Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6 der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag Binnenhof 4 Postbus 20901 2500 EX Den Haag 2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71 F 070 351 78 95

Contactpersoon
---
T -

Ons kenmerk VenW/DGMO-2009/4551

Uw kenmerk Datum 9 juli 2009 -

Onderwerp De motie van de leden Roefs, Koopmans en Cramer over mogelijke Bijlage(n)
---
inkrimping van het aantal voertuigcategorieën

Geachte voorzitter,

Op 17 juni 2009, in het Algemeen Overleg Mobiliteit van Ouderen, heb ik me- vrouw Roefs toegezegd snel met een reactie te komen op de motie die zij teza- men met de heren Koopmans en Cramer had ingediend. De motie overweegt dat een groot aantal voertuigcategorieën op de weg aan verschillende eisen moet voldoen en dat dit onduidelijkheid bij verkeersdeelnemers oproept. De motie ver- zoekt daarom de regering om te bekijken of het aantal voertuigcategorieën kan worden ingekrompen; tevens om de wettelijke eisen die aan de diverse voertui- gen worden gesteld te harmoniseren en aan te passen aan het type weg waarvoor zij bedoeld zijn; dit met het doel de overzichtelijkheid en eenduidigheid van ver- keersregels en plaats op de weg te bevorderen.
De motie werd ingediend tegen de achtergrond van de explosieve toename van het aantal scootmobielen en de discrepantie tussen het rijbewijs en de gedragsre- gels voor bestuurders van brommobielen.

Beperking van het aantal categorieën in combinatie met eenduidige regelgeving per voertuig vind ik een prima gedachte. Ik ben het ook met mevrouw Roefs eens dat als je naar het brede palet van categorieën kijkt, het niet overzichtelijk oogt.

Om te beginnen zijn er internationale categorieën. Dit zijn de voertuigen waar- voor Europese typegoedkeuringseisen bestaan, waarvan op nationaal niveau niet kan worden afgeweken. Naast de internationale voertuigcategorieën is er een aantal voertuigclusters dat nationaal is geregeld. Het gaat bijvoorbeeld om motorrijtuigen met beperkte snelheid, de elektrische fiets, de gehandicaptenvoer- tuigen en de brommobielen. Ter uitvoering van de motie heb ik het samenvoegen van de nationale clusters de afgelopen periode ingezet maar daarbij stuit ik op het probleem hoe om te gaan met het maatwerk dat we in Nederland kennen.

Zo gelden er nu verschillende eisen voor gehandicaptenvoertuigen. Het uniforme- ren van deze eisen, bijvoorbeeld op het gebied van de verlichting, leidt er onder meer toe dat elektrische rolstoelen ook van verlichting moeten zijn voorzien ter- wijl dat nu niet nodig is. En de gebruiker daarvoor dus geen kosten hoeft te ma- ken. Ook op het gebied van snelheid zijn er verschillende eisen, zo ligt de toege- stane snelheid op het voetpad lager dan de toegestane snelheid op de weg. Een a

Pagina 1 van 3





brommobiel valt in de categorie bromfiets. Op het eerste gezicht lijkt het logisch Datum om de regels van de bromfiets te volgen maar dat heeft als resultaat dat een

brommobiel, toch een klein autootje, dan op de stoep mag parkeren en van het Ons kenmerk fietspad gebruik mag maken. Dat is ongewenst en daarom is er voor gekozen de VenW/DGMO-2009/4551 brommobiel voor de plaats op de weg en het parkeren gelijk te stellen aan een auto.

Kortom, het inkrimpen van de voertuigcategorieën en het uniformeren van de regels blijkt op het niveau van de gebruiker tot onbedoelde problemen te kunnen leiden. De differentiatie vloeit immers vaak voort uit de wens om zoveel mogelijk mensen zo lang mogelijk mobiel te houden. We hebben daar in het Algemeen Overleg Mobiliteit van Ouderen ook over gesproken. Juist om te voorkomen dat gebruikers op kosten worden gejaagd, dan wel in hun mogelijkheden worden be- perkt, wil ik het probleem dat mevrouw Roefs terecht benoemt niet zozeer benaderen vanuit de voertuigcategorie als wel vanuit de gebruiker. Ik wil vanuit dat perspectief, per cluster, gaan bekijken of de eisen per voertuig logisch zijn en of de gebruiker op de hoogte is van de belangrijkste eisen die aan het gebruik worden gesteld. Ik stel voor om in het verlengde van de opmerkingen gemaakt over de scootmobiel te starten met de groep gehandicatenvoertuigen. Dat is ook meteen de groep die het meest complex oogt. Het spreekt vanzelf dat dit onder- zoek in overleg met alle betrokkenen gebeurt. Internationale aspecten worden daarin meegenomen. Uiteraard blijft de verkeersveiligheid een belangrijke rol spelen.

Vooruitlopende op die andere aanpak ter uitvoering van de motie, informeer ik u graag over enkele activiteiten die lopen of zijn opgepakt om de gebruiker te hel- pen veilig mobiel te blijven.

Ik wil beginnen met de door de ouderenbond ANBO in het hele land georganiseer- de Blijf Veilig Mobiel bijeenkomsten. Naast mijn ministerie participeren ook de ANWB en Veilig Verkeer Nederland (VVN). Ook organiseert VVN cursussen voor de scootmobiel. Omdat ook uit onze contacten blijkt dat de scootmobiel een punt van aandacht blijft heb ik in het AO Mobiliteit van Ouderen daarom toegezegd, in overleg met onder andere VVN, de mogelijkheden te bezien voor een basiscursus scootmobiel en het stimuleren van ouderen om zo'n cursus te volgen.

Om de gebruikers van brommobielen niet alleen in staat te stellen de regels te kennen maar ook met het gebruik te oefenen, bereid ik de invoering van een praktijkexamen brommobiel voor. Dit loopt mee in het examen voor de bromfiets, maar omdat het een geheel andere type voertuig is, wordt er een apart praktijk- examen brommobiel ontwikkeld. Ook dit moet leiden tot meer transparantie voor de gebruiker van wat er wel en niet van hem mag worden verwacht.

Pagina 2 van 3





Daarnaast is het van belang dat andere weggebruikers oog hebben voor de toe- Datum nemende groep oudere verkeersdeelnemers en daar op een correcte en sociale

manier mee omgaan. In het AO Mobiliteit van Ouderen heb ik toegezegd hier met Ons kenmerk het CBR contact over op te nemen. Ik kan u melden dat het CBR heeft aangege- VenW/DGMO-2009/4551 ven dat hier al toenemende aandacht voor is bij de opleiding en examinering voor het rijbewijs. Bij het theorie-examen wordt hier aandacht aan besteed in het ka- der van verkeersinzicht en gevaarherkenning en bij het praktijkexamen vormt het gedrag ten opzichte van andere en met name zwakkere verkeersdeelnemers ook een beoordelingscriterium.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

Pagina 3 van 3