Ministerraad
Migratiebeleid voor kenniswerkers, studenten en onderzoekers leidt tot
minder administratieve lasten
Persbericht | 12-06-2009
De ministerraad heeft op voorstel van minister Hirsch Ballin en
staatssecretaris Albayrak van Justitie ingestemd met het wetsvoorstel
modern migratiebeleid. Het wetsvoorstel houdt een modernisering van de
Vreemdelingenwet 2000 in en is gebaseerd op de voorstellen uit de
vorig jaar door staatssecretaris Albayrak gepresenteerde nota Modern
Migratiebeleid. Doel van het wetsvoorstel is tweeledig. Nederland
wordt aantrekkelijker gemaakt voor kenniswerkers en specialisten aan
wie behoefte bestaat om de economie, cultuur en de wetenschap verder
te versterken. Daartoe worden de procedures efficiënter en wordt een
effectievere handhaving, onder andere de bestrijding van fraude met
gezinsmigratie, mogelijk. Het wetsvoorstel houdt een forse
administratieve lastenverlichting in voor bedrijven en burgers die als
referent optreden voor een vreemdeling die naar Nederland komt. Uit
onderzoek blijkt dat door het voorstel de administratieve lasten voor
bedrijven met 15 procent zullen dalen, terwijl de toezicht- en
nalevingskosten gelijk zullen blijven.
Het uitgangspunt van het modern migratiebeleid is selectief. Dit houdt
in dat het beleid uitnodigend is voor migranten aan wie economisch of
in onderwijs, onderzoek en cultuur behoefte is. Voor anderen blijft
het restrictieve beleid gelden. Nederland wordt hierdoor
aantrekkelijker als vestigingsplaats voor internationale bedrijven en
kennismigranten, wat bijdraagt aan de versterking van de Nederlandse
economie.
Het wetsvoorstel voorziet in de versterking van de positie van de
referent in het reguliere vreemdelingenbeleid. De referent kan een
burger, instelling of bedrijf zijn die belang heeft bij de komst van
een migrant. Migranten zullen tijdens hun verblijf in de regel moeten
beschikken over een referent. De referent krijgt grotere
verantwoordelijkheden, waarop hij door de overheid kan worden
aangesproken. Zo moet de referent melden als er iets in de situatie
van de vreemdeling wijzigt. Ook krijgt hij zorgplichten voor de
vreemdeling. Bij overtreding van de verplichtingen kunnen bestuurlijke
boetes worden opgelegd en in ernstige gevallen kan strafrechtelijk
worden opgetreden. Hierdoor kunnen fraude en misbruik, ook bij
gezinsmigratie, effectiever worden bestreden. Ook de kosten voor de
uitzetting van een vreemdeling kunnen op de referent worden verhaald.
Voor bedrijven en instellingen voorziet het wetsvoorstel in een
behoefte, omdat het tot verlaging van administratieve lasten leidt.
Dit kan worden bereikt doordat bedrijven en instellingen die
regelmatig medewerkers uit het buitenland nodig hebben, worden erkend
als referent. Dit geldt ook voor universiteiten die buitenlandse
studenten werven. Zij dienen zelf verblijfsaanvragen bij de IND in,
waarbij zij de benodigde informatie verstrekken. De betreffende
student of werknemer kan dan via een versnelde procedure worden
toegelaten. Door het systeem met erkende referenten wordt het voor
kennismigranten, onderzoekers en studenten mogelijk sneller naar
Nederland te komen. Bij misbruik kan de status van erkende referent
worden ingetrokken. Ook kan de verblijfsvergunning van de vreemdeling
worden ingetrokken.
De toelatingsprocedures worden efficiënter ingericht. De procedure
voor het inreisvisum (de zogenaamde machtiging tot voorlopig verblijf,
MVV) en de procedure voor een reguliere verblijfsvergunning worden
samengevoegd tot één Toegangs- en Verblijfsprocedure (TEV-procedure).
Hiermee kunnen de administratieve lasten voor burgers en bedrijven
aanzienlijk worden teruggebracht.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar
bij indiening bij de Tweede Kamer.