Senternovem

09-07-2009 | Ledarmaturen doorgemeten door Van Swinden Laboratorium

In het kader van de gecoördineerde evaluatie van de Ledpilots voor openbare verlichting heeft het Van Swinden Laboratorium (VSL/NMI) 10 Ledarmaturen van 8 leveranciers doorgemeten. Uit de metingen blijkt dat er nogal wat verschil is in de elektrische en lichttechnische prestaties. Van elk soort armatuur dat in de 35 pilots - verdeeld over 25 deelnemende gemeenten - wordt toegepast zijn door het VSL/NMI een aantal elektrische en lichttechnische metingen uitgevoerd. Het gaat om armaturen van Philips, Innolumis, Schreder, Indal, LEDNed, Neon-Neon, iGuzzini.

Ook een retrofitlamp die door Ledprojects en Unique Lights Brabant in pilots worden toegepast, is doorgemeten. Aanleiding voor deze metingen was in eerste instantie om de lichtmeter die in de praktijkmetingen gebruikt werden te kunnen corrigeren voor het specifieke LEDspectra. Die referentiemeting heeft overigens uitgewezen dat een correctie niet nodig was.

De meest opvallende uitkomsten van de metingen waren de totale lichtstroom die uit het armatuur komt en het daarvoor benodigde systeemvermogen. De lichtstromen bleken in een aantal gevallen lager dan oorspronkelijk door de leveranciers in de checklists waren opgegeven. Het rendement bleek tussen de 35 en 51 lm/W te liggen met één uitschieter naar 73 lm/W. Deze waarden lijken in vergelijking tot compact fluorescentie- (ca 70 lm/W) en hogedruk natriumarmaturen (ca 85 lm/W) niet zo spectaculair. Echter voor
energiebesparingsberekeningen is het uiteindelijke lichtontwerp van belang. Daarin wordt ook rekening gehouden met de hoeveelheid nuttig licht dat op de te verlichten weg valt en daarin zijn ledarmaturen beter dan de conventionele systemen.

De gemeten waarden voor de powerfactor bij de gemeten armaturen liggen tussen de 0,8 en 0,97 met één uitschieter naar 0,53 wat aangeeft dat de drivers nog een optimaliseringslag behoeven. Spanningsvariaties hebben echter geen significante invloed op het opgenomen vermogen en de uitgestraalde lichtstroom.

Uit andere gevoeligheidsmetingen blijkt dat toename van wind en vooral een verlaging van de omgevingstemperatuur bij enkele armaturen een grote (positieve) invloed hebben op de lichtstroom. In een enkel geval was dit meer dan 15%. Omdat het omgekeerde ook het geval is zal de optimalisering van de benodigde koeling de nodige aandacht blijven hebben van de leveranciers.

Met de leveranciers is afgesproken dat de individuele resultaten openbaar zijn en daar waar van toepassing zijn de resultaten voorzien van commentaar door die leveranciers. Op de ledpagina kunt u de checklists van de individuele resultaten downloaden.