Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over de politieke situatie in
Iran
01-07-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van Bommel over de politieke situatie in Iran.
Deze vragen werden ingezonden op 16 juni 2009 met kenmerk 2009Z11389.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Van Bommel (SP) over de politieke situatie in Iran.
Vraag 1
Welke concrete maatregelen hebt u genomen tegenover de Iraanse
regering om uw bezorgdheid over de recente gebeurtenissen kenbaar te
maken?
Vraag 2
Welke maatregelen hebt u genomen ter verdediging of bescherming van
Nederlandse journalisten in Iran, zoals de tv-ploeg van het programma
Nova? Bent u bereid er bij de Iraanse autoriteiten op aan te dringen
het materiaal dat in beslag is genomen terug te geven? Indien nee,
waarom niet?
Vraag 3
Bent u bereid de Iraanse ambassadeur te ontbieden om protest tegen
deze ernstige beperking van de persvrijheid aan te tekenen? Indien
nee, waarom niet?
Antwoord
Op 16 juni jl. heb ik de Iraanse Tijdelijk Zaakgelastigde ontboden en
de ernstige zorgen over het verloop van de Iraanse
presidentsverkiezingen, de onregelmatigheden en het buitensporige
geweld tegen betogers overgebracht. Ik heb daarbij met klem
aangedrongen op het onderzoeken van klachten over fraude, op
onmiddellijke invrijheidstelling van vreedzame betogers, op het
schuwen van verder geweld, het respecteren van de persvrijheid, en het
nakomen internationale verplichtingen. Bij die gelegenheid heb ik
geprotesteerd tegen het hinderen van journalisten, inclusief de
aanhouding en intimidatie van de Nederlandse NOVA-filmploeg en de in
beslagname van hun beeldmateriaal. Het EU-voorzitterschap en de
Nederlandse ambassadeur in Iran hebben eveneens dezelfde dag bij
Iraanse autoriteiten geprotesteerd tegen de behandeling van de
NOVA-filmploeg.
Zoals nader toegelicht in mijn brief aan Uw Kamer van 23 juni jl., heb
ik naar aanleiding van de aanhoudende zorgelijke situatie op 22 juni
jl. de Iraanse Tijdelijk Zaakgelastigde wederom laten ontbieden om de
zorgen en protesten van de Nederlandse regering andermaal over te
brengen.
Zowel de RAZEB als Europese Raad van respectievelijk 15 en 18-19 juni
jl., als het EU-Voorzitterschap hebben verklaringen aangenomen waarin
de ernstige zorgen worden geuit en Iran wordt opgeroepen aan zijn
internationale verplichtingen te voldoen. Op 28 juni jl. hebben de
ministers van Buitenlandse Zaken van de EU bijeen in Korfoe, mede op
mijn instigatie, nader gesproken over de ontwikkelingen in Iran en een
verklaring aangenomen waarin de eensgezindheid en solidariteit van de
EU nogmaals wordt onderstreept.
Vraag 4
Kunt u vaststellen of de verkiezingen legitiem verlopen zijn? Wat zijn
de politieke gevolgen als blijkt dat de verkiezingsuitslag als gevolg
van fraude tot stand is gekomen? Welke gevolgen heeft een dergelijke
verkiezingsuitslag voor de betrekkingen tussen Nederland en Iran? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Antwoord
De Iraanse autoriteiten hebben bij de verkiezingen geen buitenlandse
waarnemers toegelaten. Het is daarom niet mogelijk een onafhankelijk
oordeel te vormen over het verloop van de verkiezingen. Zowel de
aanloop naar de verkiezingen, de verkiezingen zelf en de nasleep
roepen evenwel vragen op. Dat er in de laatste fase voor de
verkiezingen maatregelen zijn genomen om de stemming te beïnvloeden,
zoals beperking van de toegang internet en TV-kanalen, het blokkeren
sms-berichten, is zeker. In de dagen direct na de verkiezingen is door
de overheid het internet- en telefoonverkeer in Iran en met het
buitenland gehinderd en beperkt. Voorts zijn er veel mediaberichten en
andere berichten over ontwikkelingen die niet te rijmen zijn met vrije
en eerlijke verkiezingen, zoals het neerslaan van vreedzame
demonstraties, arrestaties, inperking van mediavrijheid en
intimidatie. Aan de verkiezingen deelnemende kandidaten hebben
honderden klachten ingediend over de gang van zaken, die zouden wijzen
op verkiezingsfraude.
Vragen over het verloop van de verkiezingen zijn aangelegenheden die
door de Iraanse autoriteiten serieus moeten worden onderzocht. De
regering constateert dat de Iraanse Raad van Hoeders in een brief aan
het Iraanse ministerie van Binnenlandse Zaken van 29 juni jl. heeft
aangegeven dat het de rechtmatigheid van de verkiezingen na onderzoek
van de ingediende klachten heeft bekrachtigd. De komende periode zal
moeten uitwijzen in hoeverre de vragen van de diverse
presidentskandidaten en burgers daarmee afdoende zijn beantwoord. Het
gaat er uiteindelijk om dat Iraanse burgers hun aspiraties en keuzes
in de uitslag weerspiegeld zien.
Nederland en de EU wensen met Iran betrekkingen op basis van
wederzijds respect te onderhouden, maar verlangen dat Iran daartoe
zijn verantwoordelijkheden en verplichtingen onderkent en
dienovereenkomstig handelt.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken