Kamerbrief procesevaluatie innovatieregeling intensieve veehouderij
01 juli 2009 - kamerstuk
Kamerbrief over twee studies naar innovatieregelingen. Uit de studies
blijkt dat er een groot draagvlak bestaat bij ondernemers en andere
betrokken organisaties om de innovatieregelingen te continueren.
Meer informatie
* Kamerbrief procesevaluatie innovatieregeling intensieve
veehouderij
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 1 juli 2009
Betreft Procesevaluatie innovatieregeling intensieve veehouderij
Pagina 1 van 11
directie Landbouw
Prins Clauslaan 8
2595 AJ DEN HAAG
Postbus 20401
2500 EK DEN HAAG
www.minlnv.nl
Onze referentie
TRCDL/2009/1341
Bijlagen
4
Geachte Voorzitter,
Bij deze stuur ik u de studies "Procesevaluatie innovatieregeling intensieve
veehouderij" en de "Effectevaluatie innovatieregeling intensieve veehouderij".
Deze evaluatierapporten heb ik toegezegd in het overleg over het begrotingsonderzoek
op 12 november 2008. Tevens stuur ik u de studies "Evaluatie
netwerken in de veehouderij" en "Evaluatie regeling praktijknetwerken" die ik u
toegezegd heb tijdens de behandeling van de nota Toekomstvisie Veehouderij op
28 februari 2008. De evaluatiestudies zijn uitgevoerd door Bureau Bartels B.V.
1. Proces- en effectevaluatie Innovatieregeling intensieve veehouderij
Hoofdconclusies
De eerste hoofdconclusie uit de evaluatiestudies is dat er een groot draagvlak
bestaat bij ondernemers en andere betrokken organisaties om de innovatieregelingen
te continueren. Het instrument wordt positief gewaardeerd. De
financiële ondersteuning vanuit deze regelingen is een belangrijke hefboom
(geweest) voor het realiseren van risicovolle innovatieprojecten. Zonder deze
regelingen zouden projecten geen doorgang hebben gevonden of kleinschaliger,
dan wel kwalitatief minder hoogwaardig zijn uitgevoerd. Het betreft projecten
met relatief hoge technische en commerciële risico's en projecten waarbij de
opbrengsten voor de initiatiefnemers zelf relatief beperkt zijn, maar wel van groot
belang zijn voor een gehele deelsector.
Er zijn twee typen innovatieprojecten te onderscheiden. In de eerste plaats gaat
het om projecten waarvan veelal primaire ondernemers de initiatiefnemers zijn en
die willen uitzoeken of een nieuwe aanpak kan leiden tot een verbetering van
technische resultaten en economisch rendement. Kenmerkend voor dit type
projecten is dat er niet primair sprake is van een commerciële doelstelling én de
bereidheid om tijdens de projectuitvoering informatie en kennis uit te wisselen
met andere ondernemers en stakeholders.
In de tweede plaats betreft het innovatieprojecten die gericht zijn op de
ontwikkeling van een nieuw product of nieuwe techniek, met als doel het
vervolgens te vermarkten.
directie Landbouw
Datum
1 juli 2009
Onze referentie
TRCDL/2009/1341
Pagina 2 van 11
De initiatiefnemers bij deze projecten zijn - naast een aantal primaire
ondernemers - commerciële bedrijven (zoals stallenbouwers, veevoerfabrikanten
en apparatenbouwers). Bij dit type projecten is de bereidheid om andere partijen
tussentijds te betrekken, informatie te delen en breed te communiceren minder.
De tweede hoofdconclusie is dat de ondersteunde projecten, naast het verbeteren
van economisch rendement, tegelijkertijd gericht zijn op het verbeteren van het
dierenwelzijn, het milieu of de arbeidsomstandigheden in verschillende deelsectoren
van de intensieve veehouderij. De innovatieregelingen dragen derhalve
bij aan het verder verduurzamen van de intensieve veehouderij.
Effecten
Ongeveer driekwart van de 23 geanalyseerde projecten heeft geleid tot concrete
resultaten, zoals het initiëren van vervolgonderzoek tot en met het succesvol op
de markt brengen van gerealiseerde innovaties. Bij de vermarkting werd in een
aantal gevallen de lange erkenningsprocedure van nieuwe huisvestingssystemen
voor de Regeling Ammoniak en Veehouderij (RAV) als een knelpunt gezien.
Circa een kwart van de 23 geanalyseerde projecten heeft niet tot het gewenste
resultaat geleid of is tussentijds gestopt. Dit is inherent aan risicovolle projecten
en kan niet worden voorkomen. Het feit dat een deel van de projecten niet het
gewenste resultaat oplevert, toont aan dat inderdaad risicovolle projecten zijn
ondersteund. Uit de evaluatiestudie blijkt dat niet gelukte projecten toch een
meerwaarde hebben gehad zoals het beschikbaar komen van nieuwe kennis die
kan worden ingezet voor de veehouderij en het tot stand komen van onvoorziene
nevenproducten die vermarkt kunnen worden.
Voor een uitgebreid overzicht van de conclusies, verwijs ik naar bijlage 1.
Reactie op de resultaten en aanbevelingen van de proces- en effectevaluatie
innovatieregeling
De regelingen worden per saldo als effectief en waardevol beoordeeld. In de
evaluatiestudies is een aantal aanbevelingen opgenomen. Hieronder ga ik in op de
verbeteracties die ik in gang ga zetten om de effectiviteit en de uitvoering van de
regelingen verder te verbeteren.
Communicatie
De communicatie over de innovatieregeling intensieve veehouderij zal verder
worden verbeterd. Er wordt inmiddels meer gestructureerd gecommuniceerd over
alle modules in de Regeling LNV-Subsidies (RLS) in het kader van het jaarlijkse
Openstellingsbesluit. Er is een voorlichtingsbrochure en communicatieplan
opgesteld in het kader van de Uitvoeringsagenda duurzame veehouderij waarin
specifiek over de veehouderijregelingen, waaronder de innovatieregeling,
gecommuniceerd wordt. Verder zal Dienst Regelingen bij het versturen van de
beschikkingsbrieven, een persbericht publiceren met een korte samenvatting van
de gehonoreerde projecten.
directie Landbouw
Datum
1 juli 2009
Onze referentie
TRCDL/2009/1341
Pagina 3 van 11
Tenslotte zal worden nagegaan op welke wijze beter gecommuniceerd kan worden
over de resultaten van de afgeronde innovatieprojecten. Daarbij wordt onder
andere gedacht aan een jaarverslag over de innovatieregeling of een periodieke
brochure over deze regeling.
Het uitdragen van de resultaten van de innovatieprojecten door de aanvragers is
één van de voorwaarden van de regeling. Uit de evaluatie komt naar voren dat
het zinvol is de aanvragers bij de communicatie over de (tussentijdse) resultaten
te faciliteren. De mogelijkheden hiertoe zullen de komende maanden worden
onderzocht.
Aanpassen van de aanvraag- en beoordelingsprocedure
De aanvraagprocedure is door veel ondernemers als vrij zwaar ervaren en er is
ook sprake van onduidelijkheid met betrekking tot bijvoorbeeld het criterium
innovatie. Om op dit knelpunt in te spelen, wordt inmiddels aan aanvragers de
mogelijkheid geboden om ideeën voor een innovatieproject voor een quick scan
beoordeling voor te leggen aan Dienst Regelingen. Dienst Regelingen geeft advies
en suggesties die de aanvrager vervolgens kan benutten bij het opstellen en
indienen van de feitelijke aanvraag. Wanneer Dienst Regelingen van mening is dat
een projectidee kansloos is voor honorering, zal dat duidelijk gecommuniceerd
worden. Het is dan aan de aanvrager om te beoordelen of het zinvol is om een
aanvraag in te dienen. Dienst Regelingen zal potentiële aanvragers nog
nadrukkelijker op deze service wijzen.
Er worden knelpunten gesignaleerd met het tijdig - binnen de gestelde termijn
van drie jaar - kunnen afronden van het project, onder andere als gevolg van het
niet tijdig kunnen beschikken over vergunningen. Ik ben van mening dat dit
primair de verantwoordelijkheid van de aanvrager is. Hierbij is het van belang dat
de ondernemer een dergelijk probleem zo vroeg mogelijk onderkent en hiermee
rekening houdt wanneer hij een aanvraag indient.
Uit de evaluaties blijkt dat de regeling onvoldoende flexibiliteit in inhoud en
uitvoering kent. Van tevoren moet precies en gedetailleerd aangegeven worden op
welke wijze het project uitgevoerd wordt. Terwijl innovatieprojecten veelal met
onverwachte en wijzigende omstandigheden te maken krijgen, waarop flexibel
gereageerd moet kunnen worden. Dit betekent vaak ook meer administratieve
lasten omdat elke wijziging in de projectopzet doorgegeven moet worden aan
Dienst Regelingen. Naar de toekomst toe zal Dienst Regelingen meer verantwoordelijkheid
bij de aanvrager neerleggen. Het met het innovatieproject beoogde doel
zal bij de beoordeling en de uitvoering van het project centraal staan en niet
zozeer de wijze waarop de beoogde doelen worden gerealiseerd.
Gesignaleerd wordt de behoefte naar meer differentiatie in subsidiepercentages al
naar gelang de bereidheid van projectuitvoerders om inzicht te verschaffen in
voortgang en resultaten van het project. Ik acht het van belang dat innovaties een
breed uitstralingseffect hebben en dat de resultaten van alle gesubsidieerde
innovatieprojecten uitgedragen worden. Zeker voor innovaties die met steun van
LNV tot stand komen. Alles overwegend zal in de regeling met één subsidiepercentage
voor innovatieprojecten gewerkt gaan worden.
directie Landbouw
Datum
1 juli 2009
Onze referentie
TRCDL/2009/1341
Pagina 4 van 11
Uit de evaluatie komt verder de behoefte naar voren bij aanvragers om in de
gelegenheid te worden gesteld een mondelinge toelichting te geven op hun
aanvraag. Op deze wijze wordt voorkomen dat de beoordeling van projectaanvragen
veelal een 'papieren procedure' is en is er wederzijds contact mogelijk
tussen Dienst Regelingen en de aanvrager. Dienst Regelingen gaat hier vorm aan
geven door na een eerste voorlopige beoordeling in een telefonisch overleg de
aanvraag door te lopen en de aanvrager gelegenheid te bieden voor een
toelichting. Verder wordt de mogelijkheid onderzocht om aanvragen waar twijfels
over bestaan, de gelegenheid te bieden een mondelinge toelichting te geven bij de
beoordelingscommissie.
Verder zal Dienst Regelingen telefonisch contact opnemen met de projectaanvragers
om het voorgenomen besluit te bespreken, voordat zij een brief
krijgen. Hierbij wordt een inhoudelijke toelichting gegeven op de beoordeling van
hun project. Op deze wijze wordt de klantgerichtheid verder verbeterd en worden
minder bezwaarprocedures en lagere uitvoeringslasten verwacht. Voor de
bezwaarfase zal Dienst Regelingen nadrukkelijker aan verwachtingenmanagement
gaan doen met betrekking tot de hoorzittingen. Omdat er bij de innovatieregeling
een tenderprocedure wordt gehanteerd, kan er in de bezwaarfase geen nieuwe
informatie worden gegeven over een project. Er kan dus geen inhoudelijke
herbeoordeling van het project plaatsvinden op basis van nieuwe feiten die pas in
de bezwaarfase naar voren worden gebracht en die een aanvulling van de
aanvraag beogen.
Uit de evaluatie is gebleken dat een deel van de innovatieprojecten wordt
getrokken door enthousiaste en vooroplopende veehouders. Dergelijke projecten
worden gekenmerkt door het uitbesteden van activiteiten en bijbehorende kosten
in opdracht van de veehouders. Uit de evaluatie blijkt dat deze aanvragers zich
niet altijd bewust zijn van de verplichting tot onder andere het voeren van een
deugdelijke projectadministratie en van de mogelijke financiële risico's. De
mogelijkheden worden nagegaan of dergelijke ondernemers een andere
organisatie kunnen mandateren een aanvraag in te dienen en uit te voeren,
inclusief de financiële afhandeling van het project op het rekeningnummer van
deze organisatie. Verder zal Dienst Regelingen in de communicatie aangeven dat
de aanvrager zelf verantwoordelijk is voor een deugdelijke uitvoering van het
project (inclusief financiële verantwoording) en zal gewezen worden op de
mogelijkheid van het inschakelen van externe deskundigen.
Er wordt gepleit voor meerdere openstellingen per jaar. De openstelling van
regelingen wordt ruim van tevoren aangekondigd in het jaarlijkse openstellingsbesluit,
zodat het bedrijfsleven hierop tijdig kan anticiperen. Mede rekening
houdend met de uitvoeringslasten overweeg ik geen uitbreiding van het aantal
openstellingen.
Een aantal andere aanbevelingen met betrekking tot de aanvraag- en
beoordelingsprocedure wordt nader met Dienst Regelingen uitgewerkt en zullen
eventueel tot verdergaande aanpassingen leiden.
directie Landbouw
Datum
1 juli 2009
Onze referentie
TRCDL/2009/1341
Pagina 5 van 11
Begeleiding en monitoring van innovatieprojecten
In navolging van andere regelingen zal voor de innovatieregeling de begeleiding
worden versterkt. De vorm waarin dit het beste kan gebeuren, zal de komende
maanden nader worden onderzocht.
2. Evaluatie regeling Praktijknetwerken en het programma Netwerken in
de veehouderij
Het transitieproces naar een duurzame, maatschappelijk verantwoorde
veehouderij wordt door het ministerie van LNV onder andere ondersteund door
middel van de Regeling Praktijknetwerken (tot 2007 via het programma
Netwerken in de veehouderij). Met de ondersteuning van netwerken van
veehouders werd beoogd nieuwe vormen van kennisuitwisseling te stimuleren, om
nieuwe relaties ook buiten de sector te versterken en vernieuwingsprocessen voor
een duurzame veehouderij te ondersteunen.
Zowel de regeling als het afgesloten programma zijn geëvalueerd met als doel
eventuele wijzigingen in de regeling door te voeren om de ondersteuning van
netwerken van veehouders verder te optimaliseren.
Hoofdconclusies
Over het instrument "netwerken" wordt door een ruime meerderheid van de
geraadpleegde ondernemers positief geoordeeld. Dit type instrument levert een
positieve bijdrage aan het stimuleren van vernieuwingen en kennisuitwisseling in
de veehouderijsector, maar ook aan het bevorderen van samenwerking tussen
veehouders onderling en met andere partijen. Uit beide evaluaties komt naar
voren dat het aanbod goed aansloot bij de behoeften die bij veehouders leefden.
De netwerkbegeleiding vervulde een belangrijke rol in het op gestructureerde en
systematische wijze oppakken van de (kennis)vragen.
Door de deelname aan de netwerken zijn meerdere typen kenniseffecten
gerealiseerd. Zo heeft dit bij de deelnemers geleid tot nieuwe kennis en inzichten,
maar is ook meer zicht gekregen op het kennisaanbod van de kennisaanbieders.
Daarnaast is de kenniscirculatie en kennisuitwisseling tussen agrarische
ondernemers en andere partijen versterkt. Ook heeft de deelname aan netwerken
de drempel verlaagd om actiever contacten te leggen met partijen als kennisleveranciers,
brancheorganisaties en overheidsorganisaties.
De netwerken hebben een positieve bijdrage geleverd aan het realiseren van
vernieuwingen, zowel in het productieproces, in de organisatie van het bedrijf als
wel gericht op productinnovaties. De netwerken hebben bijgedragen aan het
realiseren van economische, ecologische en sociale effecten en derhalve aan het
verder verduurzamen van de veehouderij.
Voor een uitgebreid overzicht van de conclusies, verwijs ik naar bijlage 2.
Reactie op de uitkomsten van de evaluaties
Zowel de Regeling praktijknetwerken als het afgesloten programma Netwerken in
de veehouderij worden per saldo als effectief en waardevol beoordeeld. Hieronder
ga ik in op een aantal verbeteracties die ik in gang ga zetten om de effectiviteit en
de uitvoering van de regeling Praktijknetwerken verder te verbeteren.
directie Landbouw
Datum
1 juli 2009
Onze referentie
TRCDL/2009/1341
Pagina 6 van 11
Communicatie
De communicatie over de regeling zal langs verschillende wegen versterkt
worden: meer intermediaire organisaties en adviseurs zullen benaderd worden;
aanvragers zullen ook ter ondersteuning van hun aanvragen gewezen worden op
de beoordelingscriteria en daaraan gerelateerde relevante kaders zoals innovatieagenda's
of visies. In 2008 is al een start gemaakt om de communicatie te
verbeteren door in verschillende regio's in het land voorlichtingsbijeenkomsten te
houden. Ook zal de communicatie over bereikte resultaten en opgedane
ervaringen verbeterd worden. Er wordt een persbericht opgesteld met de
resultaten van de openstelling 2008 met verwijzing naar website "verantwoorde
veehouderij" van WUR-ASG.
Aanpassen van aanvraag- en beoordelingsprocedure
De aanvraagprocedure is als vrij zwaar ervaren. Hier is al deels vanaf 2008 op
ingespeeld door Dienst Regelingen, door gerichter in het aanvraagformulier aan te
geven welke informatie de beoordelingscommissie nodig heeft. Het formulier
wordt verder op een aantal punten verbeterd.
Om het aantal en de kwaliteit van de aanvragen te verhogen, heeft Dienst
Regelingen een aantal acties ondernomen. Zo hoefde de aanvrager geen
projectplan meer in te dienen. In plaats daarvan voldeed het beantwoorden van
specifieke vragen over het project op het aanvraagformulier. Bovendien kon de
aanvraag volledig digitaal worden ingediend. Als laatste werd door een
vereenvoudiging van de behandelingsprocedure de beslistermijn ingekort.
Voorts biedt Dienst Regelingen vanaf 2008 aan aanvragers de mogelijkheid van
een quick scan waarmee de aanvrager een beter beeld krijgt over de passendheid
van het netwerkproject. Vanaf de openstelling 2009 zal aanvullend de mogelijkheid
ingebouwd worden van telefonisch contact met indieners ingeval hun
aanvragen vragen oproepen.
Aanbevolen is om per jaar met meer dan één openstelling te gaan werken. Dit kan
de wachttijd voor nieuwe aanvragen verkorten, maar zal leiden tot hogere
uitvoeringskosten. Om die laatste reden wordt niet overwogen om de regeling
meer keren per jaar open te stellen.
Overige
De regeling kan nu alleen aangevraagd worden door ondernemers uit de primaire
sector. Gelet op de wens om ketenverbreding in netwerken mogelijk te maken, zal
onderzocht worden of ook ander partijen dan primaire ondernemers aanvragen
kunnen indienen.
Een belangrijk knelpunt in de regeling Praktijknetwerken is dat eigen arbeid van
de aanvragers niet subsidiabel is, terwijl de arbeidskosten van de procesbegeleider
en andere externe partijen wel worden vergoed. Dit vormt een
belangrijke belemmering om nieuwe netwerken op te gaan richten. Ik zal in de
regeling praktijknetwerken daarom de mogelijkheid opnemen dat het deel van de
arbeid van de aanvrager dat betrekking heeft op de uitvoering van het project,
subsidiabel wordt.
directie Landbouw
Datum
1 juli 2009
Onze referentie
TRCDL/2009/1341
Pagina 7 van 11
Een misverstand is dat de regeling Praktijknetwerken niet de mogelijkheid kent
van bevoorschotting. Op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten kunnen de
initiatiefnemers van netwerken wel degelijk verzoeken indienen voor tussentijdse
betalingen.
De evaluaties gaan ook nader in op een aantal specifieke uitvoeringstechnische
zaken, zoals de werkwijze en samenstelling van de beoordelingscommissie en de
mate van gedetailleerde informatieuitvraag bij kleine begrotingsposten. Deze
punten worden nader uitgewerkt met Dienst Regelingen.
