Uitkomst werkgroep Dijksma
02-07-2009 10:10
De werkgroep Dijksma heeft haar bevindingen gepresenteerd in een brief
aan de leden. Lilianne Ploumen: De conclusies zijn stevig maar we
hebben deze werkgroep ook niet in het leven geroepen om zoete broodjes
te bakken. Als partij hebben we het deze campagne niet goed genoeg
gedaan. Klik op lees meer om de brief te lezen.
Scroll naar beneden om de brief te lezen
Download de brief (html) >
Download de brief (pdf) >
Ploumen vervolgt: De aanbevelingen voor de toekomst neem ik heel
serieus. Onze volgende campagnes moeten veel helderder en strakker
georganiseerd worden en we moeten onze resultaten in Den Haag veel
beter over het voetlicht weten te brengen.
Ik dank de werkgroep Dijksma voor het vele werk dat zij in deze korte
tijd voor de partij gedaan hebben. Deze brief aan de leden is
buitengewoon duidelijk.
De opdracht aan het partijbestuur om met een nieuwe vorm van kiezers
inspraak aan de slag te gaan neem ik van harte aan. Primaries onder
PvdAkiezers voor de volgende lijsttrekkers vind ik een uitdaging.
De opmerking dat we nog niet daar zijn waar we willen zijn, neem ik
ter harte. Ik heb vertrouwen dat we samen met onze kiezers, met onze
afdelingen, met onze raadsleden en wethouders, Tweede- en Eerste
Kamerleden en onze bewindspersonen in de toekomst onze boodschap met
overtuiging gaan brengen.
Ook Wouter Bos reageert op de uitkomsten: 'Vandaag heeft de werkgroep
Dijskma gerapporteerd over de verkiezingsnederlaag van 4 juni. Haar
kritiek op de campagne en de campagneleiding is terecht en die trek ik
me ook aan. We sluiten hiermee het publiek debat over de
verkiezingsnederlaag af en leren intern onze lessen.
Nog belangrijker is dat de werkgroep het grootste deel van hun
rapportage besteedt aan een opbeurende boodschap voor de leden
richting de gemeenteraadsverkiezingen. Die boodschap luidt kort
gezegd: we hebben iets te bieden, we nemen verantwoordelijkheid, dat
gaat met vallen en opstaan, maar we laten iets zien. Die
strijdbaarheid en dat zelfvertrouwen was waar het de afgelopen
campagne aan ontbrak. Dat gaan we in maart 2010 dus beter doen.'
Mariëtte Hamer wijst erop dat de werkgroep een goede balans
heeftgevonden tussen kritisch terugkijken en weer positief en
strijdbaar verder gaan. De aanbevelingen voor de toekomst zijn
interessant. De fractie gaat hiermee aan de slag. Verder ondersteunt
de fractie de zoals in de brief omschreven doe agenda en bereidt zij
zich samen met de afdelingen in het land zo snel mogelijk voor op de
gemeenteraadsverkiezingen.
Mariette Hamer: 'Het werk in de Tweede Kamer wordt met grote
strijdbaarheid voortgezet om goede resultaten te boeken voor de mensen
in het land. We gaan daarvoor ook directe allianties aan met
wethouders en raadsleden in de steden. Hierover zijn in de afgelopen
weken eerste gesprekken gevoerd.'
Hieronder de brief aan de leden, waarin de werkgroep haar bevinden
presenteert:
Geachte partijgenoten,
Wat is er in hemelsnaam mis met de Partij van de Arbeid? Die vraag
kregen wij allen de afgelopen weken vaak voorgelegd. Leden, kiezers en
de media zochten een verklaring voor het dramatische verlies van de
verkiezingen voor het Europees parlement. De PvdA verloor vier van de
zeven zetels. Een aanzienlijk deel van de mensen die bij de landelijke
verkiezingen in 2006 nog op de PvdA had gestemd, kwam op 4 juni niet
opdagen of gaf zijn stem aan een ander. Eurofielen als D66 en
GroenLinks en - in mindere mate - eurosceptici als SP en PVV wonnen
ten koste van de PvdA.
