Wageningen Universiteit en Researchcentrum vechten, wordt het gras vertrapt" "Als de olifanten vechten, wordt het gras vertrapt"

28 mei 2009

Onderdeel: Wageningen UR
Nummer: P032

Oratie prof. Jochemsen

Als de olifanten vechten, wordt het gras vertrapt, luidt een Afrikaans spreekwoord dat het lot weerspiegelt van het gewone volk als de machthebbers ruziën. Met deze metafoor start prof. Henk Jochemsen zijn inaugurele rede over de 'goede weg' in de praktijk van de ontwikkelingssamenwerking bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar Reformatorische wijsbegeerte aan Wageningen Universiteit op 28 mei. De leerstoel wordt bekostigd door de Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte.

In zijn onderzoek zal prof.dr.ir. H. Jochemsen zich onder meer richten op de beroepspraktijk van de ontwikkelingssamenwerking. Hij stelt zich de vraag wat de bestemming (telos) van de praktijk van ontwikkelingssamenwerking is. In het overheersende ontwikkelingsdenken is het primaire doel een (duurzame, sociaal en ecologisch verantwoorde) economische ontwikkeling. Ontwikkelingssamenwerking dient de vooruitgang, ook al is de invulling van dat begrip van de individuele politieke kleur afhankelijk. Maar, zo stelt prof. Jochemsen in zijn inaugurele rede 'Opdat het gras weer bloeie⦠- Ontwikkeling, levenswetenschappen en religie', vooruitgang is geen neutraal begrip, maar een waarde van de moderniteit, die kritiseerbaar is.

Zinontsluiting
"Ontwikkelingswerk, of dat nu in arme of in rijke landen plaatsvindt, moet niet gericht zijn op doelrationele cultuurontwikkeling", formuleert Henk Jochemsen, "en ook niet primair op economische groei, gezondheidszorg of onderwijs â hoezeer dat allemaal ook een plek heeft." Ontwikkelingswerk moet primair gericht zijn op zinontsluiting in concrete menselijke gemeenschappen, waar de mensen welzijn zoeken, d.w.z. levensonderhoud, kwaliteit van leven en zinervaring in verbondenheid met anderen.

Dit alles doen mensen in tal van praktijken en bijbehorende instituties, die elk gericht zijn op de realisering van wezenlijke waarden in het menselijke leven en samenleven. Een functioneren van die praktijken en instituties waarin die waarden gestalte krijgen en ervaren worden, betekent zinontsluiting, aldus de hoogleraar. Hij constateert dat ontwikkeling de vrucht is van menselijk handelen in de diversiteit van de praktijken en instituties. Als dit gebeurt op een wijze die de eigen normativiteit van elk van die praktijken honoreert, leidt dat tot zinontsluiting en goede ontwikkeling. In de metafoor met de olifanten stoppen de dieren met vechten. In het andere geval leidt het tot 'zintoesluiting' en verstoorde ontwikkeling, aldus prof. Jochemsen, waarbij de machthebbers elkaar blijven bestoken ten koste van de bevolking

De plaats en het kenmerkende van de praktijk van ontwikkelingswerk is derhalve de bevordering van de ontplooiing van de diverse praktijken en instituties die van belang zijn voor het leven van de mensen. Daarbij dienen mensen ook in hun religieuze overtuiging serieus genomen te worden..
Ontwikkelingswerk wordt dus gekenmerkt door zingerichte vormgeving. Dit geldt in alle culturen en samenlevingen en dus niet alleen voor âarmeâ landen. Ontwikkelingssamenwerking moet inderdaad principieel samenwerking moet zijn, concludeert prof. Jochemsen. Want wij moeten even goed als âzijâ ontwikkelen.
In die ontwikkeling kan een genormeerd gebruik van levenswetenschappen een belangrijke bijdrage leveren.

Noord-Zuid
Eenzijdige beïnvloeding van het Noorden naar het Zuiden bergt het gevaar in zich dat dezelfde eenzijdigheid ook op de landen daar wordt overgedragen. Of dat de hele onderneming van internationale ontwikkelingssamenwerking onder het beslag komt van de belangen van de rijke landen. In de ontwikkelingssamenwerking zal dan ook het politieke niveau en de vraag naar de machtsverhoudingen aan de orde moeten komen.

De bijzondere leerstoel Reformatorische wijsbegeerte is ondergebracht bij de leerstoelgroep Toegepaste filosofie van Wageningen Universiteit.