Toogdag Wadden
Toespraak | 30-05-2009 | Delfzijl | Staatssecretaris Tineke Huizinga
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Tijdens een stormachtige novembernacht in 2006 pakten zware grijze -
bijna zwarte - wolken samen boven het Waddengebied. Het water klotste
tegen de dijken, kwelders werden overspoeld.
Na deze nacht stond het Friese Marrum in het brandpunt van de
landelijke media-aandacht. U kunt het zich vast nog wel herinneren: de
groep paarden die op een buitendijks weiland in nood raakte. Hoe zij
samengepakt stonden op een klein lapje grond, omringd door water. Dit
beeld maakte een bijzondere indruk.
Misschien kwam dat doordat het herinneringen opriep aan de talloze
watersnoden die ons land door de geschiedenis gekend heeft. Aan onze
eeuwenlange strijd tegen het water. We zagen opeens weer dat wij het
water niet altijd naar onze hand kunnen zetten.
Het klimaat verandert, en daardoor krijgt de strijd tegen het water
een nog diepere en grotere dimensie. Het kabinet neemt zich dat ter
harte en we richten ons niet meer alleen op de risico's die nú op ons
afkomen, maar we kijken verder vooruit dan ooit. Ik vind dat
belangrijk omdat we de zorg voor de toekomst van ons land vandáág
moeten oppakken. De uitdagingen zijn buitengewoon groot!
We maken daarmee een plan waarin veiligheid, duurzame economische
ontwikkeling en goede natuur samengaan. Een plan om ons land veilig te
stellen. Als staatssecretaris van Water werk ik samen met u - en met
vele anderen - aan dit Deltaprogramma.
Zoals u weet bouwt het Deltaprogramma voort op het advies dat de
Deltacommissie op mijn verzoek heeft uitgebracht. Het kabinet heeft de
hoofdlijnen van dit advies omarmd en opgenomen in het Nationaal
Waterplan. Het getuigt ook van lef om in deze tijd van economische
crisis een Deltafonds op te richten; vanaf 2020 investeren we
jaarlijks 1 miljard euro. Het Deltaprogramma en het Deltafonds zijn
niet alleen een initiatief van mij, maar een activiteit van het
kabinet.
* Twee belangrijke aanbevelingen hebben grote gevolgen voor het
Waddengebied:
Het onderhouden van de kustfundament met zandsuppleties aan de
Noordzeekust, waarmee het wad kan mee groeien met de
zeespiegelstijging
* Ophogen IJsselmeerpeil
Ik wil kort iets over de beide aanbevelingen zeggen.
1) Eerst iets over de zandsuppleties. Het voortbestaan van de
waddenzee zoals wij die nu kennen is niet vanzelfsprekend is en met de
toenemende zeespiegelstijging kunnen we de zaken niet op hun beloop
laten.
Zand is de natuurlijke basis van het waddengebied en zand is
bewegelijk. De afsluiting van de Zuiderzee heeft het evenwicht in aan-
en afvoer van zand verstoord, waardoor de Wadden niet duurzaam in
balans zijn: er verdwijnt voortdurend zand in de diepe geulen van de
waddenzee.
Het aanvoeren van zand is de natuurlijkste manier om dit unieke gebied
in stand te houden. Om te voorkomen dat de zandplaten permanent onder
water komen te staan. De strategie van zandsuppleties voor de gehele
kust van Zeeland tot en met de Waddeneilanden draagt bij aan het
meegroeien met de Waddenzee.
Om de gevolgen van deze maatregelen in kaart te brengen, gaan we de
Wadden zorgvuldig monitoren. Of we in staat zijn om het karakter van
de Wadden op lange termijn te behouden, moet uit deze monitoring
blijken.
In ieder geval geven we geen land prijs aan de zee. We houden de
Nederlandse kustlijn in tact vanaf Zeeland tot en met de Friese kust
en de Waddeneilanden. We kiezen hierbij voor een strategie van
zandsuppleties. Dit heeft een gunstig effect op het unieke karakter
van de Wadden.
2) De andere aanbeveling van de Deltacommissie die gevolgen heeft voor
het waddengebied is de voorgestelde stijging van het IJsselmeerpeil.
Dit is nodig om ervoor te zorgen dat wij in de toekomst voldoende
zoetwater hebben en om het rivierwater langer onder vrij verval af te
voeren naar de Waddenzee.
Dit idee heeft begrijpelijkerwijs voor buitengewoon veel beroering
gezorgd. Zo vroeg een bestuurder uit Medemblik zich af of wij weten
wat een stijging van het IJsselmeerpeil voor zijn plaats betekent en
of het kabinet überhaupt wel weet waar Medemblik ligt! Wat dat betreft
kan ik u geruststellen.
De provincie Friesland vindt dat de effecten hiervan op de Friese
IJsselmeerkust beter moeten worden onderzocht. Bovendien vragen Friese
bestuurders zich af of het water niet te veel ten goede komt aan de
Randstad en of het IJsselmeer niet onevenredig wordt belast als het
Markermeer wordt ontkoppeld. Het zijn begrijpelijke vragen.
Als staatssecretaris van Water - maar ook als inwoner van Friesland -
hecht ik er grote waarde aan dat we de gevolgen van deze richting en
de hiervoor noodzakelijke maatregelen goed onderzoeken en in kaart
brengen. Dat we niet over één nacht ijs gaan. We zullen onze
beslissingen baseren op gedegen kennis en zorgvuldige afwegingen!
We gebruiken de komende jaren om de noodzakelijke omvang en het tempo
van een peilstijging te onderzoeken. Pas als we antwoorden hebben op
onze belangrijke vragen, kunnen we beslissingen nemen die ingrijpende
gevolgen hebben voor het leven op de wadden. We nemen het definitieve
besluit over wel of geen stijging van het IJsselmeerpeil in 2015.
We zorgen ervoor dat het effect, de maatregel en het doel met elkaar
in evenwicht zijn.
Uiteraard is mijn rol als Staatssecretaris voor Water gericht op het
duurzaam waarborgen van waterveiligheid en zoetwatervoorziening van
Nederland. Hierbij spelen ook bovenlokale en bovenregionale afwegingen
een rol. Maar de Wadden en het IJsselmeer zijn mij - net als u -
bijzonder dierbaar. Juist daarom is het van belang dat we alle
aspecten goed in kaart brengen.
Het is dan ook goed dat we het Deltaprogramma nú in gang zetten. We
willen niet wachten tot het water ons aan de lippen staat. Zo hebben
we de tijd en de rust om onze afwegingen zorgvuldig te maken.
Het verzamelen van kennis is in de eerste plaats een belangrijk
onderdeel van het reeds gestarte Deltaprogramma zelf. Monitoring van
de Wadden heeft een belangrijke plaats binnen het Deltaprogramma voor
de Wadden. Nog dit jaar komt er een plan van aanpak voor dit
deelprogramma. We zullen de monitoring afstemmen met Denemarken en
Duitsland.
Daarnaast doet de Waddenacademie veel belangrijk werk. Dat wisten we
al, maar dat werd bevestigd door de Kennisagenda die Pavel Kabat
zojuist heeft aangeboden.
Ook natuurorganisaties leveren een belangrijke bijdrage aan
kennisontwikkeling. In april heb ik een samenwerkingsovereenkomst
ondertekend met natuurorganisaties die bijdragen aan onderzoek naar
zandsuppleties. Eén van deze organisaties is de Waddenvereniging. Dit
jaar richt het onderzoek zich onder meer op de sedimentbalans van de
Waddenzee en het meegroeien van wadplaten met de zeespiegelstijging.
Dames en heren,
De Wadden zijn kostbaar. Niet voor niets komt dit gebied in aanmerking
voor de werelderfgoedlijst. De Bosplaat op Terschelling, de Vliehors
op Vlieland maar ook de kwelders en de mosselbanken bewijzen dat er in
ons dicht bevolkte land ruimte is voor ongerepte natuur.
Juist omdat we de wadden met zijn allen in ons hart gesloten hebben,
moeten we ons hoofd erbij houden. We kijken op een pragmatische en
realistische manier vooruit.
We weten dat onze toekomst misschien niet identiek is aan het plaatje
wat wij vandaag de dag zien. Dat hoeft ook niet, want de wadden
bestaan bij de gratie van verandering - bij de gratie van natuurlijke
dynamiek. De dynamiek van eb en vloed geeft ruimte aan een enorme
hoeveelheid leven: van de kleinste schelpdieren tot de meest
bijzondere vogels en zeehonden.
Wat we willen is de natuurlijke dynamiek behouden en ervoor zorgen dat
dit gebied over honderd jaar nog net zo mooi en uniek is als het
vandaag is. Laten we daar samen aan werken. Laten we met elkaar de
Wadden veroveren op de toekomst.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat