Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Datum 2 juli 2009 -

Onderwerp Aanpak Multimodale Reisinformatie Bijlage(n)
---

Geachte voorzitter,

Samenvatting

Verbeterde bereikbaarheid ontstaat mede door goede reisinformatie voor reizigers, doordat zij ­ op
ieder moment van de dag en op iedere plaats ­ een optimale en bewuste keuze kunnen maken op
basis van (a) actuele, (b) betrouwbare en (c) landsdekkende multimodale reisinformatie van deur tot
deur. Dergelijke reisinformatie is momenteel nog niet in voldoende mate beschikbaar zodat een
kwaliteitsslag dient te worden gemaakt in de beschikbaarheid en kwaliteit van data, resulterend in
multimodale reisinformatie die zowel voorafgaand aan als tijdens de reis beschikbaar is.

Om actuele data op elk moment beschikbaar te krijgen, worden vanuit verschillende sporen ­ OV,
weg, parkeren/P+R en fiets ­ databases gebouwd. Hierdoor kan multimodale reisinformatie worden
gegenereerd door marktpartijen. Voor het verspreiden van reisinformatie is het belangrijk dat
reizigers kunnen beschikken over multimodale reisinformatie voorafgaand aan de reis (voor het
maken van een keuze tussen vervoermiddelen) als tijdens de reis informatie over het vervoersmiddel
waarvoor gekozen is. Dit alles tegen de achtergrond van de verhouding tussen markt en overheid.
De overheden zijn verantwoordelijk voor het mobiliteitssysteem en borgen daarbij publieke
belangen, de optimale benutting van de beschikbare infrastructuur, duurzaamheid, leefbaarheid en
veiligheid. Marktpartijen en vervoerders zijn aan zet bij het genereren en verspreiden van
reisinformatie.
Het doel is dat in 2015 multimodale reisinformatie beschikbaar is, doordat VenW geholpen heeft de
juiste condities te creëren. In de periode tot 2015 zal invulling worden gegeven aan de verschillende
acties uit deze brief.

1. Inleiding
De MobiliteitsAanpak koerst op vlot en veilig reizen van deur tot deur. Het Ministerie
van Verkeer en Waterstaat (hierna: VenW) werkt samen met publieke en private
partners aan een robuust en samenhangend mobiliteitssysteem en aan maatregelen
die de bereikbaarheid concreet verbeteren. Onderdeel van de MobiliteitsAanpak is de
inzet op het goed benutten van onze netwerken voor de (vracht)auto en het
openbaar vervoer. Goede reisinformatie kan hieraan een belangrijke bijdrage
leveren. Voorwaarde is dat reizigers in staat zijn bewuste en optimale keuzes te
a
pagina 1 van 11

kunnen maken voor (keten-)verplaatsingen van deur-tot-deur. Dat vraagt om
Datum
informatie van een hoge kwaliteit (actueel, betrouwbaar en landsdekkend

multimodaal) dat op ieder moment van de dag en op iedere plaats (voor en tijdens de Ons kenmerk
reis) beschikbaar is. VENW/DGMo-2009/2606

Momenteel is deze informatie nog onvoldoende beschikbaar, zowel in omvang,
actualiteit als interoperabiliteit. Zo is de onzekerheid over verwachte reistijden al
jarenlang één van de grootste ergernissen voor mensen omdat deze een efficiënte
planning en dagindeling frustreert. Weggebruikers hebben onvoldoende inzicht in de
beschikbaarheid van alternatieve routes en combinatiemogelijkheden (bijvoorbeeld
bezetting P+R terrein). Tevens zijn de meeste weggebruikers zich nog weinig bewust
van de werkelijke kosten (vast, variabel en extern) van verplaatsingen en het stilstaan
(o.a. parkeren). Ook aan de gebruiksvriendelijkheid van informatievoorzieningen in
en rond het openbaar vervoer (o.a. stations) is nog het nodige te verbeteren, zeker
bij storingen en overstappen.

Om het gat tussen wenselijkheid en werkelijkheid te verkleinen, helpen we lopende
en startende initiatieven (van zowel overheden als marktpartijenen vervoerders)
verder te komen. Daarnaast worden door VenW nieuwe initiatieven genomen om de
kwaliteit en verspreiding van reisinformatie te verbeteren.

