9 jaar gevangenisstraf voor Holleeder in hoger beroep
Amsterdam, 3 juli 2009 - Het gerechtshof in Amsterdam heeft W.F.
Holleeder vandaag in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf
van 9 jaar. Dit is gelijk aan de straf die de rechtbank eerder had
opgelegd.
Holleeder is veroordeeld voor afpersing van Willem Endstra, Cees
Houtman en Rolf Friedländer, leiding geven aan een criminele
organisatie, witwassen, mishandeling en bedreiging, gepleegd in de
periode van 1998 tot 2006.
Ten aanzien van de strafmaat overweegt het hof dat de afpersingen diep
in het leven van de slachtoffers hebben ingegrepen en wijst het hof op
de systematische wijze waarop werd gehandeld, de ernst van de
bedreigingen en de hoogte van de afgedwongen betalingen.
Drie andere verdachten in de procedure zijn eveneens veroordeeld:
R.v.D. voor deelneming aan een criminele organisatie en afpersing van
Cees Houtman tot een gevangenisstraf van 33 maanden, R.G. voor
diezelfde feiten alsmede verboden wapenbezit tot een gevangenisstraf
van 18 maanden waarvan 6 voorwaardelijk en M.C.D. voor witwassen tot
een werkstraf van 240 uren. Twee verdachten, M.A.K. en M.M., zijn
vrijgesproken.
In de procedure bij het hof zijn door de verdediging een aantal
onderwerpen ter discussie gesteld. Het hof heeft daarop âkort
samengevat- als volgt beslist.
Geen partijdigheid rechtbank en geen schending onschuldpresumptie
Uitlatingen in de media van de voorzitter van de strafkamer van de
rechtbank in deze zaak zijn niet van dien aard dat daarmee een
ongeoorloofde inbreuk is gemaakt op het onschuldvermoeden en op het
recht op een eerlijke behandeling van de strafzaak door een
onafhankelijk en onpartijdig gerecht. Uitlatingen van een toenmalige
politiechef en officier van justitie hebben het publiek aangemoedigd
in de schuld van de verdachte te geloven, maar geven geen aanleiding
tot matiging van de straf.
Tekortkomingen in verslaglegging zijn gecompenseerd
Met de verdediging is het hof van oordeel dat in het
opsporingsonderzoek in een aantal gevallen onvolkomen, late of
onzorgvuldige verslaglegging heeft plaatsgevonden. Het hof spreekt in
dat verband van ernstige tekortkomingen. Omdat de verdediging de
desbetreffende getuigen heeft kunnen ondervragen of audio-opnamen van
de verhoren heeft kunnen beluisteren hoeft een en ander echter volgens
het hof geen gevolgen te hebben voor het bewijs. Gebreken zijn
hersteld of gecompenseerd.
Getuigenverklaringen bruikbaar voor bewijs
Voor zover een getuige op enig moment buiten aanwezigheid van de
verdediging is gehoord is dit gecompenseerd doordat de verdediging in
hoger beroep in de gelegenheid is geweest de getuige opnieuw te
ondervragen. De voor het bewijs gebruikte verklaringen van de getuigen
M.H-W. en Th.v.d.B zijn betrouwbaar gebleken en wraakzuchtige of
andere onzuivere motieven van de getuigen om te verklaren, zijn niet
aannemelijk geworden.
Verschoningsrecht niet geschonden
Niet is gebleken dat de toenmalige raadsman van Holleeder zich bij een
verhoor op zijn verschoningsrecht heeft beroepen; daarop is geen
inbreuk gemaakt. Evenmin is inbreuk gemaakt op het verschoningsrecht
van diens toenmalige secretaresse. Dat de secretaresse van de raadsman
een van de raadsman afgeleid verschoningsrecht had brengt niet mee,
dat aan die raadsman de beslissing moet worden gelaten of zijn
secretaresse zich diende te verschonen.
Achterbankgesprekken bruikbaar voor bewijs
Op verzoek van de verdediging hebben de rechtspsychologen Crombag en
Wagenaar een rapport uitgebracht over de achterbankgesprekken. Zij
komen tot de conclusie dat deze gesprekken niet bruikbaar zijn voor
het bewijs. Het hof constateert dat de rapporteurs over de
achterbankgesprekken oordelen hebben uitgesproken die niet zijn
gebaseerd op hun specifieke deskundigheid en op een gebied waar het
oordeel niet aan hen toekomt. Het hof is van oordeel dat, mits met een
kritische blik en met de nodige behoedzaamheid bezien, de
achterbankgesprekken wel degelijk bruikbaar zijn voor het bewijs. Het
ontbreken van de mogelijkheid Endstra te ondervragen is gecompenseerd
door het horen van getuigen, onder meer over de totstandkoming van de
achterbankgesprekken en de verslaglegging daarvan, en door de
verdediging in de gelegenheid te stellen die gesprekken te beluisteren
en te becommentariëren.
Dagboekaantekeningen bruikbaar voor bewijs
Dat de dagboekaantekeningen van Endstra ten dele door hem zijn
gereconstrueerd staat niet aan hun betrouwbaarheid in de weg, nu die
reconstructie gebeurtenissen betreft van hooguit anderhalf jaar
daarvóór en Endstra een goed geheugen had voor financiële
transacties.
Kantoorincident bewijsbaar
Endstra is in de kern eenduidig geweest in zijn uitlatingen over een
incident, waarbij hij, uitgenodigd op het kantoor van zijn toenmalige
raadsman, daar niet zijn raadsman heeft getroffen, maar is
geconfronteerd met een aantal personen, onder wie Holleeder, en dat
hem daar onder bedreiging met een vuurwapen te verstaan is gegeven dat
hij geld moest betalen. De secretaresse van de raadsman heeft over de
aanwezigheid van Holleeder bij een ontmoeting op het kantoor voldoende
consistent verklaard. Diverse getuigen hebben van Endstra vernomen van
het incident. De kern van wat Endstra hen heeft verteld wordt niet
aangetast doordat in de weergave van de getuigen onderlinge
verschillen zijn waar te nemen.
Witwassen
Het hof hecht geen geloof aan de uitleg dat de betalingen van Endstra
aan Paarlberg een contractuele basis hadden. Paarlberg moet van de
afpersing van Endstra door Holleeder hebben geweten. De door Holleeder
afgedwongen betalingen zijn door Paarlberg en aan hem gelieerde
rechtspersonen ontvangen, waarbij de aard van de betalingen is verhuld
door daaraan valse betalingstitels te geven. Aldus heeft Holleeder
samen met Paarlberg een groot aantal omvangrijke, van de afpersing van
Endstra afkomstige, geldbedragen witgewassen.
Bron: Centrale redactie rechtspraak.nl
Datum actualiteit: 3 juli 2009 Naar boven
Gerechtelijke organisatie