Een leefbare stationsomgeving voor Denderleeuw
03/07/2009
In Denderleeuw is vrijdag de samenwerkingsovereenkomst ondertekend tot
opmaak van het Masterplan Stationsomgeving tussen de gemeente
Denderleeuw, de NMBS-Holding, Infrabel en De Lijn. De gouverneur van
de Provincie Oost-Vlaanderen treedt op als coördinator. Het Masterplan
heeft als doel de ambities van alle partijen te bundelen tot een
geïntegreerd plan en de nodige afspraken te maken over de uitvoering
van dit strategische project. De werkzaamheden zouden in 2010 moeten
starten na een financiële haalbaarheidsstudie en een verkeerskundig
onderzoek. Het Masterplan Stationsomgeving past in het Masterplan
Bipool Stationsomgeving-Centrum. Doel van dit plan is om de wijken
rond het station en het centrum op te waarderen. Midden 2008 werd
gestart met de voorbereiding van het project. Dit voorjaar werd via
een open oproep met de Vlaamse Bouwmeester het ontwerpbureau BUUR uit
Leuven aangeduid om beide Masterplannen uit te werken.
Denderleeuw: gemeente tussen spoor en water
Denderleeuw is een gemeente met vele gezichten. Klein, enorm
dichtbevolkt en met een stedelijk karakter. Maar eveneens groen en
ongerept, met beschermde natuurgebieden, een open landbouwkouter en
omarmd door de Dender. Een echte onderwijsgemeente ook, waar sport
prominent aanwezig is. En hoewel Denderleeuw ook wel eens een
slaapgemeente van forenzen genoemd wordt, brengt het rijke
verenigingsleven heel wat leven in de brouwerij.
Denderleeuw beschikt over aantrekkelijke troeven, maar de gemeente
ligt gekneld tussen spoor en water. Het omvangrijke spoorwegterrein
snijdt de gemeente middendoor. Het station Denderleeuw ligt op een
kruising van drie spoorlijnen en heeft daarmee een groot aanbod
aansluitingen. Het is een belangrijk knooppunt voor het treinverkeer.
De spoorlijn Brussel-Denderleeuw wordt ook een van de hoofdlijnen van
het Gewestelijk ExpresNet.
Deze aantrekkingskracht van het station blijft niet zonder gevolgen
voor een kleine gemeente. Zo is er de zware verkeersdruk door de
pendelaars die met de auto naar het station komen. Dit verstoort de
rust van de inwoners. Vele pendelaars die in Brussel werken, kiezen de
gemeente Denderleeuw als woonplaats omwille van de vlotte en frequente
treinverbinding naar het werk. Dit heeft ook een groot
bevolkingsverloop tot gevolg, wat de gemeente een apart karakter
geeft.
Masterplan Bipool Stationsomgeving-Centrum
In het gemeentelijk structuurplan en het afbakeningsplan van het
Regionaal Stedelijk Gebied Aalst staat de visie van het Denderleeuws
gemeentebestuur verwoord om de stationsbuurt en het dorpscentrum in
een geïntegreerd plan op te waarderen. Toen de NMBS-Groep in januari
2008 haar ambitieuze masterplan voor de ontwikkeling van het station
aan het gemeentebestuur kwam voorstellen, pleitte de gemeente er dan
ook voor om dit specifieke masterplan in een ruimer kader te bekijken.
Een cruciaal kantelmoment was het werkbezoek van de gouverneur op 4
april 2008, naar aanleiding van zijn Ronde van Oost-Vlaanderen. De
gouverneur onderkende de bovenlokale betekenis van dit project en
engageerde zich om hierbij een coördinerende rol te spelen en dit
project op de sporen te helpen zetten. Op korte tijd werd een
overlegstructuur op poten gezet, waarin alle betrokken actoren
vertegenwoordigd werden, met name de Provincie Oost-Vlaanderen,
NMBS-Holding, Infrabel, De Lijn en de gemeente Denderleeuw.