In het bij deze brief gevoegde overzicht van de voorgenomen acties, zijn maatregelen
opgenomen die we samen met decentrale overheden en marktpartijen nemen. Dit
plan is mede naar aanleiding van de initiatiefnota `De reiziger op een dwaalspoor',
van de CDA-kamerleden Koopmans en Mastwijk (Kamerstukken,
2008/4/18/kst117472) tot stand gekomen. Achtereenvolgens komen aan de orde:
a. De rol van de overheid met betrekking tot het thema reisinformatie;
b. Hoe komen actuele data voor reisinformatie beschikbaar;
c. De verspreiding van actuele reisinformatie onder reizigers;
d. Planning en financiën.

Deze brief is afgestemd met vertegenwoordigers van marktpartijen, vervoerders en
consumentenorganisaties voordat de brief en de bijlage op 14 mei 2009 in het
Nationaal Mobiliteitsberaad zijn besproken.

2. Rol van de overheid
VenW is samen met gemeenten, stadsregio's en provincies verantwoordelijk voor het
goed functioneren van het mobiliteitssysteem in Nederland. Goede reisinformatie
stelt de reiziger in staat bewuste keuzes te maken. Bij reisinformatie hebben de
overheden vooral een voorwaardescheppende en kaderstellende rol richting
marktpartijen. Dit betekent dat de overheden minimumvoorwaarden en kaders
scheppen waaraan reisinformatie moet voldoen, maar de invulling hiervan (wat,
wanneer en hoe) in principe overlaten aan marktpartijen. Alleen als deze invulling
negatieve gevolgen heeft voor publieke belangen als (verkeers)veiligheid,
leefbaarheid en bereikbaarheid, treden overheden sturend op. In alle overige gevallen
wordt het verspreiden van reisinformatie aan reizigers zoveel mogelijk aan
marktpartijen en vervoerders overgelaten.

Openbaar vervoer
In artikel 14 van de Wet personenvervoer 2000 is vastgelegd dat de openbaar
vervoerbedrijven, als uitvoerders van een publieke dienst, meewerken en betalen aan
de voeding, actualisering en instandhouding van een reisinformatiesysteem. In artikel
10 van het Besluit personenvervoer 2000 is vervolgens aangegeven welke gegevens
Pagina 2 van 11

de vervoerbedrijven dienen te leveren. Daarnaast kunnen de concessieverlenende
Datum
overheden via de concessie voorwaarden en kaders stellen. De vervoerbedrijven

hebben daartoe gezamenlijk de Reisinformatiegroep 9292 OV opgericht, die een Ons kenmerk
landsdekkende inwinning, bewerking en distributie van reisinformatie verzorgt. VENW/DGMo-2009/2606

Weg
Voor de weg is de vigerende rolverdeling tussen markt en overheid beschreven in de
Nota Reisinformatie uit 1996. Hierin staat dat met name de wegbeheerders (rijk,
regionale en lokale overheden) de inwinning en bewerking van reisinformatie
organiseren en dat marktpartijen de distributie van reisinformatie verzorgen,
uitgezonderd informatie op borden boven of langs de weg.

3. Naar actuele data
De huidige reisinformatie is vooral statisch (niet actueel). Om de reiziger een keuze
voor een vervoermiddel te kunnen laten maken, is het van belang dat reisinformatie
gaat naar actuele, tijdige, verwachte en landsdekkende reisinformatie. Dit kan
doordat we helpen de basis voor de actuele data op orde te krijgen. De basis ontstaat
en de data komen beschikbaar via standaardisatie en het laten opbouwen van
databanken voor het openbaar vervoer, de weg en vervolgens de multimodale
gegevens. Immers de multimodale reisinformatie is informatie over de keten van
openbaar vervoer, weg, voor- en natransport en mogelijke combinaties (via P+R of
fiets).

3.1 Openbaar vervoer
De Reisinformatiegroep 9292 OV verzorgt voor de openbaarvervoerreiziger nu
landelijk dekkende reisadviezen. Deze reisadviezen zijn gedeeltelijk gebaseerd op
actuele reisinformatie, maar houden geen rekening met storingen en vertragingen.
Om daarin verandering te brengen, werkt VenW samen met concessieverlenende
overheden en openbaar vervoerbedrijven aan een landelijk dekkend systeem voor
actuele data. In 2009 wordt hiervoor een Nationale Databank Openbaar
Vervoergegevens (NDOV) opgericht. Doelstelling is om van statische reisinformatie
te komen naar dynamische reisinformatie.

We willen de openbaar vervoerbedrijven ­ in samenspraak met (decentrale)
overheden ­ de ruimte bieden zelf de NDOV te bouwen en beheren. De
concessieverlenende overheden zien toe op de voortgang en kwaliteit van de NDOV.
De NDOV komt los te staan van de organisatie(s) die reisadviezen aan de reizigers
aanbieden (o.a. 9292 OV). Hierdoor willen we marktpartijen, vervoerders en
decentrale overheden kansen bieden om reisinformatieproducten te ontwikkelen en
aan te bieden. Om de markt voldoende ruimte te bieden, maar ook de openbaar
vervoerbedrijven voldoende te beschermen, stellen de overheden samen met de
vervoerbedrijven eenduidige gebruiks- en leveringsvoorwaarden voor de NDOV en
de marktpartijen op. Daarnaast wordt aan de vervoerbedrijven de eisen opgelegd om
gegevens te verstrekken zodat actuele reisinformatie aan de reizigers kan worden
aangeboden. Wij leggen deze eisen vast door aanpassing van artikel 10 van het
Besluit personenvervoer 2000. Concessieverlenende overheden spreken met elkaar af
dat zij in hun concessie met de openbaar vervoerbedrijven voorschrijven dat de
actuele data in ieder geval aan de op te richten NDOV zullen worden geleverd.
Vooruitlopend hierop maken openbaar vervoerbedrijven en concessieverlenende
overheden afspraken met elkaar over het opstellen van standaarden voor actuele
data. Dit gebeurt via het platform BISON (Beheervereniging Informatie Standaarden
Pagina 3 van 11

Openbaar vervoer Nederland) dat eind 2008 is opgezet. VenW draagt tot eind 2010
Datum
­met decentrale overheden ­ financieel bij aan BISON.

We streven ernaar dat het NDOV in 2011 operationeel is. Ons kenmerk
VENW/DGMo-2009/2606
3.2 Weg
Tot op heden verzorgt het Verkeercentrum Nederland van Rijkswaterstaat
(RWS/VCNL) de inwinning en bewerking van basisgegevens over de actuele situatie
voor een beperkt deel van de Nederlandse wegen, vanuit het oogpunt van
verkeersmanagement.

Verkeersmanagementgegevens als input voor reisinformatie

Verkeersmanagement is een publieke taak van wegbeheerders gericht
op het verbeteren van de verkeersveiligheid en op het optimaal
benutten van de infrastructuur door het verstrekken van
verkeersinformatie (vooral boven en langs de weg) over de actuele
verkeerstoestand, door het geven van routeadviezen en door het
waarschuwen bij calamiteiten en gevaren in combinatie met het geven
van bindende instructies. De eisen die aan de gegevens voor
verkeersmanagement worden gesteld, liggen hoger dan de eisen die
gelden voor data over reistijd- en route-informatie. Hieruit volgt dat de
wegbeheerders verantwoordelijk zijn voor de financiering van de
inwinning van de data ten behoeve van verkeermanagement.
De ingewonnen data voor verkeersmanagement worden door VCNL
bewerkt tot reisinformatie, vooral door toevoeging van oorzaken en
gevolgen van verstoringen. Deze informatie wordt aan marktpartijen
doorgegeven die dit aanbieden aan de reizigers.

VenW heeft in december 2007 een samenwerkingsovereenkomst getekend met
deelnemende gemeenten, provincies en regio's en samen met hen de Nationale
Databank Wegverkeersgegevens (NDW) opgericht. In de NDW werken RWS/VCNL
en een kopgroep van decentrale wegbeheerders samen. Het doel van de NDW is het
verbeteren van de gegevensvoorziening van uitsluitend hoofdwegennet naar een
landelijk netwerk van zowel het hoofdwegennet als onderliggende wegennet. Tevens
streeft NDW naar hogere betrouwbaarheid en snellere beschikbaarheid van de in te
winnen gegevens. De inwinning geschiedt deels door de wegbeheerders en deels in
opdracht van NDW door marktpartijen. In 2011 bevat het NDW-bestand 5.500 km
wegen hoofdwegennet en onderliggende wegennet. De NDW streeft naar een
uitbreiding tot maximaal 10.000 km voor 2015, waarop 80% tot 90% van het
wegverkeer wordt gedekt. Voor de inwinning van data is de NDW op zoek, naast het
gebruik van bestaande technieken (waaronder lussen en camera's), naar innovatieve
inwintechnieken (GSM, GPS en GPRS).

De NDW heeft eveneens de ambitie uitgesproken om gegevens over
wegwerkzaamheden en tijdelijke omleidingen voor bijna alle wegen in Nederland (ca.
150.000 km) te verzamelen en te beheren. Hiermee wordt invulling gegeven aan de
doelstelling om te komen tot één loket. De gegevens over tijdelijke omleidingen en
wegwerkzaamheden worden zo eenvoudiger ontsloten voor de marktpartijen. Dat is
voor gebruikers en serviceproviders (kaartenmakers, navigatiesysteemfabrikanten en
informatiediensten) een van de belangrijk verbeterpunt op dit moment.

Pagina 4 van 11

Naast verbetering in de gegevens van de verkeerssituatie is het even belangrijk dat de Datum

gegevens over de kenmerken van wegen op orde zijn. Het gaat hierbij bijv. over het

soort weg, het aantal rijstroken, de rijrichtingen, toegestane snelheden en de hoogte Ons kenmerk
van viaducten. Marktpartijen gebruiken dit in producten zoals kaarten voor VENW/DGMo-2009/2606
navigatiesystemen en routeplanners en verzamelen hier ook zelf gegevens voor. De
gegevensuitwisseling tussen wegbeheerders en marktpartijen voor kaarten en
navigatiesystemen blijkt voor verbetering vatbaar. Om dit aan te pakken wordt nu
met betrokken overheden en marktpartijen gewerkt aan het opzetten van structuren
voor gegevensuitwisseling op dit gebied. Wij organiseren regionale sessies met
wegbeheerders en marktpartijen waarbij afspraken worden gemaakt over de
uitwisseling en het beheer (up to data houden van de gegevens). Op deze manier
geven we invulling aan de vraag om meer gegevens over geschikte routes, onder
andere voor vrachtverkeer, uit te wisselen tussen wegbeheerders en marktpartijen.
Decentrale overheden hebben aangegeven dit te preferen aan het opstellen van een
convenant hierover. Daarnaast worden afspraken gemaakt over de publicatie van
(tijdelijke) verkeerswijzigingen (bijvoorbeeld door wegwerkzaamheden). We streven
ernaar dat de afspraken aan het eind van 2009 operationeel zijn.

In aanvulling op de NDW winnen marktpartijen (navigatiesysteemfabrikanten en
kaartenmakers) data in voor route-informatie binnen hun eigen systemen. Hiermee
kunnen gevolgen van vertragingen en werkzaamheden direct aan de weggebruiker
worden doorgegeven via de apparatuur in de auto of vrachtwagen. De data van de
navigatiesystemen zullen nog aan kwaliteit kunnen winnen door het gebruik van de
data van de NDW.
De verwachting is dat op termijn door toepassing van coöperatieve systemen
verdere kwaliteitsverbetering van gegevens voor reisinformatie ontstaat. VenW
onderzoekt in samenwerking met marktpartijen of een grootschalige proef in
Nederland uitgevoerd kan worden. De resultaten van de proef kunnen leiden tot
grootschalige toepassing in Nederland en andere (Europese) landen. En is daarmee
een belangrijke impuls voor de (automobiel)industrie. Het realiseren van deze proef is
afhankelijk van goedkeuring van de onlangs ingediende FES-aanvraag.

3.3 Keten- en multimodaal
Multimodale informatie is gericht op de verplaatsingsketen. Dus de schakels (de
modaliteiten) en de verbinding (parkeren, P+R, fietsenstalling). De beschikbaarheid
van de data van de belangrijkste schakels van de keten (openbaar vervoer en weg)
zijn hierboven beschreven. We richten ons in deze paragraaf op de verbinding en de
nog ontbrekende schakel, de fiets.
(Actuele) data over de keten zijn minder goed beschikbaar in vergelijking met
openbaar vervoerdata en de gegevens over de weg. Er zijn enkele publieke en
marktinitiatieven met betrekking tot de inwinning en het beheer en uitwisseling van
gegevens over parkeren en P+R. De gegevens over parkeren en P+R locaties, (aantal
parkeerplaatsen, bezetting, tarieven, openingstijden, etc.) zijn niet gestandaardiseerd.
Hierdoor bestaat er nog geen landelijk dekkend systeem. VenW zal onderzoeken hoe
een landelijk gestandaardiseerd systeem op redelijke termijn realiseerbaar is.

Er bestaan al enkele initiatieven van systemen op het gebied van (kenmerken van)
fietsroutes. Een aantal is gericht op recreatief fietsen, een ander in opbouw en heeft
nog geen landelijk dekkend netwerk. Wij willen deze initiatieven een financiële
impuls geven waardoor landelijke systemen sneller beschikbaar zijn en worden
aangevuld met reistijden, routes, (ov-)stallingen, tarieven voor stalling en met
informatie over de veiligheid en het comfort van de fietsroute.

Pagina 5 van 11

Daarnaast zet VenW zich in om de kwaliteit en uitwisselbaarheid van data te borgen.
Datum
Dit gebeurt via een samenwerkingsverband tussen de NDOV, de NDW en VenW.

Ons kenmerk
VENW/DGMo-2009/2606
4. Verspreiding van actuele reisinformatie onder reizigers
De keuze voor een vervoermiddel, route of tijdstip wordt meestal gemaakt voordat
iemand op pad gaat. Dus moet hij op dat moment van alle alternatieven op de
hoogte zijn van de (verwachte) reistijd, kosten, route en liefst ook de milieubelasting
(CO2-uitstoot). Dus toegang tot actuele multimodale informatie. Is hij eenmaal
onderweg, dan volstaat informatie over reistijd en route. Ons streven is om de
reiziger, uiterlijk in 2015, goed geïnformeerd op pad gaat en dat hij tijdens de reis
blijvend bediend wordt van actuele informatie over zijn reis(tijd en -route).

Grofweg kan reisinformatie worden onderscheiden in collectieve- en individuele
reisinformatie. Collectieve reisinformatie is niet specifiek voor een reiziger maar
algemeen van aard. Individuele reisinformatie betreft informatie die op de reiziger
zelf van toepassing is. Beide zijn inzetbaar vooraf aan én tijdens de reis.

Individuele reisinformatie wordt in hoge mate door marktpartijen en vervoerders
aangeboden. Dit maakt dat beslissingen over productontwikkeling en tempo van
marktintroductie van individuele reisinformatieproducten door de marktpartijen en
vervoerders worden genomen. Verdienmodellen en economische voor- en
tegenspoed spelen hierbij een belangrijke rol.

4.1 Vooraf aan de reis

Openbaar vervoer en weg
Voor de reiziger is er al volop toegang tot individuele reisinformatie over reistijd,
route en kosten van hun reis via internet en telefoon om vooraf een afweging te
kunnen maken tussen verschillende alternatieven. Nu beperkt dit zich nog vaak tot
de keuze tussen openbaar vervoer of de auto. Bovendien is deze informatie nog
slechts gedeeltelijk gebaseerd op actuele data en kosten. In de toekomst kunnen ­ op
basis van de actuele data van de NDOV en de NDW en door de ontwikkelingen in
inwinmethodes van de navigatiesysteemfabrikanten ­ door marktpartijen actuele
adviezen aan reizigers worden gegeven.

Voor de reisinformatie voor het openbaar vervoer zullen wij, samen met andere
openbaar vervoerautoriteiten, erop toezien dat er in ieder geval één openbaar
vervoerreisplanner met actuele reisinformatie ontstaat. Hierbij houden we in de gaten
dat marktpartijen in een eerlijk speelveld hun diensten en producten kunnen
aanbieden aan reizigers. Eventuele barrières worden hierbij weggenomen. In de
openbaarvervoerreisplanner zal aandacht zijn voor informatie over de
toegankelijkheid van haltes, stations en voertuigen voor mindervalide reizigers
(Kamerstukken, 2008/25847/nr. 74/kst125986).

