Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


1

> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Datum 29 mei 2009
Betreft Antwoord op de vraag van het Kamerlid Van Gent over uitgaven kinderopvangtoeslag

Hierbij zend ik u het antwoord op de vraag van het Kamerlid Van Gent (GroenLinks) van uw Kamer inzake het verkrijgen van inzichten in de geschatte uitgaven voor gastouderopvang, buitenschoolse opvang en kinderopvang in de afgelopen jaren, alsmede de geraamde uitgaven per categorie voor dit jaar en de komende jaren, zowel bij ongewijzigd beleid als na invoering van de maatregelen.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sharon A.M. Dijksma

a
na 1 van 3 Pagi





Op dinsdag 26 mei 2009 heeft het Kamerlid Van Gent (GroenLinks) van Datum de Tweede Kamer der Staten-Generaal mij verzocht om een brief waarin ik inzicht 29 mei 2009

geef in de geschatte uitgaven voor gastouderopvang, buitenschoolse opvang en Onze referentie kinderopvang in de afgelopen jaren, alsmede de geraamde uitgaven per categorie KO/127703 voor dit jaar en de komende jaren zowel bij ongewijzigd beleid als na invoering

van de maatregelen.

Zoals eerder in de Nota naar aanleiding van het nader Verslag is vermeld, is in de begroting 2008 op totaalniveau geraamd en niet per opvangsoort. Daarom hebben we geen informatie over het budget per opvangsoort tot 2008. Er is wel informatie beschikbaar over aantallen kinderen per opvangsoort. Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling van het aantal kinderen met een kinderopvangtoeslag weer.

Tabel 1 Ontwikkeling aantal kinderen met een kinderopvangtoeslag 2005-2008
Aantal kinderen Opvangvorm 2005 2006 2007 2008 Dagopvang 224.000 234.000 293.000 322.000 Buitenschoolse opvang 121.000 133.000 188.000 238.000 Gastouderopvang 30.000 46.000 106.000 155.000 Totaal 375.000 413.000 587.000 715.000 Bron: Belastingdienst, bewerking OCW op basis van gegevens december 2008

Uit bovenstaande tabel blijkt dat het gebruik van gastouderopvang sterk is gestegen. Van circa 30.000 kinderen in 2005 naar circa 155.000 in 2008. De absolute groei bedraagt 125.000 kinderen. Dit is een procentuele toename van ruim 400%. De procentuele toename stijgt ver uit boven de procentuele toename van het gebruik van kinderdagverblijven (44%) en buitenschoolse opvang (97%) in dezelfde periode. Ook de absolute groei is in de gastouderopvang hoger dan in de andere opvangsoorten.

De logische consequentie van de forse stijging van het aantal kinderen in de gastouderopvang, is een flinke uitgavenstijging. Daarbij komt dat de groei voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt door de substitutie van reeds bestaande informele naar formele gastouderopvang (Research voor Beleid (2008) en CPB (2008)), waardoor het effect van de groei in de gastouderopvang op de participatie beperkt is. Ook bleek dat gastouderopvang zeer gevoelig is voor misbruik en oneigenlijk gebruik (SIOD, 2008). Voor het kabinet was dat een reden voor de professionalisering van de gastouderopvang.

De kostenoverschrijding van 1,5 miljard is berekend door het totaal van de geactualiseerde raming van de kinderopvangtoeslag op basis van gegevens van 2008 af te zetten tegen de totaal voorziene uitgaven kinderopvangtoeslag in de begroting 2008. Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling van de verwachte overschrijding weer per opvangsoort en het totaalbedrag per opvangsoort na invoering van alle maatregelen.

Pagina 2 van 3





Datum 29 mei 2009

Onze referentie Tabel 2 Ramingen kinderopvangtoeslag KO/127703 (bedragen x 1 miljard euro)

2009 2011 2011 zonder zonder met maatregelen maatregelen maatregelen Dagopvang 1,7 1,9 1,6 Buitenschoolse opvang 0,7 0,8 0,7 Gastouderopvang 0,8 0,8 0,4 Totaal raming 3,2 3,5 2,7

Totaal begroting 2008 1,9 2 2 Verschil t.o.v. begroting 1,3 1,5 0,7* 2008
Bron: Belastingdienst, CPB, bewerking OCW


* Het resterende bedrag is gedekt uit enveloppe middelen kinderopvang en uit generale compensatie.

Uit bovenstaande tabel kan worden afgeleid dat de maatregelen zoals de aanpassing van de ouderbijdragetabel, het bevriezen van de maximumuurprijs, de verlaging van het maximumuurtarief in de BSO en maatregelen in de gastouderopvang leiden tot een verlaging van het budget voor alle opvangsoorten.

Wel moet bij de ramingen worden aangetekend dat de ontwikkeling van het gebruik van kinderopvang een aanzienlijke onzekerheidsmarge kent. Zo heeft zich de afgelopen jaren een zeer sterke groei voorgedaan die niet was voorzien. De vele bijstellingen van het kinderopvangbudget in korte tijd maken duidelijk dat deze jonge wet met de opeenvolgende intensiveringen nog niet is `uitgetrild'. Daarnaast zijn de veronderstelde gedragseffecten als gevolg van de maatregelen niet exact in te schatten. Daarom zijn de ramingen van de kinderopvangtoeslag met meer dan normale onzekerheden omgeven (met opwaartse risico's). Dit maakt dat de gevraagde opsplitsing naar soort opvang een benadering is.

Pagina 3 van 3