Antwoord op Kamervragen over bezuinigingen bij de Europese Unie
Kamerstuk | 28-05-2009
Minister-president Balkenende heeft vragen beantwoord van Tweede
Kamerlid Verdonk (Verdonk) over bezuinigingen bij de Europese Unie.
Antwoorden van de minister-president op vragen van het lid Verdonk
(Verdonk) over bezuinigingen bij de Europese Unie, ingezonden 8 mei
2009, nr. 2009Z08563.
1.
Bent u bekend met het artikel over de bezuinigingsvoorstellen van uw
CDA-collega Van de Camp? 1)
Antwoord
Ja.
2.
Hoe beoordeelt u deze bezuinigingsvoorstellen en de voorstellen om een
einde te maken aan het verhuiscircus naar Straatsburg van het Europees
Parlement? Hoe verhouden deze voorstellen zich tot het beleid van uw
kabinet? Hoe verhouden deze voorstellen zich tot het Europees
verkiezingsprogramma van het CDA?
Antwoord
Uit het zevenpuntenplan van de heer Van de Camp blijkt een kritische
blik op de vraag welke Europese uitgaven noodzakelijk zijn en waar
hervormingen mogelijk zijn. Ook het kabinet kijkt zorgvuldig naar
EU-uitgaven, zowel bij de vaststelling van de jaarlijkse EU-begroting,
bij beoordeling van de afzonderlijke Commissievoorstellen en EU wet-
en regelgeving, als bij de discussie over de EU-begroting na 2013 (de
begrotingsherziening).
De begrotingsherziening biedt goede aanknopingspunten voor hervorming
van EU-uitgaven. De Europese Commissie is voornemens om eind 2009 een
witboek te publiceren over de begrotingsherziening. Het kabinet heeft
zijn visie op de EU-begroting na 2013 vastgelegd in de brief aan de
Kamer van 14 april 2008, over de Nederlandse prioriteiten voor een
moderne EU-begroting. Nederland staat fundamentele hervormingen en
modernisering voor van de EU-uitgaven en de financiering daarvan. Een
toekomstbestendige EU-begroting moet uitdagingen adresseren als
globalisering, klimaatverandering en energiezekerheid. Gepleit wordt
voor hervorming van het structuur- en cohesiebeleid, voor verdere
hervorming van het landbouwbeleid en voor het versterken van nieuwe
prioriteiten, zoals klimaat, energie en concurrentiekracht.
Naast beleidshervormingen is Nederland ook voorstander van betere
verantwoording van EU-uitgaven. Nederland geeft jaarlijks een
Nationale Verklaring af over de besteding van EU-middelen in gedeeld
beheer (landbouw en structuurfondsen) in Nederland, en stimuleert
andere lidstaten om vergelijkbare initiatieven te nemen. Ook pleit
Nederland voor vereenvoudiging van Europese subsidieregels.
Verder houdt het kabinet de Nederlandse nettopositie nauwlettend in
het oog. Bij het akkoord over de financiële perspectieven voor
2007-2013 heeft Nederland een korting op de EU-afdrachten van
gemiddeld EUR 1 miljard per jaar bedongen voor deze periode, teneinde
de Nederlandse nettopositie meer in lijn te brengen met die van andere
lidstaten met een vergelijkbare welvaartspositie.
Voor de administratieve uitgaven en het Europees Parlement, zie het
antwoord op de volgende vraag.
De vraag hoe de kabinetsinzet zich verhoudt tot het Europees
verkiezingsprogramma van het CDA laat ik buiten beschouwing. Van de
zijde van het kabinet worden geen uitspraken gedaan over de verhouding
van het kabinetsbeleid tot verkiezingsprogramma's van politieke
partijen.
3.
Erkent u in uw rol als premier de noodzaak om flink te bezuinigen bij
de Europese Unie, te snijden in het ambtenarenbestand en een einde te
maken aan genoemd verhuiscircus? Zo nee, waarom niet?
4.
Kunt u aangeven of u de heer Van de Camp openlijk gaat steunen in zijn
voorstellen in Europa? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Wat betreft de administratieve uitgaven van de EU pleit Nederland al
jaren voor een zuinige opstelling, met enig succes. De Europese
Commissie heeft toegezegd haar stafomvang niet uit te breiden tot eind
2013. Overigens is het aantal ambtenaren bij de EU-instellingen niet
extreem hoog vergeleken met nationale overheden.
Wat betreft de meerdere vergaderlocaties van het Europees Parlement,
deel ik de mening van de heer Van de Camp dat het efficiënter zou zijn
als het EP op één locatie gehuisvest zou zijn. Het EP heeft opnieuw om
een onderzoek gevraagd van de kosten van het hebben van meerdere
vergaderlocaties. De onderzoeken die in eerdere jaren zijn gedaan
hebben wel tot enige besparingen geleid, maar niet tot afschaffing van
de vergaderlocatie in Straatsburg. Helaas is er bij andere lidstaten
niet voldoende animo om de tweede locatie op te heffen. Het kabinet
heeft de Tweede Kamer in reactie op de motie Ten Broeke (21501-20, nr.
420) toegezegd de kwestie te bepleiten wanneer de mogelijkheid zich
daartoe voordoet.
1) Elsevier, 6 mei 2009: "Rel binnen CDA over 'verkiezingsretoriek'
Van de Camp"
www.elsevier.nl/web/10233078/Nieuws/Europese-Unie/Rel-binnen-CDA-over-
verkiezingsretoriek-Van-de-Camp.htm
Ministerie van Algemene Zaken