Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
Postbus 20018 2500 BJ Den Haag
2500 EA Den Haag www.minocw.nl
Onze referentie
136830
Uw brief van
1 april 2009
Uw referentie
115986 en 129414
Datum 9 juli 2009
Betreft Reactie inzake financiering Landelijke Commissie Geschillen Wet
Medezeggenschap op Scholen (LCG WMS)
Met deze brief voorzien wij in het verzoek van uw Vaste Commissie voor
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 1 april 2009, om te reageren op de brief
van het Landelijk Verband van Gereformeerde Schoolverenigingen (LVGS) d.d. 16
maart 2009. Deze brief heeft als onderwerp `Reactie m.b.t. financiering van de
Stichting Landelijke Commissie Geschillen WMS (LCG)'.
In onze reactie gaan wij tevens in op de brief die wij op 4 juni 2009 hebben
ontvangen van de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO). Het onderwerp van
deze brief luidt `Bekostiging landelijke geschillencommissie'. Uw Commissie heeft
een afschrift van deze brief ontvangen.
Bij de behandeling van de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) in de Tweede
Kamer in het voorjaar van 2006, is naar aanleiding van een amendement
besloten de behandeling van medezeggenschapsgeschillen tussen schoolbesturen
en medezeggenschapsraden te beleggen bij één centrale landelijke commissie. Dit
is de Landelijke Commissie Geschillen Wet Medezeggenschap op Scholen (LCG
WMS). Scholen zijn verplicht aangesloten bij de LCG WMS. Sinds 1 januari 2009
maakt de LCG WMS onderdeel uit van de Stichting Onderwijsgeschillen. Deze
Stichting verleent voornamelijk administratieve ondersteuning aan de LCG WMS.
De bekostiging van de LCG WMS is in 2008 en 2009 mogelijk gemaakt met een
subsidie van het Ministerie van OCW. Eind 2008 hebben wij de landelijke
onderwijsorganisaties verzocht om een eensluidend advies voor een permanente
wijze van financiering. De Stichting Onderwijsgeschillen heeft ons echter in de
brief van 13 mei 2009 (zie bijlagen) gemeld dat er geen overeenstemming bereikt
kan worden. De meeste landelijke onderwijsorganisaties hebben de voorkeur voor
directe bekostiging. Dit zijn de organisaties voor ouders LOBO, NKO, en OUDERS
& COO, de Vereniging Openbaar Onderwijs, de leerlingenorganisatie LAKS, de
personeelsvakorganisaties AOb, CNVO, CHMF, de sectororganisaties PO-Raad en
VO-Raad en de besturenorganisatie VOS/ABB. De besturenorganisaties Bond KBO
en KBVO, VBS, Besturenraad, VGS en LVGS zijn tegen directe bekostiging. De
brief van de LVGS van 16 maart jl. geeft hier ook blijk van. Redenen hiervoor zijn,
aldus deze brief, "principiële bezwaren" tegen directe bekostiging uit de lumpsum.
Dit zou het zicht van de school op de financiële huishouding vertroebelen en ten
koste gaan van een heldere bestuurlijke verhouding tussen overheid en
schoolbestuur.
a
Datum
Daarnaast wordt een beroep gedaan op de vrijheid van richting en inrichting. Wij 1 juli 2009
zijn van mening dat dit argument hier niet speelt. De vrijheid van richting en Onze referentie
inrichting veronderstelt een mogelijkheid tot keuze. Met betrekking tot de LCG 136830
WMS bestaat er geen keuzemogelijkheid. Bij wet is gegeven dat er één landelijke
commissie voor geschillen bestaat, waarbij alle schoolbesturen moeten zijn
aangesloten.
Aanvankelijk heeft de LCG WMS haar voorkeur uitgesproken voor directe
bekostiging van de werkzaamheden uit de lumpsum financiering. Deze constructie
voorkomt onnodige administratieve lasten voor scholen en voor de Stichting
Onderwijsgeschillen. Wanneer de Stichting Onderwijsgeschillen zelf de bijdragen
zou innen moet de Stichting de leerlingenaantallen per bestuur in kaart brengen,
facturen maken, boekhouding bijhouden, herinneringen versturen, etc. Directe
bekostiging levert dan ook een efficiencywinst op die ten goede kan komen aan
het primaire proces. Echter, aangezien de landelijke onderwijsorganisaties geen
eensluidend advies kunnen geven, heeft de Stichting Onderwijsgeschillen
aangegeven dan maar over te willen stappen op indirecte financiering waarbij de
Stichting zélf de bijdragen int bij de scholen. De overwegingen voor de keuze van
de Stichting Onderwijsgeschillen zijn gelegen in het belang van draagvlak onder
de betrokken organisaties voor de werkzaamheden van de LCG WMS en het
voorkomen van scheve verhoudingen.
Eerder hebben wij richting het bestuur LCG WMS aangegeven niet principieel
tegen directe bekostiging van de LCG te zijn. Deze bekostiging dient dan
gefinancierd te worden uit de materiële lumpsum PO en VO. Dit omdat in deze
lumpsum van oudsher een vergoedingscomponent is opgenomen die scholen in
staat stelt zich aan te sluiten bij een geschillencommissie voor de
medezeggenschap. Het gaat daarbij overigens om een bescheiden jaarlijks
bedrag, in de orde van grootte van in totaal 500.000,00.
Wij hebben hierbij tevens aangegeven te hechten aan een eensluidend advies van
de betrokken organisaties. Dit is er helaas niet gekomen. Bijgevolg zullen wij zelf
een besluit nemen over de wijze van bekostiging. Alles overwegende zijn wij tot
het besluit gekomen om de Stichting Onderwijsgeschillen met ingang van 2010
direct te bekostigen vanuit de lumpsum. Doorslaggevend daarbij zijn de volgende
overwegingen:
· Voorkomen van onnodige administratieve rompslomp en lasten: de bijdrage
betreft een klein bedrag ( circa 0,22 cent per leerling) die niet opweegt
tegen de inningskosten die de Stichting Onderwijsgeschillen zou maken
wanneer zij zelf de bijdragen zou innen.
· Aansluiting bij de LCG WMS is verplicht bij wet, dus de vrijheid van richting en
inrichting is niet in het geding.
Deze bekostiging zal per genoemde datum gepaard gaan met een aanpassing
van de materiële lumpsum PO en VO. In de ministeriële regelingen die voor 1
oktober 2009 voor de vaststelling en wijzigingen in de materiele lumpsum voor
het PO en VO worden gepubliceerd, zal dit zo worden verwerkt.
Wij gaan er van uit dat de LCG WMS met dit besluit op een efficiënte en
structurele wijze haar werkzaamheden voort kan zetten in het belang van een
goed functionerende medezeggenschap op scholen.
Pagina 2 van 3
Een afschrift van deze brief zenden wij aan de Stichting Onderwijsgeschillen, de Datum
LVGS en de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO). 1 juli 2009
Onze referentie
136830
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma
Pagina 3 van 3