Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Rijnstraat 50
Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 16375
der Staten-Generaal 2500 BJ Den Haag
www.minocw.nl
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG Contactpersoon
Onze referentie
DK/B&B/131807
Datum 2 juli 2009
Betreft evaluatie subsidieplan
In de afgelopen periode is het systeem voor de cultuursubsidies van het Rijk
gewijzigd. Bij de begrotingsbehandeling cultuur in oktober 2008 is kort gesproken
over de evaluatie van de nieuwe systematiek. Ik heb toen toegezegd "deze voor
de nieuwe subsidieperiode te evalueren en vooraf met u van gedachte te wisselen
over de procedure van de evaluatie".1 Al eerder, bij de behandeling van de
wijziging van de Wet op het specifiek cultuurbeleid over de nieuwe systematiek,
heb ik toegezegd het functioneren van de fondsen te evalueren.2 Met deze brief
informeer ik u over de uitgangspunten en de planning van de evaluatie.
Kader
Het kader voor de evaluatie wordt gevormd door de uitgangspunten die aan de
verandering ten grondslag lagen.
Uitgangspunten van de herziening van het subsidiesysteem waren: (1) meer
ruimte voor een politiek debat op hoofdlijnen door (2) meer besluiten op
instellingsniveau in handen van professionals te geven, en (3) meer recht doen
aan de verscheidenheid van instellingen in het culturele leven.
1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 700 VIII (Vaststelling van de
begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar
2009).
2 Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 64 3493 (Wetsvoorstel Wijziging van de Wet op
het specifiek cultuurbeleid in verband met wijzigingen in de inrichting van de Raad voor
cultuur en met invoering van een gedifferentieerd systeem van subsidieverstrekking ten
behoeve van cultuuruitingen (30847))
a
Deze uitgangspunten zijn uitgewerkt in de Wet op het specifiek cultuurbeleid: Datum
·
Er is differentiatie aangebracht in de wijze van subsidieverstrekking.
Onze referentie
·
Een beperkt aantal functies blijft onder de ministeriële DK/B&B/131807
verantwoordelijkheid: zij vormen tezamen de landelijke
basisinfrastructuur. Daar liggen beleidsmatige en bestuurlijke redenen aan
ten grondslag, dus geen overwegingen van artistiek-inhoudelijke aard. Er
is onderscheid gemaakt tussen twee categorieën. Ten eerst zijn er de
vierjarige subsidies. Deze worden toegekend op basis van de Regeling
subsidies en uitkeringen cultuuruitingen. Daarin is opgenomen voor welke
activiteiten in het kader van de basisinfrastructuur subsidie kan worden
aangevraagd.3 Daarnaast is een aantal instellingen aangewezen voor een
langjarig subsidieperspectief. Zij worden een keer per vier jaar gevisiteerd.
·
Meer subsidiebesluiten worden genomen door de cultuurfondsen. De
fondsen krijgen tevens de mogelijkheid om vierjarige subsidies te
verstrekken. De politiek staat op afstand van besluiten van de fondsen.
Evaluatie van de systematiek
In de subsidieperiode 2009-2012 werken we voor het eerst met het nieuwe
systeem. Deze evaluatie zal vooral gaan over de systeemwijziging zelf. De vraag
hoe de basisinfrastructuur inhoudelijk functioneert komt in een later stadium aan
de orde, bij de voorbereiding van de nieuwe aanvraagronde.
De evaluatie heeft betrekking op de volgende vragen.
Allereerst is er de algemene vraag hoe het proces is verlopen en hoe de
belangrijkste betrokken partijen de wijzigingen in de subsidiesystematiek thans
beoordelen.
Daarnaast komen de volgende thema's aan de orde: de inrichting van de
basinfrastructuur, de bestuurlijke afstemming en de rol van de Raad voor Cultuur.
De fondsen worden apart geëvalueerd.
Bij de evaluatie van de inrichting van de basisinfrastructuur speelt de vraag of de
omvang en samenstelling van de basisinfrastructuur in de onderscheiden sectoren
voldoende aansluit op de doelen van de herziening (besluiten in handen van
professionals waar dat kan). Daarnaast is aan de orde of de procedures van de
3 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 oktober 2007, nr.
WJZ/2007/36442(8221), tot wijziging van de Regeling subsidies en uitkeringen
cultuuruitingen in verband met de invoering van een gedifferentieerd systeem van
subsidieverstrekking ten behoeve van cultuuruitingen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-
2008, 28989, nr. 57.
Pagina 2 van 3
vierjarige en langjarige subsidies voldoende op elkaar zijn afgestemd voor een Datum
integrale afweging, waaronder een financiële.
Onze referentie
Over de bestuurlijke afstemming komt bij de evaluatie aan de orde of het huidige DK/B&B/131807
systeem van convenanten voldoet om de beoordeling en besluitvorming over de
subsidieaanvragen door de verschillende overheden op elkaar af te stemmen.
Ten aanzien van de advisering door de Raad voor Cultuur zal de wijze waarop de
Raad de basisinfrastructuur heeft ingevuld worden geëvalueerd.
Een aantal betrokken partijen is al begonnen met een evaluatie. De Raad voor
Cultuur voert een interne evaluatie uit, Kunsten `92 blikt met zijn leden terug op
het proces en een aantal andere overheden voert een evaluatie uit. Ik zal de
uitkomsten hiervan betrekken bij mijn evaluatie.
Evaluatie van de fondsen
De evaluatie van de cultuurfondsen tenslotte richt ik als volgt in.
Omdat het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten met de systeemwijziging
een rol gekregen heeft in het beoordelen en besluiten over vierjarige subsidies in
de podiumkunsten, en het fonds mede met het oog daarop nieuw is ingericht, zal
ik een afzonderlijk onderzoek laten uitvoeren naar de procedure bij de vierjarige
aanvragen bij het fonds.
Daarnaast worden alle fondsen in 2010 gevisiteerd. De visitatierapporten zijn in
januari 2011 beschikbaar. Op basis van de visitaties zal ik bezien of nog
aanvullend onderzoek over specifieke aspecten nodig is. Vervolgens zal ik de
Kamer informeren over het functioneren van de fondsen en mijn oordeel
daarover.
Planning
Ik zal in het najaar van 2009 met de evaluatie van de systematiek starten en de
Kamer voor de zomer van 2010 informeren over de resultaten en mijn conclusies
daarbij. De evaluatie over het NFPK zal dan ook beschikbaar zijn.
De visitatierapporten over alle fondsen zijn in januari van 2011 gereed en worden
dan ook openbaar gemaakt. Ik zal dan bezien of eventueel aanvullend onderzoek
nodig is en de Kamer in het voorjaar van 2011 informeren.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Pagina 3 van 3