De Nederlandse Bank
Ten geleide van het ECB Maandbericht juli 2009
Nieuwsbericht
Datum 09 juli 2009
In zijn op 2 juli 2009 gehouden vergadering heeft de Raad van Bestuur
van de ECB op basis van zijn reguliere economische en monetaire
analyses besloten de basisrentetarieven van de ECB onveranderd te
laten. Rekening houdend met alle informatie en analyses die sinds de
vergadering van 4 juni 2009 beschikbaar zijn gekomen, blijven de
huidige rentetarieven passend.
De daling van het inflatiecijfer op jaarbasis tot een negatief niveau
in juni is in overeenstemming met eerdere verwachtingen en
weerspiegelt voornamelijk tijdelijke effecten. Na een terugkeer tot
een positief inflatiecijfer verwacht de Raad van Bestuur dat de
prijsontwikkeling gedurende de beleidsrelevante periode gematigd zal
blijven. Recente publicaties van gegevens en informatie uit enquêtes
verschaffen verdere aanwijzingen dat de economische bedrijvigheid
gedurende de rest van het jaar waarschijnlijk zwak zal blijven maar
minder krachtig zou moeten dalen dan in het eerste kwartaal van 2009
het geval was. Deze beoordeling stoelt tevens op negatieve vertraagde
effecten, zoals een verdere verslechtering van de arbeidsmarkten, die
zich waarschijnlijk de komende maanden zullen manifesteren.
Vooruitblikkend naar volgend jaar wordt, na een stabiliseringsfase,
medio 2010 een geleidelijk herstel met positieve groeicijfers op
kwartaalbasis verwacht. De beschikbare indicatoren van de
inflatieverwachtingen voor de middellange tot langere termijn blijven
stevig verankerd in overeenstemming met het streven van de Raad van
Bestuur het inflatiecijfer op middellange termijn onder maar dicht bij
2% te houden. De uitkomst van de monetaire analyse bevestigt het
oordeel van een lage inflatoire druk, naar gelang de indicatoren van
zowel de geldvoorraad als de kredietverlening zwak blijven. Tegen deze
achtergrond verwacht de Raad van Bestuur dat de huidige periode van
extreem lage of negatieve inflatiecijfers van korte duur zal zijn en
dat de prijsstabiliteit op de middellange termijn zal worden
gehandhaafd, hetgeen de koopkracht van huishoudens in het eurogebied
zal blijven ondersteunen.
De gegevens en informatie uit enquêtes die sinds de laatste
vergadering van de Raad van Bestuur op 4 juni beschikbaar zijn gekomen
bevestigen globaal de eerdere verwachtingen van de Raad van Bestuur.
De economische bedrijvigheid gedurende de rest van het jaar zal naar
verwachting zwak blijven maar zou minder krachtig moeten dalen dan in
het eerste kwartaal van 2009 het geval was. Vooruitblikkend naar
volgend jaar wordt, na een stabiliseringsfase, medio 2010 een
geleidelijk herstel met positieve groeicijfers op kwartaalbasis
verwacht. De aanzienlijke beleidsstimulansen in alle grote economische
gebieden zouden de groei wereldwijd, met inbegrip van het eurogebied,
moeten ondersteunen.
Naar het oordeel van de Raad van Bestuur zijn de risico's voor de
economische vooruitzichten in evenwicht. Enerzijds zouden er, in
positieve zin, sterker-dan-verwachte effecten kunnen optreden die
voortvloeien uit de aanzienlijke macro-economische stimulering die
momenteel wordt verschaft en andere reeds genomen beleidsmaatregelen.
Ook het vertrouwen zou zich sneller kunnen herstellen dan op dit
moment wordt verwacht. Anderzijds blijft er bezorgdheid met betrekking
tot sterker of langduriger negatieve wisselwerkingen tussen de reële
economie en de turbulentie op de financiële markten, verdere
stijgingen van de olieprijs en andere grondstoffenprijzen, een toename
van de protectionistische druk, toenemend ongunstige arbeidsmarkten
en, als laatste, negatieve ontwikkelingen in de wereldeconomie die
voortvloeien uit een onordelijke correctie van mondiale
onevenwichtigheden.
Wat de prijsontwikkeling betreft, bedroeg de HICP-inflatie op
jaarbasis volgens de voorlopige (flash) raming van Eurostat in juni
-0,1%, vergeleken met 0,0% in mei. De verdere daling van de inflatie
op jaarbasis is conform de verwachtingen en is voornamelijk het gevolg
van basiseffecten voortvloeiend uit eerdere sterke schommelingen in de
mondiale grondstoffenprijzen.
Vooruitblikkend, zal, ten gevolge van deze basiseffecten, de inflatie
op jaarbasis, zo is de projectie, de komende maanden tijdelijk op een
negatief niveau blijven liggen alvorens weer positief uit te komen.
Vanuit monetair-beleidsperspectief zijn dergelijke
korte-termijnfluctuaties niet van belang. Verder vooruitblikkend, zal
de inflatie naar verwachting, in overeenstemming met de beschikbare
prognoses en projecties, op een positief niveau blijven, terwijl de
ontwikkelingen in de prijzen en kosten naar verwachting gematigd
zullen blijven ten gevolge van de aanhoudend zwakke vraag in het
eurogebied en elders. Wat dit betreft blijven de indicatoren van de
inflatieverwachtingen voor de middellange tot langere termijn stevig
verankerd in overeenstemming met het streven van de Raad van Bestuur
het inflatiecijfer op de middellange termijn onder maar dicht bij 2%
te houden.
De risico's voor de vooruitzichten voor de inflatie zijn over het
geheel genomen in evenwicht. De neerwaartse risico's hebben met name
betrekking op de vooruitzichten voor de economische bedrijvigheid, de
opwaartse risico's op hoger-dan-verwachte grondstoffenprijzen.
Bovendien zouden verhogingen van indirecte belastingen en door de
overheid gereguleerde prijzen sterker kunnen zijn dan thans wordt
verwacht als gevolg van de noodzaak tot consolidering van de
overheidsfinanciën in de komende jaren.
Wat de monetaire analyse betreft, bevestigen de laatste gegevens een
aanhoudende vertraging van de monetaire dynamiek. In mei daalde de
groei op jaarbasis van M3 verder tot 3,7%, waarbij de kredietverlening
aan de particuliere sector verder daalde, en wel tot 1,8%, het laagste
cijfer sinds het begin van de derde fase van de EMU. Deze gelijktijdig
plaatsvindende vertragingen geven steun aan het beeld van een
langzamer onderliggend tempo van de monetaire expansie en lage
inflatoire druk op de middellange termijn.
In mei vertoonden de uitstaande bedragen van de meeste componenten van
M3 krimp. Deze weerspiegelde grotendeels de recente dalingen van de
rentetarieven op kortlopende deposito's en verhandelbare instrumenten
en de mogelijk daaruit voortvloeiende toegenomen allocatie van
middelen aan instrumenten buiten M3. Na een aanzienlijke versterking
in april, is de groei van M1 in mei eveneens gematigd, zij het dat
deze krachtig bleef. De ontwikkelingen op de korte termijn in M3 zijn
de afgelopen paar maanden volatiel geweest. Wanneer door deze
volatiliteit heen wordt gezien, is het tempo van de monetaire expansie
sinds het laatste kwartaal van 2008 duidelijk vertraagd.