Op 22 mei 2008 besliste de Denderleeuwse gemeenteraad dan om via een
open oproep van de Vlaamse Bouwmeester een studiebureau aan te stellen
voor de opmaak van dit geïntegreerde masterplan voor de Bipool
Stationsomgeving-Centrum.
Zowel de dorpskern, die de rol van centrum en historisch hart voor
Denderleeuw onvoldoende belichaamt, als de weinig aantrekkelijke
stationsomgeving moeten hierin worden aangepakt. Het masterplan wil de
kenmerkende structuur van de twee polen - de stationsomgeving en de
dorpskern - verweven tot een netwerk voor geheel Denderleeuw. Dit
netwerk verbindt alle voorzieningen en betekenisvolle plekken van
Denderleeuw met elkaar en verleent de gemeente een vernieuwde
identiteit en leesbaarheid. Het verblijfskarakter en uitstraling van
zowel stationsplein als dorpskern wordt hierbij versterkt.
Multimodaal knooppunt
Het netwerk zet in op vlotte verbindingen voor het openbaar vervoer en
veilige en aangename wegen voor het lokaal en zacht verkeer. Hierbij
wordt eveneens ingespeeld op Denderleeuw als een aangename plaats om
te leven, wonen, fietsen, wandelen en van de natuur te genieten. De
stationsomgeving wordt uitgebouwd als een multimodaal knooppunt waar
je vlot kan overstappen van het ene transportmiddel op het andere. De
spoorbundel en pendelparking worden gekaderd in de aanleg van een
groen spoorweglandschap.
Het oplichten van de historische radiaalwegen met als convergentiepunt
het centrum brengt een evidente structuur terug in het beeld van
Denderleeuw en kondigt de dorpskern aan. Een aangepaste bestrating met
een versterkt groen karakter zorgt voor een duidelijke profilering van
deze wegen.
Naast dit netwerk wordt een nieuw tracé voor het bovenlokaal verkeer
tussen de N405 en N208 voorgesteld. Dit tracé ontsluit de
pendelparking aan de Kouterbaan en zorgt zo voor een vlotte
verkeersafwikkeling van de stationsomgeving. Deze
verkeersinfrastructuur wordt functioneel en ruimtelijk van het netwerk
gescheiden zodat de overlast op lokaal niveau wordt ingeperkt. De
woon- en leefkwaliteit rond de stationsomgeving verhoogt hierdoor
sterk.
Stationsfilosofie van NMBS-Holding
De rol van stations evolueert steeds verder naar plaatsen waar men
niet meer alleen komt om de trein te nemen. De grote stations, beheerd
door de NMBS-Holding, maken deel uit van het stadsleven. Men komt er
niet alleen meer om de trein te nemen, maar ook om te winkelen, te
ontspannen of om af te spreken met vrienden.
Het station Denderleeuw is met dagelijks bijna 11.000 instappende
reizigers het tweede belangrijkste station van Oost-Vlaanderen. Het
station kreeg een nieuwe visuele identiteit van het Station en een
herkenbaar logo. Het trekt de aandacht en doet de klant opmerken dat
een nieuwe stationsrealiteit zijn intrede heeft gedaan op het terrein.
Het ideale station moet een dynamische en efficiënte plek zijn, waar
men geen tijd verliest. Een goed georganiseerde omgeving, waar je
gemakkelijk je weg vindt. Dat betekent ook een vlotte overstap met
ander openbaar vervoer, voldoende stationsparkings en
fietsparkeerplaatsen. Ook aan wie minder goed te been is, wordt
gedacht.
In het station is altijd wat te beleven. Het is een ontmoetingsplaats
en het bruist er van energie. Comfort gaat hand in hand met netheid en
veiligheid. De komst van steeds meer winkeltjes zorgt voor extra
activiteit en gezelligheid.
Het aanbod in de stations stelt de klant of de buurtbewoner in staat
om tijd te winnen. Het is slimme tijd. Naast een aangepast aanbod van
commerciële producten vinden steeds meer diensten hun weg naar het
station: toeristische infobalies, fietspunten,
Deze basisideeën worden samengebald in het merk het Station. Het
kleurrijke logo verwijst naar architectuur, slaat een brug tussen
binnen en buiten, tussen het station en de stad. Dynamisme en beweging
maar ook bescherming en gezelligheid. Ontmoetingen en emotie. De
kleuren versterken de filosofie van vitaliteit en verscheidenheid.
Nieuw stationsgebouw
Het stationsgebouw van Denderleeuw voldoet niet meer aan de huidige
eisen van comfort en klantvriendelijkheid. De NMBS-Holding grijpt het
Masterplan Denderleeuw aan om een volledig nieuw stationsgebouw te
bouwen met loketten en wachtzaal. Verder komt er ook een nieuw buffet,
winkeltjes en kantoren voor de NMBS-Groep.
Het nieuwe gebouw zal ongeveer op dezelfde plaats als het huidige
worden opgetrokken. Het sanitair zal ook een plaats krijgen in het
nieuwe stationsgebouw. Het sanitairblok en de kleine dienstgebouwen
ernaast worden afgebroken.
Het seinhuis dat zich nu nog in het stationsgebouw bevindt, krijgt een
nieuwe plaats aan de kant Kouterbaan. Wanneer in 2011 het nieuwe
seinhuis in dienst is, wordt het stationsgebouw afgebroken.
Hoogtechnologisch seinhuis
Infrabel, de infrastructuurbeheerder van het Belgische spoorwegnet,
bouwt naast de ingang van de onderdoorgang kant Kouterbaan een nieuw,
hoogtechnologisch seinhuis. De werkzaamheden hiervoor zijn sinds begin
2008 volop bezig. Dit past in de stapsgewijze modernisering van het
beheer van het treinverkeer met het oog op een stelselmatige
verbetering van de veiligheid en stiptheid van dat spoorverkeer.
In het voorjaar van 2011 zal het nieuwe seinhuis van Denderleeuw klaar
zijn. Het krijgt een functionele en moderne architectuur met aandacht
voor de ergonomie en het comfort van het personeel. Het nieuwe
seinhuis zal de activiteiten overnemen van het
grootste deel van de seinhuizen van Zuid-Oost-Vlaanderen (Aalst,
Ninove, Geraardsbergen, Zottegem, etc.). Tegen eind 2012 zal het
Belgische netwerk 31 soortgelijke, ultramoderne controlecentra tellen
in plaats van de huidige 267 seinhuizen.
Met het nieuwe seinhuis krijgt de kant Kouterbaan een gezicht. Het
wordt als poort tot het station een aanknopingspunt om beide
stationsingangen meer in evenwicht met elkaar te brengen. Infrabel
heeft zowat 8 miljoen euro geïnvesteerd in het gebouw van het nieuwe
seinhuis.
LCI, hypermoderne uitvalsbasis voor technische ploegen
Infrabel heeft in Denderleeuw ongeveer 6 miljoen euro geïnvesteerd in
het bouwen van een Logistiek Centrum Infrastructuur (LCI). In dit
nieuwe centrum vinden technische diensten, die tot voor kort
geografisch verspreid waren, een moderne en ergonomische huisvesting.
Tegelijk draagt de nieuwe accommodatie bij tot een geoptimaliseerd
stockbeheer en rationeel gebruik van de werktuigen. Het LCI is dus
niet alleen een hypermoderne uitvalsbasis voor de technische ploegen
maar het zorgt vooral voor een snelle en efficiënte interventie bij
eventuele technische storingen op het net.
Een nieuwe onthaalinfrastructuur ten voordele van de treinreizigers
In het kader van de aanleg van het Gewestelijk ExpresNet (GEN) rond
Brussel start infrastructuurbeheerder Infrabel eind 2010 met de
vernieuwing van de perrons, luifels en onderdoorgangen van het station
Denderleeuw. Horizon 2014 zullen de werkzaamheden klaar zijn.
Comfortabele perrons
Infrabel vernieuwt de perrons en maakt ze hoger en langer. Er komen
nieuwe luifels uit staal en glas die 50 meter langer zullen zijn dan
de huidige en een maximale bescherming bieden tegen regen en wind.
De perrons worden uitgerust met schuilhuisjes, windschermen,
zitbanken, etc. Ook alle vertrekborden en schermen, seininrichting,
dienstregelingborden, vuilnisbakken, sonorisatie, stationsborden en
uurwerken worden vernieuwd. Er komen ook blindegeleidetegels en
perronranden met noppentegels. Al deze maatregelen zullen het comfort
voor de treinreiziger in het station sterk verhogen.
Aangename onderdoorgangen
De twee onderdoorgangen onder de sporen blijven behouden maar worden
aangenamer gemaakt. De doorlopende onderdoorgang naar de kant
Kouterbaan is lang en vrij laag. Met een betere verlichting en andere
materialen zal deze onderdoorgang opener worden. Er wordt ook een
maximum aan natuurlijk daglicht in de onderdoorgangen gebracht door
delen van de perronluifels van beglazing te voorzien.
Naast de vaste trappen, komen er nieuwe roltrappen naar alle perrons
en in de doodlopende onderdoorgang komen liften. Zo worden de nieuwe
perrons toegankelijker voor minder mobiele reizigers en reizigers met
een kinderwagen of zware bagage.
Luifel aan Stationsplein
Beide onderdoorgangen worden met elkaar verbonden. Een trappenpartij
met lichte helling zorgt voor een geleidelijke overgang tussen het
Stationsplein en de onderdoorgang-verbinding. Het is de bedoeling dat
het geheel als één ruime zone wordt ervaren zodat de reiziger in één
oogopslag de logische wandelroutes ziet. De trappenpartij wordt
overdekt met een luifel waarvan het ontwerp verder bouwt op dat van de
perronluifels. Er wordt gestreefd naar een eenheid van vormgeving in
alle ontwerpen. De luifel wordt met het nieuwe stationsgebouw en
busstation uitgewerkt als een architecturale strip. Zo ontstaat de
mogelijkheid om een aangenaam stationsplein te creëren.
Parking en veiligheid prioritair voor treinreizigers
NMBS-Holding organiseerde vorig jaar een uitgebreide enquête onder de
pendelaars in het station Denderleeuw. Er werd de reizigers gevraagd
naar hun wensen en suggesties. Zo kwamen er 1.423 voorstellen binnen.
Bovenaan hun verlanglijstje staan voldoende kwaliteitsvolle
parkeerplaatsen (559 personen), veiligheid (228) en de netheid van het
station (216). Daarnaast vragen de reizigers meer aandacht voor het
comfort op de perrons, voor fietspaden en -stallingen, een goede
zoenzone en een sfeervol station (winkeltjes, muziek en meer groen).
De meerderheid van de pendelaars komt met de auto naar het station
Denderleeuw. Uit onderzoek blijkt dat bijna 40% (39,71%) de auto
neemt, 22,08% wordt met de auto naar het station gebracht, 20,20% komt
te voet en bijna 12,88% komt per fiets. Daarna volgen de bus (4,29%)
en de bromfiets of motor (0,84%).
Nieuwe autoparking
Uit het onderzoek blijkt dat er bij het station Denderleeuw behoefte
is aan een parking voor 1.500 à 1.600 autos. Momenteel zijn er
ongeveer 1.000 plaatsen. Om tegemoet te komen aan deze vraag gaat
NMBS-Holding een nieuwe parking bouwen aan de kant Kouterbaan. Het
autoverkeer wordt daar geconcentreerd zodat de verblijfskwaliteit van
het stationsplein wordt verhoogd.
