Algemene Rekenkamer



Rapport Weloverwogen toezicht. Analyse van departementale toezichtsvisies

25-6-2009

Departementale toezichtsvisies vergeleken: invulling departementen varieert

Tweede deel RWT-verkenningen Algemene Rekenkamer

Vrijwel alle ministers leggen de manier waarop zij toezicht houden op zelfstandige organisaties vast in een zogenaamde toezichtsvisie. Dat is belangrijk, omdat een minister op deze wijze duidelijk maakt hoe hij zijn toezicht op zelfstandige organisaties in wil richten om zijn ministeriële verantwoordelijkheid waar te kunnen maken. In totaal gaat er jaarlijks meer dan ¤ 120 miljard aan publiek geld om in deze organisaties. De Algemene Rekenkamer deed verkennend onderzoek naar de toezichtsvisies van 12 departementen. Hieruit blijkt dat de meeste toezichtsvisies op een aantal punten nog kunnen worden aangescherpt. Bovendien zijn de meeste toezichtsvisies niet openbaar. De Algemene Rekenkamer doet een aantal handreikingen in de verkenning 'Weloverwogen toezicht' die op 25 juni verschijnt.

In de door het kabinet vastgestelde Kaderstellende Visie op Toezicht 2005 (kamerstuk nr. 27831) staan uitgangspunten die het kabinet heeft geformuleerd voor het toezicht op zelfstandige organisaties. Deze kunnen worden uitgewerkt in een toezichtsvisie. In een toezichtsvisie geeft een minister aan hoe hij zorgdraagt voor goed toezicht op zelfstandige organisaties. Aan de orde zou moeten komen hoe de minister zijn verantwoordelijkheid invult, wat van de betrokken organisaties wordt verwacht, hoe de onderlinge verhoudingen tussen deze organisaties zijn ingericht en welke informatie-uitwisseling daarbij hoort. Dat is belangrijk, omdat een minister daarmee transparant kan zijn naar vele belanghebbenden, waaronder de Tweede Kamer die voor de uitoefening van haar controlerende taak afhankelijk is van de informatie die de verantwoordelijke ministers over de zelfstandige organisaties geeft.

Verschillen tussen toezichtsvisies
Vaak worden publieke taken, zoals onderwijs, medische zorg of natuurbeheer, uitgevoerd door zelfstandige organisaties die hiervoor worden bekostigd met publiek geld. Hoewel de organisaties niet ondergeschikt zijn aan de minister, blijft de minister wel verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de publieke taak en de rechtmatige inning, beheer en besteding van de publieke middelen. Daarom houdt de minister toezicht op de organisaties. Uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat er verschillen tussen de departementale toezichtsvisies zijn. De meeste toezichtsvisies besteden aandacht aan de afzonderlijke verantwoordelijkheden van betrokkenen. Ook het gebruik van een risicoanalyse en de doorvertaling daarvan in toezichtsarrangementen komt in de meeste toezichtvisies aan de orde. Op een aantal andere punten kunnen bijna alle toezichtsvisies nog aan waarde winnen. Het gaat hierbij om het openbaar maken van de toezichtsbevindingen, het toezicht op de uitvoering van Europese wet- en regelgeving, de uitwerking van een interventiestrategie en de evaluatie van het toezicht. De meeste toezichtsvisies geven hier nu nog geen informatie over.

Toezichtsvisies VROM, LNV en OCW kwalitatief goed
Uit de analyse van de Algemene Rekenkamer blijkt dat met name de toezichtsvisies van de ministers van VROM, LNV en OCW kwalitatief goed zijn. De toezichtsvisies van deze departementen zijn op www.rekenkamer.nl te raadplegen. De minister van Financiën heeft geen toezichtsvisie. Deze minister is van mening dat zijn visie op toezicht in de afzonderlijke wet- en regelgeving voor de zelfstandige organisaties is vastgelegd. De Algemene Rekenkamer constateert echter dat uit de wet- en regelgeving niet duidelijk wordt hoe de minister het toezicht inricht. Het Ministerie van Financiën voldoet volgens de Algemene Rekenkamer niet aan de door het kabinet gestelde eisen.

Reactie minister BZK, nawoord Algemene Rekenkamer
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft, als coördinerend minister, gereageerd op het rapport. De minister geeft aan dat het rapport goede aanknopingspunten biedt voor het aanscherpen van de departementale toezichtsvisies. Op de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer om bij de verdere ontwikkeling van toezichtsvisies een coördinerende rol te spelen, reageert de minister terughoudend. Het Ministerie van BZK zou volgens de Algemene Rekenkamer periodiek de toezichtsvisies moeten toetsen aan de uitgangspunten voor goed toezicht en de ministers aanspreken op en ondersteunen bij het verder ontwikkelen van toezichtsvisies.

De Algemene Rekenkamer voert verkenningen uit over het toezicht op zelfstandige organisaties. Deze verkenning is deel 2 in een reeks. Op 12 februari 2009 verscheen het rapport 'Verslagen van raden van toezicht vergeleken. Goede voorbeelden en tips voor een beter verslag'.

Noot voor redacties