De uitslag stemt tot nadenken. Deze brief - nee, niet weer een rapport
- vloeit voort uit de opdracht die het partijbestuur ons kort na de
teleurstellende verkiezingsuitslag gaf: kom met een snelle maar
gedegen analyse van deze nederlaag. Wij gaan een stap verder. We
buigen ons niet alleen over de vraag hóe we de vórige verkiezingen
verloren, maar stellen ons ook de essentiële vraag: waaróm willen wij
de vólgende verkiezingen winnen? Het antwoord daarop vertelt ons
verhaal, over onze idealen en onze dromen. Dat vormt de inspiratie om
de draad op te pakken en de gemeenteraadsverkiezingen met overtuiging
tegemoet te treden.
Maar eerst de analyse van de Europese verkiezingscampagne. Het
algemene beeld is helder: het ontbrak in de campagne aan een
duidelijke boodschap, aan de juiste strategie, aan gevoel van
urgentie, aan een goede en tijdige voorbereiding, aan geld, aan
politieke sturing en vooral aan overtuiging. We voerden campagne met
de handrem erop.
De verkiezingsboodschap was een ander Europa. Kiezers die van oudsher
dachten dat de Partij van de Arbeid een Europese partij is, begonnen
te twijfelen. Was de partij nog wel voor Europa? De PvdA leek van
alles te willen zijn: een beetje voor en een beetje tegen. Trouwe
PvdA-stemmers die het vanouds met onze inhoud eens zijn, kozen deze
keer voor het eerst in hun leven knarsentandend D66 of GroenLinks. En
een kleinere groep schoof juist op richting SP en PVV, die duidelijk
kritisch staan tegenover Europa. We bleken bovendien ook nog eens op
het verkeerde speelveld te staan. De partij richtte zich op een
verkiezingsstrijd die zou draaien om de economische crisis.
We zouden de boer op met het nationale crisispakket van dit kabinet om
aan te tonen dat, ook op Europese schaal, een succesvolle solidaire
aanpak van de problemen mogelijk was. De verkiezingsstrijd ging
uiteindelijk nauwelijks over de crisis, maar veel meer over de
toetreding van Turkije, de Brusselse spilzucht, de toestroom van
Roemenen en de opvolging van eurocommissaris Kroes. Al vroeg bleek dat
onze boodschap niet aansloeg. Het campagneteam constateerde dit wel,
maar slaagde er niet in om de campagne op een andere koers te brengen.
Een belangrijke oorzaak daarvan was een gebrekkige
campagneorganisatie. De campagne werd uitgevoerd door een zeer
enthousiast, maar onervaren team. De campagnemanager was te laat in
dienst gekomen, nadat zijn voorganger om persoonlijke redenen was
teruggetreden.
Het ontbrak aan geld. De PvdA kampt met een chronisch onvermogen om
bij de achterban voldoende middelen op te halen voor het voeren van
campagnes. De pot was aan het begin al bijna leeg. En een deel van het
geld werd ook nog eens besteed aan media-acties die bij nader inzien
onuitvoerbaar bleken.
Daarnaast voelde de lijsttrekker zich gedurende de campagne gevangen
tussen een pro-Europese overtuiging en een veel eurokritischer
campagneopdracht. De lijsttrekker raakte geïsoleerd.
Dit alles had - in ieder geval voor een deel - opgevangen kunnen
worden door een beter functionerende campagneleiding. De
verantwoordelijkheden waren onduidelijk en de sturing schoot tekort.
Partijgenoten,
Bij een nederlaag heeft de PvdA doorgaans de neiging vooral naar
zichzelf te kijken. Dat is niet altijd terecht, maar bij deze campagne
wel. Veel, zo niet alles, ging fout in de campagne. De PvdA kwam net
te kort voor vier zetels. Met een goede planning en uitvoering van de
campagne hadden we die vierde zetel kunnen binnenhalen. Veel
aanbevelingen uit het rapport van de commissie-Vreeman (De scherven
opgeveegd) ter verbetering van de verkiezingscampagne zijn niet of
niet succesvol doorgevoerd. De aanwijzingen om daartoe de
partijorganisatie ter hand te nemen, zijn onvoldoende uitgewerkt. Ook
het scouten en rekruteren van nieuw potentieel zal op een
professionele manier effectiever moeten worden opgepakt. Het aanbieden
van een Rosa-leergang is niet genoeg.
Blijkbaar werd de urgentie van deze aanbevelingen niet gevoeld. In
alle geledingen van de partij waren mensen zich onvoldoende bewust van
het belang van de Europese verkiezingen. Niemand had nagedacht over de
uitslag en de weerslag daarop binnen en buiten de partij. Dat moet bij
de gemeenteraadsverkiezingen echt anders. Daarnaast doen we zelf nog
een aantal aanbevelingen op basis van de laatste campagne.
De positie van de lijsttrekker in de campagne stemt tot nadenken over
de manier waarop we onze lijsttrekker kiezen. Dat doen we nu volledig
los van het verkiezingsprogramma. Dat kan ook anders. De kandidaten
moeten in samenhang met hun programma worden gekozen. Om het draagvlak
voor de lijsttrekker te vergroten, moeten potentiële kiezers eerder
bij de verkiezingen worden betrokken. Primaries onder PvdA-kiezers,
niet alleen onder leden, kunnen een uitkomst bieden. Het getuigt van
lef als onze partij als eerste politieke beweging in Nederland met
deze nieuwe vorm van kiezersinspraak aan de slag gaat. Dat is een
opdracht aan het partijbestuur.
Om de volgende verkiezingen te winnen, moet er snel, nog deze zomer,
stevig worden ingegrepen in de campagneorganisatie. Meer prioriteit en
dus ook financiën voor de verkiezingscampagne. Een strakke planning
van minuut één tot en met de uitslagenavond. Een moderne en duidelijke
communicatiestructuur. Wervend materiaal, zonder versleten slogan,
beschikbaar stellen voor de afdelingen.
De campagnemanager, die dagelijks leiding geeft aan het campagneteam,
heeft meer bevoegdheden nodig om dwars door alle geledingen van de
partij beslissingen af te dwingen en uit te voeren. Daarnaast bestaat
er in het campagneteam behoefte aan meer ervaring op het gebied van
communicatie en strategie. En de politieke top moet zich bij alle
campagnes volledig verantwoordelijk voelen voor de uitvoering van de
juiste strategie en de medewerking van alle geledingen daarbij.
En we hebben meer geld nodig. Naast het verhogen van afdrachten van
onze bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers moeten we op een
nieuwe en creatieve manier fondsen werven. Ook niet-leden,
sympathisanten, moeten we verleiden om (eenmalig) een financiële
bijdrage te leveren aan onze partij.
Partijgenoten,
Met een goede campagne en een heldere boodschap hadden we die vierde
zetel binnengesleept, maar dat verklaart nog niet het verlies van de
overige zetels. Gezegd moet worden dat we bij eenzelfde percentage
stemmen als in 2004 één zetel hadden ingeleverd als gevolg van het
lagere zetelaantal voor Nederland.
Velen zoeken de verklaring in het buitenland. Het verlies van de PvdA
stond niet op zichzelf. Zusterpartijen verloren in omringende landen
ook, soms nog meer dan hier. De sociaal-democratie kon blijkbaar in
heel Europa niet duidelijk maken dat zij het antwoord heeft op de
huidige economische crisis - zoals vooraf menig campagneteam had
gedacht. Net als bij ons gingen de verkiezingen elders over andere,
sociaal-culturele, themas: over buitenlandse arbeidskrachten die je
baan inpikken, over migranten, over het behoud van nationale culturele
waarden en over meer of minder Brussel. Daarmee ging het dus ook over
Europa. Maar de conservatieve en vooral nationalistische partijen
streken met de eer.
We kunnen ons echter niet verschuilen achter een vervelende
internationale trend. Het eroderende kiezersvertrouwen heeft oorzaken
die we vooral bij onszelf moeten zoeken. We noemen er enkele die vaak
terugkomen wanneer je met teleurgestelde ex-kiezers spreekt. De PvdA
stelt zich - opnieuw - te veel op als bestuurderspartij en te weinig
als ideeënpartij en actiepartij.