Deze parkinguitbreiding past in het beleid van NMBS-Holding om de
stations met alle voortransportmiddelen goed bereikbaar te maken.
Parkings maken deel uit van de nieuwe stationsfilosofie dat klanten in
het station geen tijd mogen verliezen. Er dient voldoende
parkeercapaciteit te zijn en er moet een vlotte overstap mogelijk zijn
van het ene transportmiddel op het andere.
Fietsenstallingen
Ook bij de fietsende pendelaars is er vraag naar meer stallingen. Aan
de kant Kouterbaan is er behoefte aan een stalling voor 500 fietsen en
aan de kant Stationsstraat voor 300 fietsen.
Veiligheid
Alle toegangen en perrons van het station Denderleeuw worden sinds
2008 in de gaten gehouden door 44 cameras. Deze blijven uiteraard
behouden met de modernisering. De videobeelden worden 24 uur per dag
en 7 dagen per week in real time bekeken in het Security Operations
Center (SOC), een hoogtechnologische controlekamer vlakbij het station
Brussel-Zuid. Bij problemen worden onmiddellijk veiligheidsteams ter
plaatse gestuurd.
Nieuw busstation
De gemeente Denderleeuw moet een echt vervoersknooppunt worden waar je
vlot kan overstappen van het ene transportmiddel op het andere. Met
andere woorden de nieuwe stationsomgeving zal een optimale
doorstroming en vlotte circulatie voor de bus van en naar het station
garanderen. De looproutes tussen trein en bus zullen zo kort mogelijk
gehouden worden, met zo weinig mogelijk fysieke en visuele barrières
om een optimale veiligheid te garanderen.
Het nieuwe busstation zal duidelijk verlicht, helder en transparant
zijn, dit zowel overdag als s nachts. Natuurlijk zal deze vernieuwde
omgeving optimaal toegankelijk zijn voor minder mobiele personen. En
tenslotte wordt er in het ontwerp eveneens rekening gehouden met een
groeimarge om toekomstige uitbreidingen of aanpassingen van het
openbaar vervoernet mogelijk te houden.
Dorpskernvernieuwing
Niet alleen de stationsomgeving wordt grondig aangepakt. Met het
Masterplan Bipool Stationsomgeving-Centrum wordt ook de dorpskern van
Denderleeuw onder handen genomen.
Voor het centrum van Denderleeuw dient een ruimtelijk uitvoeringsplan
opgemaakt, dat de optimale inrichting van de open leefruimte in de
dorpskern moet aangeven en de inplanting van een nieuwe bibliotheek,
een polyvalente zaal en de uitbreiding van het administratief centrum
moet onderzoeken.
Daarnaast is er nog plaats voor allerlei ingrepen. De ligging van de
kerk naast de Dender geeft een uniek uitzicht aan de dorpskern en dus
dient ook de band met de rivier aangehaald. Langs de Dender is immers
ruimte om een aangename verblijfsruimte te creëren. Zo zal het
kerkplein en het Denderpark deel uitmaken van een aaneengesloten
centrumruimte die een groot aantal functies herbergt: gemeentehuis,
bibliotheek, feestzaal, school, etc.
Uiteindelijk moet het Masterplan twee polen in de gemeente met elkaar
verbinden en in harmonie brengen. Enerzijds de dynamische
stationsomgeving: een draaischijf van openbaar vervoer en een zone
waar werken, winkelen, dienstverlening en mobiliteit centraal staan.
Anderzijds de dorpskern met een aangenaam woonkarakter: een plaats die
de verblijfskwaliteit benadrukt door een aangepaste inrichting van de
publieke ruimte in een groen kader, ondersteund door de uitbouw van
culturele, recreatieve en toeristische infrastructuur. Kortom, een
aangename plek om te wonen en te leven.
NMBS