Het aanbod van individuele informatie over de weg is groot en divers. Internet speelt
hierbij een belangrijke rol. De informatie wordt vrijwel uitsluitend via marktpartijen
aangeboden. Ook hier zal de komst van de NDW tot een verbetering van de
reisinformatie leiden.
Ook vlak voor vertrek kan de reiziger nog beschikken over collectieve informatie over
de toestand op de weg en in het openbaar vervoer via internet, teletekst en de radio.
Ook deze informatie zal verbeteren na de realisatie van de NDOV en de NDW.
Pagina 6 van 11

Immers marktpartijen (o.a. ANWB, VID, TomTom-internet, NS-internet en 9292)
Datum
kunnen dan beschikken over data voor actuele reisinformatie. VenW vindt de

verspreiding van deze informatie primair een rol van marktpartijen en stelt zich op dit Ons kenmerk
punt terughoudend op. VENW/DGMo-2009/2606

Keten- en multimodale informatie
Zoals eerder is aangegeven is individuele informatie voor parkeren en P+R nog
beperkt beschikbaar. De mogelijkheden om dit te verbeteren worden in opdracht van
VenW onderzocht en door het publiek-private samenwerkingsverband Connekt
begeleid. Vervolgens wordt gekeken naar de mogelijkheden om een routeplanner
voor de ketenverplaatsing te ontwikkelen (openbaar vervoer, weg, fiets en P+R). Bij
deze voorstellen wordt de vraag meegenomen in hoeverre bestaande en toekomstige
multimodale planners kunnen worden uitgebreid met een optie die naast de reistijd
ook de kosten en milieubelasting van verplaatsingen (brandstofgebruik, CO2)
inzichtelijk maken.

4.2 Tijdens de reis

Openbaar vervoer
We willen dat de reiziger die al op pad is, goed geïnformeerd is én blijft over de
actuele reistijden, -route, etc. Onderweg wordt de reiziger bediend met collectieve en
individuele reisinformatie. Mede op initiatief van VenW zijn de volgende initiatieven
om OV-reizigers te voorzien van (actuele) reisinformatie gestart.
In het kader van het Actieplan `Groei op het Spoor' zijn zogenaamde I-teams
opgericht om verbeteringen voor de bewegwijzering (collectieve, statische
informatie) op de 50 grootste stations (inclusief de NSP-stations) aan te dragen en uit
te laten voeren. Hierdoor wordt de reiziger eenvoudig wegwijs wordt op het station.
ProRail doet dit in opdracht van VenW en voert periodiek overleg met de
opdrachtgever over de vorderingen.
Door de introductie van Infoplus door de NS komen op alle perrons
informatieschermen met actuele vertrektijden en is onlangs een mobiele reisplanner
voor de trein gelanceerd. Daarnaast werkt NS op dit moment aan een pilot voor
borden met actuele reisinformatie op de stations voor trein en stad- en streekvervoer.
Op basis van de uitkomsten van deze pilot wordt door NS een strategie opgesteld
voor de uitbreiding van informatievoorziening van bus naar trein en voor trein naar
bus.
Om de informatievoorziening richting de reiziger tijdens vertragingen te verbeteren
vindt er overleg plaats tussen NS, ProRail, decentrale overheden en decentrale
vervoerders. Kamerstukken, 2008/31305-121/338).
En decentrale openbaar vervoerautoriteiten werken aan een plan voor het plaatsen
van dynamische reisinformatiesystemen (DRIS) met actuele reisinformatie op de
belangrijkste knooppunten van het stads- en streekvervoer. Ten behoeve hiervan
financiert VenW in 2009 een verkenning naar het aantal haltes die tot 2010 worden
voorzien van displays en de aantallen reizigers dat daarmee wordt bediend.

Weg
Weggebruikers krijgen dynamische reisinformatie onder andere via borden boven of
langs de weg, oftewel Dynamische Route Informatie Panelen (DRIP's). Via DRIP's
informeert de wegbeheerder weggebruikers over de actuele verkeerssituatie op twee
(of in een enkel geval drie) alternatieve routes. Op de locatie waar de weggebruiker
kan kiezen tussen het nemen van een van beide routes, toont de DRIP informatie
over de actuele verkeerssituatie op beide routes. De weggebruiker kan hiermee de
Pagina 7 van 11

route kiezen met de voor hem of haar kortste reistijd. Voor de wegbeheerder is dit
Datum
nuttig omdat hiermee de beide routes evenwichtig(er) worden gebruikt en er niet op

de ene route veel file staat terwijl er op de andere route niets aan de hand is. Ons kenmerk
Navigatiesystemen in het voertuigen, zullen op termijn een deel van deze VENW/DGMo-2009/2606
functionaliteit overnemen. Door experts wordt verwacht dat de penetratiegraad van
navigatiesystemen die gebruik maken van actuele verkeersinformatie de aankomende
jaren nog niet heel hoog zal zijn, maximaal in de orde van grootte van enkele
tientallen procenten. Het grootste deel van de weggebruikers zal de aankomende
jaren daardoor nog zijn aangewezen op de DRIPs voor goede informatie op
dergelijke keuzepunten. Het is daarmee in het publieke belang dat de aankomende
jaren de DRIPs blijven functioneren. We zullen onderzoeken of er noodzaak is het
aantal DRIP's uit te breiden op keuzepunten waar nu nog geen DRIPs aanwezig zijn.
Dit is ook in het maatschappelijk belang van wegbeheerders, als het wegennetwerk
aantoonbaar beter wordt gebruikt.
DRIP's worden bij verstoringen (o.a. incidenten) ook gebruikt om route-adviezen af
te dwingen door een combinatie met andere maatregelen zoals afkruizen en
verkeerslichten.

We zien navigatiesystemen voor de komende vijf à tien jaar nog als aanvullingen op
de DRIP's. Daarna zal door een toenemend gebruik van en verdere ontwikkeling van
de navigatiesystemen (hogere penetratiegraad, actuele deur tot deurinformatie) de
DRIP als aanvulling op zijn navigatiesysteem ervaren worden. De informatie via de
navigatiesystemen zal nog aan kwaliteit winnen en consistenter worden met de
DRIP's door het gebruik van de data van de NDW. Op die locaties waar vanuit het
oogpunt van verkeersmanagement gestuurd moet kunnen worden, blijven DRIP's
nodig.

RWS doet in 2009 onderzoek naar effectieve tekststrategieën op DRIP's. Als
onderdeel hiervan werkt RWS aan een ontwerp voor grafische afbeeldingen op
DRIP's. Daarnaast is RWS gestart met de landelijke uitrol van reistijdvermelding in
plaats van filelengtes op basis van ervaringen met pilots rond Utrecht. Ook evalueert
RWS de ervaringen met en effecten van de vermelding van toe- of afnemende
reistijd.

Ook de collectieve informatie die de weggebruikers via marktpartijen tijdens de reis
krijgen aangeboden verbetert als gevolg van de NDW. Dat gebeurt bijvoorbeeld via
de radio, TMC en mobiel internet.

De navigatiesystemen bieden nog geen informatie over de kosten van een
verplaatsing. De behoefte aan dergelijke informatie wordt groter door invoering van
Anders Betalen voor Mobiliteit (ABvM). Dat biedt kansen aan de markt om ­ ten
behoeve van ABvM ­ bij het ontwikkelen van apparatuur in de auto of een
uitbreiding van de navigatiesystemen, rekening te houden met de toenemende
informatiebehoefte. VenW stimuleert decentrale overheden en marktpartijen om
hiervoor voorstellen in te dienen. Inhoudelijk gaat het vooral om het effect van de
extra reisinformatie op het gedrag van weggebruikers in relatie tot de bereikbaarheid
en de leefbaarheid. Dat kan bijvoorbeeld door informatie over betaald parkeren via
navigatiesystemen aan te bieden.

Keten- en multimodale reisinformatie
Zoals eerder aangegeven gaan we er van uit dat de reiziger voor vertrek zijn plan
getrokken heeft hoe te reizen. Dat kan een combinatie auto en openbaar vervoer of
fiets en openbaar vervoer zijn. Voor de eerste groep reizigers laat VenW landelijk
Pagina 8 van 11

onderzoeken hoe de algemene bewegwijzering naar P+R-terreinen kan worden
Datum
verbeterd, mede gelet op de beoogde uitbreiding van P+R terreinen.