3. Slotconclusie
Het geheel overziend hebben de evaluaties waardevolle aanbevelingen
opgeleverd. Voor een deel heb ik aanpassingen al doorgevoerd. Andere
aanbevelingen zal ik meenemen bij het aanpassen van het Openstellingsbesluit
2010. Daarnaast zullen de aanbevelingen benut worden voor het aanpassen van
interne procedures in de uitvoering van de regelingen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
directie Landbouw
Datum
1 juli 2009
Onze referentie
TRCDL/2009/1341
Pagina 8 van 11
Bijlage 1: Proces- en effectevaluatie Innovatieregeling intensieve
veehouderij - overige conclusies
Algemeen
Ondanks de positieve waardering voor de innovatieregelingen is het gebruik van
de regeling in de periode 2005 tot en met 2007 gedaald van 53 naar 18
aanvragen per jaar. Als verklaringen worden genoemd het aanwezige "stuwmeer"
bij de eerste openstelling in 2005 (nadat de regeling een aantal jaren niet was
opengesteld), de in 2007 ingevoerde voorwaarde van samenwerking, de slechte
economische situatie in de intensieve veehouderij en het onder druk komen staan
van het imago van de regeling vanwege de beperkte kans op projecthonorering en
het moeilijk kunnen inschatten van de slagingskans op subsidie. Tenslotte is de
innovatieregeling relatief beperkt bekend bij ondernemers. Dienst Regelingen
heeft meer in algemene zin gecommuniceerd over deze regeling (via persberichten
en vakbladen).
Inhoud van de regeling
Het afronden van het project binnen een termijn van drie jaar gaf in bepaalde
gevallen problemen, zoals bij het vertraagd afkomen van vergunningen en het
nog niet geregeld zijn van cofinanciering. Voorts werd de 'samenwerkingseis' in de
module 'Samenwerking bij innovatie' als beperkend ervaren. Samenwerking wordt
gezien als een middel en niet als doel op zich om tot innovaties te komen. De
voorkeur wordt er aan gegeven in ieder geval beide modules open te stellen.
Tenslotte werd de verplichting tot publiceren van resultaten direct na afloop van
het project door een kwart van de ondervraagden als een concurrentienadeel
ervaren.
De aanvraagprocedure
De aanvraagprocedure werd in het algemeen als vrij zwaar ervaren, omdat veel
(gedetailleerde) gegevens gevraagd worden. Vaak schakelen primaire
ondernemers om die reden externe deskundigen in. De administratieve lasten
worden als (zeer) zwaar ervaren. Tegelijkertijd vindt een ruime meerderheid dat
de administratieve lasten opwegen tegen de hoogte van de verkregen subsidie.
Het systeem van openstellingen wordt door een meerderheid positief gewaardeerd.
Verschillende betrokkenen bij innovatieprojecten geven de voorkeur aan
meerdere openstellingsmomenten per jaar om snel voortgang te kunnen blijven
maken. De aanvraag- en beoordelingsprocedure is in het algemeen duidelijk voor
de doelgroep. Wel worden knelpunten rond het criterium innovativiteit gesignaleerd.
Dit omdat het lastig is voor aanvragers de innovativiteit van hun project ten
opzichte van bestaande projecten in te schatten.
Rond de bezwaarschriften procedure is er onvrede omdat niet opnieuw inhoudelijk
naar de aanvraag gekeken wordt. Dit is een gevolg van het werken met de
tendersystematiek, waarbij de ingediende aanvragen op basis van kwaliteit door
een beoordelingscommissie worden gerangschikt.
Uitvoering projecten
Inherent aan risicovolle projecten werden de projectuitvoerders tijdens de
uitvoering vaak geconfronteerd met onvoorziene omstandigheden. De technische
realisatie bleek in veel projecten weerbarstiger dan oorspronkelijk gedacht.
directie Landbouw
Datum
1 juli 2009
Onze referentie
TRCDL/2009/1341
Pagina 9 van 11
In andere gevallen ging van vigerende wet- en regelgeving een remmende
werking uit op de projectrealisatie. Verder veranderde het economisch perspectief
tijdens de looptijd van sommige projecten door wijzigingen in de marktvraag of
-prijzen. Het noopte de projectuitvoerders om flexibel op veranderende
omstandigheden in te spelen.
Een algemeen punt van kritiek is de geringe communicatie met LNV/Dienst
Regelingen na de startfase (aanvraag/beoordeling). De projectuitvoerders missen
een meer inhoudelijke interactie tijdens de uitvoering van het project. Dit geldt
met name voor die projecten waar primaire ondernemers de initiatiefnemers zijn.
directie Landbouw
Datum
1 juli 2009
Onze referentie
TRCDL/2009/1341
Pagina 10 van 11
Bijlage 2: Evaluatie regeling Praktijknetwerken en het programma
Netwerken in de veehouderij - Overige conclusies
Toegankelijkheid en aanvraagprocedure
Het programma Netwerken in de Veehouderij was een voor veehouders goed
toegankelijk instrument. Wageningen UR (WUR) heeft zowel in de netwerkbegeleiding
als bij de inhoudelijke ondersteuning een belangrijke rol gespeeld. In
het algemeen kon men met die systematiek goed uit de voeten. De aanvraagprocedure
was laagdrempelig met een actieve rol van de netwerkbegeleiders bij
het opstellen van de projectplannen. De persoonlijke consultatie van de
aanvragers bood een toegevoegde waarde binnen de beoordelingsprocedure.
De regeling Praktijknetwerken werd in het algemeen als duidelijk ervaren. Een
beperkt aantal bedrijven vond de criteria voor meerdere uitleg vatbaar. De
aanvraagprocedure is door de aanvragers als vrij zwaar ervaren. Er moesten veel
gegevens worden aangeleverd. De kwaliteit van veel aanvragen was matig, het
aantal goedgekeurde aanvragen viel tegen; dit leidde tot onderuitputting van het
budget. Oorzaak was dat er een vrij uitgebreid projectplan ingediend moest
worden. Externe ondersteuning werd veelal wel ingeschakeld.
De mogelijkheid om het projectidee van te voren te laten toetsen door Dienst
Regelingen was maar bij weinigen bekend, maar wordt wel positief beoordeeld.
Het ontbreken van de mogelijkheid van persoonlijke raadpleging van de
netwerken werd als een gemis ervaren in de beoordelings- en selectieprocedure.
Bij niet goedgekeurde aanvragen konden de afgewezenen zich veelal niet vinden
in de afwijzingsgronden en werd de mogelijkheid van een persoonlijke toelichting
gemist.
Communicatie
Het programma "Netwerken" was vrij goed bekend geraakt onder de veehouders
in de periode 2004 - 2007. Er is veel aandacht besteed aan communicatie en
voorlichting. De regeling "Praktijknetwerken" had nog maar een beperkte
bekendheid onder veehouders. De regeling is pas in 2007 voor het eerst
opengegaan. Vooral brancheorganisaties en kennisleveranciers waren actief in het
uitdragen van de regeling.
Bij zowel het programma als de regeling vormde de melkveehouderij de grootste
groep aanvragers. WUR en De Landbouwvoorlichting (DLV) waren het meest
betrokken bij de begeleiding van de netwerken.
Systematiek van openstelling
Over de systematiek van periodieke openstellingen bij de Regeling "Praktijknetwerken"
is men in het algemeen tevreden. Het biedt de mogelijkheid om de
beste projecten te selecteren. Wel werd de suggestie gedaan om de regeling twee
maal in plaats van één maal per jaar open te stellen.
Kwaliteit van begeleiding
De deelnemers zijn veelal zeer tevreden over de kwaliteit van de netwerkbegeleiding
als de inhoudelijke ondersteuning.
De regeling draagt in positieve zin bij aan de intensiteit en kwaliteit (meer
strategische en vertrouwelijke onderwerpen) van de samenwerking binnen de
netwerken.
directie Landbouw
Datum
1 juli 2009
Onze referentie
TRCDL/2009/1341
Pagina 11 van 11
Van de regeling gaat een positieve impuls uit op vernieuwingsprojecten. Zonder
die ondersteuning zou meer dan de helft van de projecten geen doorgang hebben
gevonden.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit