Wageningen Universiteit en Researchcentrum
sneuvelt in crisis
Middelgrote landbouw sneuvelt in
crisis
2 jul 2009
Het aantal kleine landbouwbedrijven is sinds 1995 ongeveer gelijk
gebleven, het aantal grote bedrijven is gestegen, omdat
schaalvergroting nog altijd de dominante trend is. De groep
daartussen, de middelgrote land- en tuinbouwbedrijven, kalft af. Dat
concludeert het LEI van Wageningen UR in het Landbouw-economisch
Bericht 2009. Snelle groeiers die veel hebben geïnvesteerd, komen
door de economische crisis in financieringsproblemen.
âDe marges zijn smal, zeker in de intensieve veehouderij en de
tuinbouwâ, zegt onderzoeker ir. Petra Berkhout van het LEI. âEn de
milieu- en grondstofkosten zijn hoog. De bedrijven moeten dus veel
omzet draaien om een inkomen te halen.â Dat lukt grote bedrijven.
kleine bedrijven vullen het boereninkomen aan met een baantje
buitenshuis of met inkomen uit verbredingsactiviteiten zoals
natuurbeheer of zorg of recreatie op de boerderij. Daardoor blijft het
aandeel kleine bedrijven de laatste jaren gelijk en daalt het aantal
middelgrote bedrijven relatief het snelst.
Het afgelopen jaar was geen vetpot voor de land- en tuinbouw; zestig
procent van de bedrijven verdiende minder dan 25 duizend euro bruto,
slechts vier procent van de bedrijven verdiende meer dan een ton. De
lage prijzen, hoge kosten en voor sommige sectoren de afname van de
vraag door de economische crisis, waren de belangrijkste oorzaken van
de lage inkomens.
Interen
Bedrijven met veel eigen vermogen â vooral melkveehouders en
akkerbouwers â kunnen in zoân slecht jaar interen op hun vermogen,
bedrijven met hoge investerings- en schuldenlasten â met name in de
tuinbouw â kunnen dat niet. Het aantal bedrijven in de tuinbouw nam
vorig jaar met bijna acht procent af. De bloembollensector, jarenlang
een van de best verdienende sectoren, maakte vorig jaar verlies door
het wegvallen van de export. âAlle exportsectoren hebben het nu heel
moeilijkâ, zegt Berkhout. âOok bij relatief luxe producten als zuivel
en vlees stagneert de vraag op de wereldmarkt. Overigens lijken
recente handelscijfers te duiden op een kentering, de handel zit weer
in de liftâ
Melkveehouders
Vanuit dit perspectief deden de melkveehouders het zo slecht nog niet,
vindt Berkhout. âZe verdienden gemiddeld 35.000 euro bruto vorig jaar.
Dat is natuurlijk een forse daling ten opzichte van 2007, toen ze
65.000 verdienden, maar ze zitten iets boven modaal.â De best
renderende sectoren vorig jaar waren de zetmeelaardappelbedrijven
(49.000), de boomkwekers (45.000) en de fruitbedrijven (35.000).
Berkhout ziet een groot dilemma in de huidige ontwikkeling van de
land- en tuinbouw. âAan de ene kant moeten bedrijven investeren om bij
te blijven op het gebied van innovatie en milieubeleid. Maar
investeren maakt je kwetsbaar in economisch moeilijke tijden, zeker
als je maar één product maakt. Het is wachten op de goede jaren die
gaan komen. Dat is het moment om te sparen, maar ja, je wilt ook
investeren. De hamvraag voor de ondernemers is: hoe groot moet je
worden?â / Albert Sikkema
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer
informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR,
e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie archief op http://www.resource-online.nl.