Commissariaat voor de Media

03 juli 2009

Omroepverenigingen tellen samen ruim 3,6 miljoen leden

Het Commissariaat voor de Media heeft de ledentallen vastgesteld die officieel meetellen voor de door minister Ronald Plasterk te verlenen erkenningen. Aspirant-omroepverenigingen MAX en LLiNK hebben beide voldoende leden (meer dan 150.000) behaald om in aanmerking te kunnen komen voor een erkenning. Daarnaast voldoen PowNed en Wakker Nederland aan de minimum ledeneis van 50.000 die geldt voor nieuwkomers die aspirant-omroep willen worden.
In het overzicht zijn ter vergelijking de cijfers van de laatstgehouden officiële ledentelling (peildatum
1 maart 2004) weergegeven. LLiNK heette destijds nog DeNieuwe Omroep. De uitslag is een, op basis van een aselecte steekproef, berekende schatting van het aantal leden dat op grond van de wettelijke criteria mag worden meegeteld.

Zie het origineel


Met als peildatum 1 april 2009 is uit het ledenbestand van elke omroep een aselecte steekproef van 500 tot 1000 namen getrokken. De gegevens uit deze steekproeven zijn stuk voor stuk gecontroleerd, onder meer bij de afdeling burgerzaken van de gemeenten en/of de Burger Service Nummer registratie. Leden die hun contributie niet tijdig en/of niet zelf betaalden, geen zestien jaar of ouder waren, niet in Nederland woonden of die bij het abonnement op het programmablad niet hebben aangegeven lid te willen zijn (positieve wilsverklaring), zijn op grond van de wettelijke bepalingen niet meegeteld. Personen die meer dan eens in een bestand voorkwamen, telden één keer mee.

De aantallen leden die uiteindelijk voor de erkenning meetellen, wijken slechts 0 tot 3 procent af van de aantallen zoals de omroepverenigingen die in april zelf aan het Commissariaat opgaven.

Uit de cijfers blijkt dat de omroepverenigingen in 2004 ruim 46% van de huishoudens in Nederland aan zich wisten te binden. In 2009 komt dat percentage, inclusief PowNed en Wakker Nederland, uit op 51%.

De omroepverenigingen voegen de ledentallen bij hun aanvraag voor een erkenning voor de periode september 2010 - september 2015. De aanvragen moeten, samen met een beleidspan, eind juli 2009 bij het Commissariaat worden ingediend. Vervolgens adviseren de Raad voor Cultuur, de raad van bestuur van de publieke omroep en het Commissariaat voor de Media de minister voor 1 oktober 2009 over de aanvragen. De minister besluit voor 1 januari 2010 welke omroepen een erkenning krijgen en welke niet. Een (voorlopige) erkenning geeft recht op een aandeel in de zendtijd en het budget van de publieke omroep.