De stroom van bancaire leningen aan niet-financiële ondernemingen en
huishoudens is gematigd gebleven, hetgeen deels een weerspiegeling
vormde van de verzwakking van de economische bedrijvigheid en het
aanhoudend lage niveau van het vertrouwen onder ondernemers en
consumenten. De afgelopen maanden is een gematigde maandelijkse krimp
van het uitstaande bedrag aan leningen aan niet-financiële
ondernemingen te zien geweest. Deze ontwikkelingen zijn grotendeels
het gevolg van een daling van de kortlopende kredietverlening, terwijl
de stroom van leningen met langere looptijden licht positief is
gebleven. In dit opzicht is het van belang op te merken dat de
verlagingen van de ECB-basisrentetarieven die in het verleden hebben
plaatsgevonden doorberekend blijven worden in de rentetarieven voor
zowel niet-financiële ondernemingen als huishoudens. De daaruit
voortvloeiende verbetering van de financieringsvoorwaarden zou in de
komende periode aanhoudende steun moeten geven aan de economische
bedrijvigheid. Zoals de Raad van Bestuur, gezien de uitdagingen die
voor ons liggen, in het verleden heeft benadrukt, dienen banken echter
passende maatregelen te nemen om hun kapitaalbasis verder te
versterken en, waar nodig, de overheidsmaatregelen ter ondersteuning
van de financiële sector, met name wat betreft herkapitalisatie, ten
volle te benutten.
Kortom: rekening houdend met alle informatie en analyses die
beschikbaar zijn gekomen sinds de vergadering van de Raad van Bestuur
op 4 juni 2009, blijven de huidige rentetarieven passend. De daling
van het inflatiecijfer op jaarbasis tot een negatief niveau in juni is
in overeenstemming met eerdere verwachtingen en weerspiegelt
voornamelijk tijdelijke effecten. Na een terugkeer tot een positief
inflatiecijfer verwacht de Raad van Bestuur dat de prijsontwikkeling
gedurende de beleidsrelevante periode gematigd zal blijven. Recente
publicaties van gegevens en informatie uit enquêtes verschaffen
verdere aanwijzingen dat de economische bedrijvigheid gedurende de
rest van het jaar waarschijnlijk zwak zal blijven maar minder krachtig
zou moeten dalen dan in het eerste kwartaal van 2009 het geval was.
Deze beoordeling stoelt tevens op negatieve vertraagde effecten, zoals
een verdere verslechtering van de arbeidsmarkten, die zich
waarschijnlijk de komende maanden zullen manifesteren. Vooruitblikkend
naar volgend jaar wordt, na een stabiliseringsfase, medio 2010 een
geleidelijk herstel met positieve groeicijfers op kwartaalbasis
verwacht. De beschikbare indicatoren van de inflatieverwachtingen voor
de middellange tot langere termijn blijven stevig verankerd in
overeenstemming met het streven van de Raad van Bestuur het
inflatiecijfer op middellange termijn onder maar dicht bij 2% te
houden. Een toetsing van de uitkomst van de economische analyse aan
die van de monetaire analyse bevestigt het oordeel van een lage
inflatoire druk, naar gelang de indicatoren van zowel de geldvoorraad
als de kredietverlening zwak blijven. Tegen deze achtergrond verwacht
de Raad van Bestuur dat de huidige periode van extreem lage of
negatieve inflatiecijfers van korte duur zal zijn en dat de
prijsstabiliteit op de middellange termijn zal worden gehandhaafd,
hetgeen de koopkracht van huishoudens in het eurogebied zal blijven
ondersteunen.
Aangezien de transmissie van monetair beleid altijd met enige
vertraging plaatsvindt, zouden de beleidsmaatregelen geleidelijk
steeds meer moeten doorwerken in de economie als geheel. Gezien alle
maatregelen die zijn genomen zal het monetair beleid dan ook
huishoudens en ondernemingen ondersteuning blijven bieden. De Raad van
Bestuur roept hierbij in herinnering dat het Eurosysteem bij zijn
recente eerste langerlopende herfinancieringstransactie met een
looptijd van één jaar een aanzienlijk bedrag aan liquiditeit aan
banken in het eurogebied heeft verstrekt. Deze transactie, met een
vaste rente van 1%, zal naar verwachting de liquiditeitspositie van
banken verder versterken, en steun geven aan de normalisering van de
geldmarkten en de verschaffing van krediet aan de economie, naast de
andere maatregelen voor ruimere kredietondersteuning. Wanneer het
macro-economische klimaat eenmaal verbetert, zal de Raad van Bestuur
ervoor zorgdragen dat de genomen maatregelen snel worden teruggedraaid
en dat de verstrekte liquiditeit wordt geabsorbeerd. Zo kunnen
mogelijke bedreigingen van de prijsstabiliteit op de middellange tot
langere termijn tijdig en doeltreffend worden afgewend. Zoals reeds
vele malen is benadrukt, zal de Raad van Bestuur blijven zorgen voor
een stevige verankering van de inflatieverwachtingen voor de
middellange termijn. Deze verankering is onmisbaar voor de
ondersteuning van duurzame groei en werkgelegenheid en draagt bij aan
de financiële stabiliteit. De Raad van Bestuur zal alle ontwikkelingen
gedurende de komende periode daarom zeer nauwlettend blijven volgen.
Wat betreft het begrotingsbeleid, verwelkomt de Raad van Bestuur de
voorjaar 2009 gepubliceerde oriëntaties voor het begrotingsbeleid in
het eurogebied zoals die in juni door de Ministers van Financiën zijn
overeengekomen. Er moet gezorgd worden voor een terugkeer naar gezonde
en duurzame overheidsfinanciën, om op die manier de algehele
macro-economische stabiliteit te versterken. Tegen deze achtergrond
dienen de overheden in het eurogebied ambitieuze en realistische
begrotingsexit- en consolideringsstrategieën binnen het kader van het
Pact voor Stabiliteit en Groei op te stellen en openbaar te maken.
Naar de mening van de Raad van Bestuur zou het structurele
aanpassingsproces in elk geval niet later dienen te beginnen dan het
economisch herstel. In 2011 zouden de consolideringsinspanningen
dienen te worden geïntensiveerd. Teneinde de voorziene grote
begrotingsonevenwichtigheden in de landen van het eurogebied te
corrigeren, zullen de structurele consolideringsinspanningen het in
het Pact voor Stabiliteit en Groei vastgelegde ijkpunt van 0,5% bbp
per jaar aanzienlijk moeten overstijgen. In landen met een hoog tekort
en/of een hoge schuldquote dient de jaarlijkse structurele aanpassing
ten minste 1% bbp te bedragen.
Wat de structurele beleidsmaatregelen betreft, is het noodzakelijk de
inspanningen om de potentiële groei in het eurogebied te ondersteunen
te intensiveren. Gezien de negatieve invloed van de financiële crisis
op de werkgelegenheid, investeringen en kapitaalvoorraad, is het van
cruciaal belang de tenuitvoerlegging van de noodzakelijke structurele
hervormingen te versnellen. Met name zijn hervormingen van
productmarkten nodig om de concurrentie te bevorderen en het tempo van
herstructurering en productiviteitsgroei op te voeren. Voorts dienen
hervormingen van de arbeidsmarkt passende loonzetting en
arbeidsmobiliteit tussen sectoren en regio's te vergemakkelijken.
Tegelijkertijd dienen veel van de beleidsmaatregelen die de afgelopen
maanden zijn genomen om specifieke segmenten van de economie te
ondersteunen, tijdig geleidelijk te worden ingetrokken. Het is van
cruciaal belang nu alle aandacht te richten op versterking van het
aanpassingsvermogen en van de flexibiliteit van de economie van het
eurogebied overeenkomstig het beginsel van een open-markteconomie en
vrije mededinging.
De Engelstalige versie van dit nummer van het Maandbericht bevat drie
artikelen. In het eerste artikel wordt de invloed van overheidssteun
aan de bankensector op de overheidsfinanciën in het eurogebied
geanalyseerd. In het tweede artikel wordt een overzicht gegeven van de
tenuitvoerlegging van het monetaire beleid sinds het begin van de
turbulentie op de financiële markten in augustus 2007. In het derde
artikel wordt het roulatiesysteem voor stemrecht in de Raad van
Bestuur beschreven.