Zo ja hoe wilt u dit gaan bewerkstelligen en op welke
termijn?
10. Ik acht het voor de doorontwikkeling van het regionaal OV wenselijk dat een
concessieperiode geen periode van stagnatie is voor het OV in een gebied,
maar van leren en doorontwikkeling, binnen de grenzen van de systematiek
van de Wp2000 en de concessievoorwaarden. Gegeven echter de grote ruimte
die de OV-autoriteiten in deze al hebben (zie vraag 9), zie ik geen directe
aanleiding uw vraag positief te beantwoorden. Mij is ook geen vraag vanuit de
decentrale partners hieromtrent bekend. Overigens zal de wijze van
concessieverlening onderdeel uitmaken van de masterclasses voor
bestuurders, die naar aanleiding van het rapport van de Raad voor Verkeer en
Waterstaat, gehouden worden.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
Pagina 4 van 4
Ministerie van Verkeer en Waterstaat