De fractie in de Tweede Kamer is te onzichtbaar. We laten te vaak
beloften uit onze handen glippen. De woede over het gegraai aan de
top, ook in de publieke sector, treft vooral de PvdA. De prestaties
die we leveren op het gebied van zorg, onderwijs en veiligheid, zijn
nog niet zichtbaar en voelbaar. De overheid is voor veel mensen niet
meer de bondgenoot in moeilijke tijden, maar vooral een veroorzaker
van problemen. De problemen rond integratie blijven voor de PvdA een
achilleshiel in een tijd waarin mensen onzeker zijn over de vraag of
we erin slagen met verschillende nationaliteiten en religies vreedzaam
te kunnen samenleven.
Partijgenoten,
Er is dus werk aan de winkel. Werk dat voortborduurt op het huiswerk
dat de commissie-Vreeman de partij gaf na de vorige verkiezingen.
Vreeman riep op tot een fundamentele politieke plaatsbepaling van de
PvdA en spitste dat toe op drie politieke thema´s: arbeid, publieke
sector en integratie. Bij twee van de drie themas heeft de partij
intensieve debatten en congresresoluties achter de rug, het derde
debat is in voorbereiding. Het zijn belangrijke discussies die ons
terugvoeren naar het hart van de sociaal-democratie: solidariteit,
bestaanszekerheid, vooruitgang en emancipatie.
Het mag echter niet bij de zoveelste herbronning blijven. We komen er
niet met vrome uitspraken dat we de kiezer hebben begrepen. De
verkiezingsuitslag zegt ons dat die meer van ons vraagt. De kiezer is
vol verwachting en tegelijk cynisch over een overheid die er niets van
bakt. De overheid moet bevrijd worden van het beeld dat zij vooral
zichzelf dient. Politici dienen de mensen. We zijn het aan hen én aan
onze eigen idealen verplicht om werk te maken van onze uitgangspunten.
Niet alleen om te luisteren of te doen wat je gevraagd wordt, maar
door mensen te overtuigen, hen te helpen en ons verhaal te vertellen.
Dat vraagt om een nieuwe, radicale bestuursstijl die teruggrijpt op
het wethouderssocialisme van weleer.
Natuurlijk, de PvdA werkt al jarenlang elke dag aan het vertalen van
idealen naar de praktijk. Maar binnen de samenleving heerst grote
onvrede over de manier waarop. De huidige agenda van nota's en beleid
biedt onvoldoende soelaas. Er is een aanvullende aanpak nodig, ook van
PvdA politici. Een aanpak waarmee we door gevestigde structuren durven
te breken.
Afgestudeerde mboers willen immers geen resolutie over arbeid, maar
een baan. Ouders van schoolgaande kinderen zitten niet te wachten op
een PvdA-congres over de publieke sector, maar willen een goede leraar
voor de klas. En principes over eerlijk loon maken geen eind aan het
gegraai aan de top.
Naast een denk-agenda met rapporten en resoluties, heeft de partij
dringend behoefte aan een doe-agenda, waarmee we de belangrijkste
vraagstukken met hernieuwde energie en een andere aanpak te lijf gaan:
- Waarom zetten we de bonusjager die de Amerikaanse president Obama
aanstelde, niet ook in Nederland aan het werk?
- Laten we vooral bij onszelf beginnen. Leden die in de publieke
sector meer dan de premier willen verdienen, zoeken maar een andere
partij. Goed verdienen mag, graaien niet.
- We koesteren ambtelijke helden. Wethouders en politici moeten
buurtwerkers, ambtenaren en andere publieke dienstverleners belonen en
beschermen wanneer die onorthodoxe oplossingen zoeken en dwars door
ambtelijke structuren heen gaan, maar wel het gewenste resultaat
boeken. Bestuurlijke ongehoorzaamheid is soms een uitstekende remedie
tegen een vermolmd overheidsapparaat.
- En we zetten door bij het openbreken van de publieke sector. We
maken een einde aan de praktijk dat enkele bestuurders grossieren in
commissariaten bij scholen, ziekenhuizen en woningbouwcorporaties. We
geven huurders, patiënten en ouders het recht om naar de rechter te
stappen als bestuurders in hun ogen onvoldoende presteren en we
garanderen de menselijke maat voor al deze instellingen via een
fusietoets in de wet.
- Tot slot sturen we mensen met klachten over hufterig gedrag van
overheidsdiensten niet van het kastje naar de muur, maar gewoon naar
de verantwoordelijke politicus. Mensen met klachten moeten direct
terecht kunnen bij onze bestuurders. Zij zijn immers verantwoordelijk
voor de gemeentelijke diensten en landelijke instellingen.
Zomaar een paar voorbeelden van nieuwe ideeën die kunnen inzetten om
onze vertrouwde idealen te verwezenlijken. Wij adviseren de partij, de
Tweede Kamerfractie, wethouders en het kabinet om in de komende
maanden een gezamenlijke nationale en lokale agenda te ontwikkelen
waarin deze initiatieven worden uitgewerkt. Wij moeten onze rijkdom
aan ideeën, ons activisme en onze bestuurskracht inzetten om een
gezamenlijke agenda op te stellen voor de gemeenteraadsverkiezingen
van 2010.
De problemen die we willen aanpakken zijn niet van gisteren, en ze
zullen niet morgen opgelost zijn. Maar dat begrijpen mensen. Onze
kiezers zijn niet gek. Ze snappen dat de uitvoering van mooie plannen
in de rauwe realiteit kan tegenvallen. Ze weten dat partijen in een
coalitiestelsel compromissen moeten sluiten en moeten inleveren op hun
onversneden idealen. Ze verwachten van ons geen sprookjes over terug
naar vroeger, geen wonderen om alle onrecht in één keer weg te vagen.
Ze verwachten strijdbaarheid voor onze idealen, zelfvertrouwen over
onze ideeën en dienstbaarheid aan de mensen - niet aan de overheid. Ze
begrijpen het dus niet als we ons terugtrekken in de lemen
bestuurslaag, onbereikbaar voor kiezers, ze balen ervan als we vaag
doen over compromissen. En ze haken helemaal af als we geen vertrouwen
meer in onszelf hebben. Ze hebben volkomen gelijk.
Partijgenoten,
Het is soms moeilijk zelfvertrouwen te houden na een uitslag als die
van 4 juni. We hebben gemerkt dat velen zijn gaan twijfelen. Over wat
de kiezer precies van ons wil. Over wat de concurrentie van ons
overlaat. Politieke analisten helpen daarbij een handje door ons aan
te praten dat het tijd wordt de oude verheffings- en
verbindingsidealen op te geven. Ze adviseren ons een keuze te maken
tussen enerzijds de progressieve elite, die enthousiast is over
globalisering en die nu naar D66 en GroenLinks zijn uitgeweken, en
anderzijds diegenen die zich juist bedreigd voelen door alle
veranderingen, die nu voor SP en PVV lijken te gaan.
Wij maken een heel andere keuze. De PvdA heeft de ambitie om deze
verschillende groepen en daarmee de samenleving niet uit elkaar te
laten vallen, maar juist te verbinden. En dat klassieke ideaal is niet
achterhaald, integendeel. Nooit eerder was ze zo actueel en
noodzakelijk. Juist nu mensen steeds vaker tegenover elkaar komen te
staan en soms zelfs tegen elkaar worden uitgespeeld, delven de
kwetsbaren als eerste het onderspit. En in deze dynamische samenleving
kan dat iedereen treffen: wie vandaag een baan heeft, kan morgen
zomaar werkloos zijn. De prangende vraag dringt zich op wat voor
Nederland we willen? Een Nederland waarin we met elkaar leven of een
Nederland waarin we elkaar naar het leven staan?
De lokale verkiezingen in 2010 bieden ons de kans om te laten zien dat
we bouwen aan onze ambitie. Concreet. Op honderden plekken in
Nederland werken onze PvdA-wethouders aan het opknappen van wijken,
zodat arm en rijk door elkaar willen wonen en buurten schoon en veilig
zijn. Aan het verbeteren van de taalkennis van migranten, zodat
autochtoon en allochtoon met elkaar kunnen praten.
Aan het gemengd houden of maken van scholen, zodat kinderen met elkaar
spelen. Aan het eerlijk delen van welvaart en het bieden van goede
zorg, zodat iedereen kan meedoen aan de samenleving. Aan het creëren
van vrijplaatsen voor cultuur, zodat artisticiteit de ruimte krijgt.
Aan het schoonmaken van de lucht, het isoleren van huizen en het
installeren van zonnepanelen, zodat banen worden gecreëerd en onze
economie schoner en efficiënter wordt. En ja, daarbij worden fouten
gemaakt en compromissen gesloten. Maar er wordt ook ongelofelijk veel
resultaat geboekt. Het moet maar eens afgelopen zijn met de
sociaaldemocratische gewoonte dat we onze successen niet kunnen
verkopen. Onze honderden wethouders en raadsleden kunnen trots zijn op
wat ze hebben bereikt.
Met deze resultaten in de achterzak - en met de eerder beschreven
agenda - gaan we met opgeheven hoofd de gemeenteraadscampagne in. In
het besef dat wij als grootste linkse partij leiding willen geven aan
een programma van verbinding en optimisme.
Om daar effectiever in te kunnen opereren moeten we actief de
samenwerking met andere progressieve partijen zoeken. Niet om met
elkaar samen te gaan, daarvoor zijn we te verschillend. Ook niet om de
huidige coalitie in Den Haag te ondermijnen. Wel om een gezamenlijke
vuist te maken tegen de nederlagenstrategie van de pessimisten, tegen
de angst en intolerantie. Bij de komende raadsverkiezingen moeten we
lijstverbindingen met andere progressieve partijen actief onder onze
afdelingen promoten.
Partijgenoten,
Een verbeterde campagneorganisatie, een agenda voor de
gemeenteraadsverkiezingen en een hervonden zelfbewustzijn over de
bereikte resultaten brengen ons een heel eind richting de komende
verkiezingen.
Maar onze belangrijkste ingrediënt voor het herwinnen van vertrouwen
is onze ambitie, onze strijdbaarheid. Die moeten we terugvinden, van
hoog tot laag in onze partijorganisatie. We moeten tegenwicht bieden
aan de zuigkracht van de bestuurderscultuur en terug naar de
verzengende ambitie om de wereld te verbeteren, iedere dag opnieuw. We
moeten ons realiseren dat politiek ertoe doet. Dat we iets kunnen
betekenen voor mensen, juist nu de druk van oplopende werkloosheid en
tegenzittende economie de komende tijd alleen maar groter wordt. En
dat we dáárom de volgende verkiezingen moeten winnen.
Stel uzelf de volgende vraag: Laten we ons ontmoedigen door
verkiezingsnederlagen, door de omvang van de problemen, door de
onvermijdelijke mislukkingen en fouten die we zullen maken? Of laten
we ons leiden door het ideaal van een eerlijke, sterke en schone
economie en een sociale en ongedeelde samenleving, door de wetenschap
dat we dat ideaal kunnen waarmaken als we de juiste keuzes maken en de
juiste maatregelen nemen. En door het besef dat wij onze kinderen
onder ogen moeten komen als we daarin falen. Deze brief kan die vraag
uiteindelijk niet beantwoorden, U kunt dat wel.
* * *
Dankwoord
Deze brief aan de leden kwam tot stand na vele gesprekken met mensen
binnen en buiten de partij. Wij willen iedereen danken voor zijn of
haar adviezen en aanbevelingen. Een bijzonder woord van dank gaat uit
naar Tom van der Horst, onderzoeker op het partijbureau in Amsterdam,
en naar Erwin Buter, voorlichter bij de Tweede Kamerfractie in Den
Haag. De werkgroep bestond uit:
Sharon Dijksma (voorzitter)
Keklik Yücel
Ria Steenaart
Roos Vermeij
Diederik Samsom
Jaap van der Ploeg
Monique Wijlhuizen
Partij van de Arbeid