Ons kenmerk
We hebben weinig inzicht in de behoefte van reizigers om onderweg, bijvoorbeeld VENW/DGMo-2009/2606
als gevolg van grote vertragingen op de weg, alsnog over te stappen op het
openbaar vervoer via een P+R-locatie. Kennis over deze vraag bepaalt of we P+R-
informatie voor reizigers onderweg willen uitbreiden. Actuele multimodale
reisinformatie wordt op een beperkt aantal locaties vermeld op DRIP's aan
weggebruikers. Dat is vooral bij P+R terreinen die een concurrerende reistijd kunnen
bieden (Veenendaal, Breda (NS) en Rotterdam (metro)). We zullen een onderzoek
starten naar de behoefte van de reiziger aan P+R, de informatie tijdens de reis over
P+R en de effecten van de al bestaande P+R-locaties.

5. Samenwerking organiseren
Bij de totstandkoming en verspreiding van reis- en route-informatie zijn verschillende
partijen ­ zowel publieke als private ­ betrokken. VenW kan het ook op dit terrein
niet alleen. Er is behoefte aan een goede samenwerking, zodat een ieder vanuit zijn
rol en verantwoordelijkheid bij kan dragen aan de impuls die we willen geven aan
reis- en route-informatie. Voor synergie en benutting van kansen, maar ook met het
oog op gezonde marktordening en het realiseren van onze doelstellingen.
In het openbaar vervoer zijn andere partijen van belang dan voor de weg. Daarom is
het overleg voor het openbaar vervoer en de weg apart georganiseerd. De
samenwerking in het kader van de kwaliteitsimpuls OV reisinformatie zal worden
gecontinueerd. Hierin vindt strategisch overleg plaats over lopende acties en de acties
die in de bijlage van deze brief zijn beschreven.
Voor de weg sluiten we in hoofdlijnen aan bij het advies van de Adviescommissie
Verkeersinformatie III(2009). We continueren de afstemming op tactisch en
operationeel niveau die grotendeels wordt gefaciliteerd door het publiek-private
samenwerkingsverband Connekt en door de overlegstructuur rond de NDW.
Daarnaast richten we een nieuw compact en slagvaardig strategisch beraad voor
verkeersmanagement en ­informatie op. Dit beraad moet helpen om de strategische
vraagstukken, mede als gevolg van technologische ontwikkelingen en hogere
penetratiegraad van individuele systemen, van antwoorden te voorzien.
We onderzoeken hoe de structuren voor het openbaar vervoer en de weg op termijn
bij elkaar gebracht kunnen worden.

Pagina 9 van 11

6. Planning en Financiën
Datum
Het doel is dat de reiziger uiterlijk in 2015 kan beschikken over actuele multimodale

reisinformatie. In de periode tot 2015 zal invulling worden gegeven aan de Ons kenmerk
verschillende acties uit deze brief en de concretisering hiervan in de bijlage. In het VENW/DGMo-2009/2606
onderstaande overzicht is voor de verschillende onderdelen uit deze brief
weergegeven in welk jaar alle acties van dit onderdeel moeten zijn gerealiseerd.

Onderdeel Jaartal Realisatie
Naar actuele data 2010 NDOV met actuele data OV
2010 NDW met actuele data van 5.500
km wegen en wegwerkzaamheden
voor bijna alle wegen in Nederland
2010 Standaarden voor multimodale
reisinformatie
Verspreiding actuele reis- 2012 Nieuwe producten en diensten OV-
informatie reisinfo
2011 Actuele reisinformatie boven of langs
de weg
2014 Landelijk dekkende multimodale
routeplanner
Samenwerking organiseren 2009 Strategisch Beraad en/of
adviescommissie

Voor de uitvoering van de acties uit het Plan Multimodale Reisinformatie is 22
miljoen beschikbaar uit het Actieplan `Groei op het Spoor'. De Mobiliteitsaanpak
reserveert 30 miljoen. Deze 30 miljoen is (deels) afkomstig uit de middelen
Noordvleugel (FES) en dienen nog de FES-procedure te doorlopen.

Pagina 10 van 11

7. Slot
Datum
Met de in de brief geformuleerde aanpak, vertrouwen wij erop dat de condities

ontstaan zodat de reiziger in 2015 altijd en overal kan beschikken over actuele op Ons kenmerk
maat gesneden reisinformatie. Hiermee is de reiziger in staat bewuste keuzes te VENW/DGMo-2009/2606
maken. En aldus wordt bijgedragen aan het beter benutten van ons
mobiliteitssysteem.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

Pagina 11 van 11