Beantwoording vragen van het lid Boekestijn over output evaluaties van NGO's
09-07-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Boekestijn output evaluaties van NGO's naar
aanleiding van het artikel van Drs H. Sluijter van 10 juni 2009. Deze
vragen werden ingezonden op 16 juni 2009 met kenmerk 2009Z11390.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over
output evaluaties van NGOs naar aanleiding het artikel van Drs H.
Sluijter van 10 juni 2009.
Vraag 1
Heeft U kennis genomen van het artikel van Drs H. Sluijter met de
titel `Ontwikkelingssamenwerking: geen controle op output' 1)
Antwoord
Ja. Overigens was ik al eerder op de hoogte van de mening van de heer
Sluijter omdat Oxfam Novib het Ministerie hierover had geïnformeerd.
Het betreft hier een zaak die in 1998 speelde.
Vraag 2
Is het juist dat Novib in 1998 fraude pleegde door het actief steunen
van een Indiase fakeorganisatie die zich ondermeer bezighield met
kinderarbeid? Is het juist dat NOVIB vooral uit was op het goede imago
van de fakeorganisatie?
Antwoord
Neen. Er is geen fraude gepleegd door Oxfam Novib. Oxfam Novib werkte
samen met SACCS (South Asian Coalition on Child Servitude) met het
doel om kinderarbeid te bestrijden. SACCS is geen `fake-organisatie'
maar een nog steeds bestaande organisatie die zich keert tegen
kinderarbeid. Oprichter en directeur van de SACCS, de heer Kailash
Satiarthy heeft in mei 2009 van de Parlementarians for Global Action
de `Defender of Democracy Award' gekregen voor zijn strijd tegen
kinderarbeid. Oxfam Novib heeft SACCS destijds ook ingezet voor
fondswervende acties.
Vraag 3
Is het juist dat deze hulporganisatie in 1998 en 2004 is geëvalueerd
door twee Indiase professoren die beide commercieel betrokken waren
bij diezelfde organisatie?
Antwoord
SACCS is geëvalueerd door twee Indiase professoren. De professoren
zijn geselecteerd op basis van hun deskundigheid en hun inzicht in de
problematiek van de Indiase kinderarbeid en de lokale context. Gezien
de kritische noten die in die rapporten zijn gekraakt is duidelijk dat
deze evaluatoren zich niet geremd voelden om kritiek te formuleren.
Van commerciële belangen is niets bekend. De evaluatoren werden
uiteraard wel betaald voor het evaluatiewerk dat zij deden.
Vraag 4
Is het juist dat deze twee professoren de opdracht kregen om de punten
van kritiek van de klokkenluider Sluijter in 1998 te mijden?
Antwoord 4
Neen. De evaluatie had tot doel om betrouwbare en onafhankelijke
informatie over SACCS boven tafel te krijgen. Dit heeft geleid tot een
kritische dialoog en uiteindelijk de afbouw van de relatie tussen
Oxfam Novib en SACCS in de periode van 2005 tot maart 2007.
Vraag 5
Is het juist dat elk boekhoudkundig onderzoek in ontwikkelingslanden
wordt gefrustreerd door een hele industrie van nepbonnetjes?
Antwoord
Deze veronderstelling is niet juist. De financiële rapportages van
partnerorganisaties worden door onafhankelijke, internationale
accountants beoordeeld en gecontroleerd. Indien de controle daartoe
aanleiding geeft kunnen aanvullende maatregelen (financial
stocktaking, of forensic audits) worden genomen. Bij zaken als fraude
is er sprake van een `zero tolerance' norm.
Vraag 6
Is het juist dat Medefinancieringsorganisaties niet één
projectevaluatie kunnen presenteren waarbij de output bewezen is naar
aanleiding van een representatieve a-selecte steekproef met een
controlegroep. Betekent dit dat NGO's al decennia lang niet weten hoe
gelden terecht komen?
Antwoord
Het is juist dat Medefinancieringsorganisaties over het algemeen
andere methodieken toepassen bij evaluaties dan a-selecte
steekproeven. Dit doet niet af aan het feit dat projectevaluaties
zowel kwantitatieve als kwalitatieve informatie bevatten. De wijze van
evalueren hangt af van de aard van het te evalueren object. Niet alle
onderwerpen lenen zich in dezelfde mate voor kwantitatieve
onderzoeksmethoden. Niettemin hebben NGO's wel degelijk inzicht in de
output van de door hen gefinancierde projecten en rapporteren hierover
jaarlijks aan het Ministerie en in publieke jaarverslagen.
Vraag 7
Is het juist dat noch de Algemene Rekenkamer (AR) noch de IOB
interesse hadden om deze bevindingen te toetsen?
Antwoord
Het is mij niet bekend dat de AR geen interesse zou hebben gehad. De
onderhavige kwestie is een zaak van rechtmatigheid en valt derhalve
niet binnen het mandaat van de IOB die zich richt op evaluatie van
doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. Rechtmatigheidsonderzoek
is een zaak van de accountantsdienst (ACD).
Vraag 8
Is het juist dat er geen ruimte voor kritiek was en dat evaluaties zo
werden opgezet dat de uitslag bij voorbaat positief zou uitvallen?
Antwoord
Vide antwoord op vraag 4.
Vraag 9
Bent U bereid om een onderzoek naar deze zaak in te stellen en de
bevindingen daarvan in een brief aan de Kamer uit een te zetten? Zou U
in deze brief eveneens uiteen kunnen zetten hoe en waarom Uw
ministerie in deze zaak vanaf 1998 heeft geopereerd?
Antwoord
Ik zie daartoe geen aanleiding. Het Ministerie is door Oxfam Novib op
meerdere momenten zorgvuldig geïnformeerd.
Vraag 10
Bent U met mij eens dat dergelijke aantijgingen, indien zij geheel of
gedeeltelijk op waarheid berusten, het draagvlak voor
ontwikkelingssamenwerking ondermijnen? Mochten deze aantijgingen hout
snijden, welke maatregelen bent U van plan te nemen om de evaluaties
van NGO's te verbeteren?
Antwoord
Ik zie geen aanleiding om de evaluatiesystematiek van NGO's te
wijzigen. Bij de besteding van subsidiegelden van het MFS is sprake
van een zorgvuldig systeem van monitoring en evaluatie dat bestaat uit
verschillende componenten (veldbezoek, rapportages, mix van eigen
evaluaties en meer onafhankelijke project- en programma evaluaties,
ook door IOB). Bij aanwijzingen voor fraude wordt grondig onderzoek
gedaan en is er sprake van `zero tolerance'. Dit systeem werkt
adequaat. Het zou daarom spijtig zijn als dergelijke aantijgingen het
draagvlak voor ontwikkelingsssamenwerking ondermijnen.
1) Website Updaid, 10 juni 2009
http://www.updaid.nl/kritiek-effectiviteit/ontwikkelingssamenwerking-g
een-controle-op-output/#comments
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken