Het Koninklijk Huis
Toespraak van H.M. de Koningin op het Binnenhof in Den Haag tijdens de
uitreiking van de Militaire Willems-Orde aan M.J. Kroon, kapitein van het
wapen der Infanterie
Dames en heren,
De Nederlandse krijgsmacht vervult voor onze samenleving en voor de
internationale gemeenschap een belangrijke rol in het bestrijden en
voorkomen van conflicten. Daarnaast vervullen onze strijdkrachten
humanitaire taken. Het meest sprekende voorbeeld daarvan is de missie
in Afghanistan.
In Afghanistan draagt Nederland bij aan een veiliger toekomst en een
beter bestaan voor de lokale bevolking. Het is een opdracht die hoge
eisen stelt aan het uitgezonden personeel van Defensie - en indirect
ook veel vraagt van diegenen die wij met zo'n veelzeggend woord het
'thuisfront' noemen.
Onze militairen in Afghanistan spannen zich naar beste vermogen in om
deze zware taak goed te vervullen. Dikwijls worden daarbij bijzonder
heldhaftige prestaties geleverd. Een enkele keer toont een Nederlandse
militair bij het uitvoeren van zijn opdracht een zo ongekende
persoonlijke moed dat alleen de hoogste onderscheiding de waardering
daarvoor tot uitdrukking kan brengen. Die hoogste onderscheiding is de
Militaire Willems-Orde.
Meer dan vijftig jaar geleden werd de Militaire Willems-Orde voor het
laatst aan een individuele militair uitgereikt. Deze onderscheiding
vertolkt onze nationale trots op landgenoten die hebben getoond onder
extreme omstandigheden in staat te zijn tot uitzonderlijke prestaties.
Zij moeten zich, zegt de wet, "in de strijd door het bedrijven van
uitstekende daden van moed, beleid en trouw hebben onderscheiden". Het
gaat hierbij om waarden die van alle tijden zijn.
Kapitein Marinus Johannes Kroon is de Militaire Willems-Orde toegekend
wegens moed, beleid en trouw betoond als commandant van een peloton
van het Korps Commando-troepen in Afghanistan, in 2006. Hij krijgt
deze onderscheiding niet voor één enkele actie, maar voor zijn
optreden als leider, als militair en als mens tijdens de hele missie.
Zijn peloton voerde zesendertig meerdaagse operaties uit, veelal in
zwaar terrein en onder moeilijke klimatologische omstandigheden. Ook
onder vijandelijk vuur gaf Kapitein Kroon steeds moedig leiding aan
zijn eenheid. Zestien keer kwam het tot daadwerkelijk gevechtscontact
met Talibanstrijders. Mede door zijn deskundig, inventief en
inspirerend optreden konden deze vaak hevige gevechten in het voordeel
van het peloton worden beslecht, zonder verliezen aan eigen zijde.
Kapitein Kroon toonde hierbij zijn kundigheid en vakmanschap, nam
dikwijls verrassende initiatieven en schroomde niet grote persoonlijke
risico's te nemen. Zijn eigen veiligheid maakte hij ondergeschikt aan
die van anderen. In twee gevallen heeft hij bovendien het initiatief
genomen een in het nauw geraakte coalitiegenoot te hulp te komen.
Ook bij andere operaties toonde Kapitein Kroon grote dapperheid door
zonder aarzelen zelf als eerste nederzettingen binnen te gaan waarin
hij gewapende Talibanstrijders kon verwachten. Bij een andere actie
werd zijn voertuig getroffen door een raket, waarbij zijn
boordschutter gewond raakte. Hij liet deze ondanks de gevaarlijke
situatie eerst in veiligheid brengen en zette het bevel onmiddellijk
vanuit een ander voertuig voort. Daarbij bediende hij zelf het
boordwapen.
Met zijn operaties in de Chora-vallei en op de Baluchi-pas verstrekte
hij de commandant van de Nederlandse Deployment Task Force belangrijke
gegevens over de sterkte van de tegenstander. Zijn eenheid wist de
dreiging af te wenden, waardoor de opbouw van de Nederlandse bases in
Tarin Kowt en Deh Rawod kon worden voltooid. Dit maakte de
uiteindelijke ontplooiing van de Task Force Uruzgan mogelijk. De
positieve effecten van deze Task Force voor de Afghaanse bevolking in
Uruzgan worden nu, na drie jaar, steeds meer zichtbaar.
Kapitein Kroon heeft altijd professioneel gehandeld binnen het mandaat
en de politieke doelstellingen van de missie. Hij respecteerde de
geldende geweldsinstructies en heeft bewezen in enkele seconden
ingrijpende en verantwoorde beslissingen te kunnen nemen.
Van U, Kapitein, is de uitspraak bekend: 'Iedere leider moet eerst
leren dienen.' U bent een bescheiden man, die benadrukt dat alle eer
in eerste instantie toekomt aan Uw peloton. U kon te allen tijde
rekenen op de loyaliteit van Uw mannen, die U volgden en onder de
moeilijkste omstandigheden bijstonden. U gaat ervan uit dat U zelf
niets anders deed dan wat Uw mensen van U mochten verwachten. U stelt
hiermee Uw mensen voorop, zoals U dat ook in Afghanistan hebt gedaan.
Zij delen hier in de eer die U toekomt.
Vandaag wordt de Militaire Willems-Orde voor de eerste keer niet
uitgereikt voor heldendaden in oorlogstijd maar voor dapper
leiderschap in een zware internationale missie, die ten doel heeft
vrede en een betere toekomst te brengen aan het Afghaanse volk.
Kapitein Kroon heeft op indrukwekkende wijze de moed, beleid en trouw
getoond die met deze Orde worden geëerd.
Kapitein, ik wens U met deze hoogste onderscheiding van harte geluk.
H.M. de Koningin neemt de Eed af:
"Ik zweer mij als een getrouw en wakker ridder te zullen gedragen,
mijn leven altoos te zullen veil hebben voor Koning en Vaderland en
door al mijn vermogen mij steeds trachten waardig te maken de
onderscheiding, mij door de Koning toegestaan".
* © RVD