Gemeente Utrecht
2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Utrecht: Vragen van de heer M. van Ditmarsch, mevrouw N. R. Schipper, de heer J. A. Kleuver en de heer Y. Aydemir
(ingekomen 13 mei 2009 en antwoorden verzonden op 29 mei 2009)
Op 4 juni 2009 alsmede in maart 2010 worden weer verkiezingen voor het Europees Parlement respectievelijk voor de gemeenteraden gehouden. Voor de verkiezingen van het Europees Parlement zijn er in onze gemeente 170 stembureaus waarvan volgens opgave van de gemeente een substantieel aantal maar deels toegankelijk is. Bij het merendeel van de stembureaus is ook geen gehandicaptenparkeerplaats (in de opgave nog aangeduid als invalide-parkeerplaats, sic!) aanwezig.
De criteria voor de keuze van locaties voor stembureaus in onze gemeente omvat mede de (mate van) bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van deze locaties. Bij ontoegankelijke en/of deels toegankelijke stemlokalen worden veelal provisorisch tijdelijke toegankelijkheidsvoorzieningen getroffen.
Sinds de Waterschapsverkiezingen in 2008 moet Nederland weer met het rode potlood stemmen. Het kan jaren duren voor weer met veilige stemapparatuur kan worden gestemd. Gevolg hiervan is dat mensen met een visuele beperking niet meer zelfstandig hun stem kunnen uitbrengen en de fraudegevoeligheid hierdoor zal toenemen. Ook wordt het waarschijnlijk al bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 mogelijk gemaakt om in een willekeurig stemlokaal in onze gemeente te gaan stemmen.
Sinds 2007 kent onze gemeente een inclusief en integraal beleid voor mensen met een beperking en wel op basis van het beleidsplan Agenda 22. Dat houdt in dat mensen met een beperking het onomstotelijk recht hebben om in de samenleving te participeren. Mensen met een beperking willen net zoals ieder andere stemgerechtigde zoveel mogelijk in hun eigen stemdistrict onbelemmerd kunnen stemmen.
Dit brengt de fracties van CDA, D66, PvdA en Groenlinks tot de volgende vragen.
1. Zijn de criteria voor de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van stemlokalen (richtlijnen toegankelijkheid van het Solgu op basis Handboek voor Toegankelijkheid) sinds de vaststelling van het beleidsplan Agenda 22 voor de locatiekeuze aangescherpt respectievelijk hebben deze een zwaarder gewicht gekregen? Zo ja, waaruit blijkt dat en zo neen, waarom niet?
Neen, bij de locatiekeuze wordt al sinds jaren nadrukkelijk gelet op de toegankelijkheid van stembureaus. Er kan echter niet voor 100 % aan de gewenste richtlijnen worden voldaan.
2. Hoe waardeert het college het huidige aantal ontoegankelijke en deels toegankelijke stemlokalen in het licht van de uitgangspunten van het beleidsplan Agenda 22?
Het beleid is er op gericht om zo veel mogelijk stembureaus in te richten die voldoen aan de richtlijnen m.b.t. de toegankelijkheid van gebouwen. Er zijn echter onvoldoende volledig toegankelijke stembureaus beschikbaar. Bij diverse stembureaus worden dan ook tijdelijke voorzieningen getroffen. Als er voorzieningen moeten worden getroffen om alle stembureaus - met inachtneming van de door de vragenstellers bedoelde richtlijnen - toegankelijk te maken, zou dat grote financiële gevolgen met zich meebrengen.
3. Hoeveel stemlokalen zullen bij de komende verkiezingen voor het Europees Parlement en de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 volledig toegankelijk zijn en hoeveel zullen maar deels aan de richtlijnen voldoen?
Ongeveer de helft is volledig toegankelijk. De overige stemlokalen zijn redelijk toegankelijk. Er zijn geen stembureaus die volstrekt ontoegankelijk zijn.
4. Hoeveel stemlokalen zijn er voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in vergelijking met de vorige verkiezingen geheel toegankelijk, naast de 5 nieuwe toegevoegde stembureaus in Leidsche Rijn?
In vergelijking met de laatste verkiezingen zijn er weinig veranderingen opgetreden.
5. Heeft het college het voornemen om op basis van Agenda 22 voor de komende verkiezingen voor de gemeenteraden voortaan alleen geheel toegankelijke locaties te selecteren? Ja/Neen.
Neen
Zo neen, waarom niet en wanneer denkt het college dat wel te bereiken? (Immers al een groot aantal jaren moeten (nieuwe en verbouwde) gebouwen voldoen aan de toegankelijkheidsbepalingen in het Bouwbesluit).
Hoe bereid in het kader van Agenda 22 het college zich voor op de mogelijkheden dat ook mensen met een beperking in de toekomst in een willekeurig stemlokaal kunnen stemmen?
Het beleid blijft er uiteraard op gericht om zo veel mogelijk stemlokalen in te richten in gebouwen, die optimaal toegankelijk zijn voor mensen met een handicap. Er moet uiteraard wel worden voorkomen dat er een (groot) tekort aan stembureaus ontstaat. Over de toegankelijkheid van de stembureaus vindt overigens reeds sedert jaren contructief overleg plaats met het Solgu. De wijze waarop de informatie wordt gepubliceerd is ook in overleg met het Solgu gebeurd. Het Solgu ziet wel duidelijke verbeteringen door de invoering van de stempas in 2010.
Met een stempas kan er namelijk gestemd worden in een stembureau naar keuze binnen de gemeente.
6. Wil het college voor mensen met een visuele beperking een specifieke regeling maken (b.v. bij uitzondering gebruik van een beveiligde stemmachine) of anderszins maatregelen treffen opdat deze kiesgerechtigden zelfstandig kunnen stemmen?
Neen. Het college heeft de door de gemeenteraad aangenomen motie ondersteund. De motie is inmiddels ter kennis gebracht aan de minister van Binnenlandse Zaken en de Kiesraad. Het college is echter niet bevoegd een van de Kieswet afwijkende regeling te treffen.
Uit recent overleg met het Solgu bleek dat zij deze opvatting deelt en ook geen andere praktische oplossingen voor de hand heeft.