VREDE NA GEWELDDADIG VERLEDEN VEREIST SAMENSPEL VAN GERECHTIGHEID EN VERZOENING

Dit persbericht wordt verspreid door het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) op verzoek van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) en de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV). Het ministerie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit bericht.

AIV - ADVIESRAAD INTERNATIONALE VRAAGSTUKKEN

CAVV - COMMMISSIE VAN ADVIES INZAKE VOLKENRECHTELIJKE VRAAGSTUKKEN

Hoe kan duurzame vrede het beste worden vormgegeven na een periode van oorlogsmisdaden en grootschalige mensenrechtenschendingen? De AIV/CAVV zijn van mening dat per situatie moet worden gezocht naar de juiste combinatie van middelen, zoals strafrechtelijke vervolgingen, waarheidscommissies en herstelmaatregelen.

Daarnaast kan vrede vaak niet worden bereikt zonder te onderhandelen met degenen die zich aan mensenrechtenschendingen schuldig hebben gemaakt. De AIV/CAVV oordelen in principe positief over Nederlandse betrokkenheid hierbij, mits er geen toezeggingen worden gedaan dat de betreffende personen worden gevrijwaard van vervolging.

Vraagstukken van transitional justice zijn aan de orde van de dag. Dit blijkt bijvoorbeeld uit discussies over de arrestatiebevelen die het Internationaal Strafhof onlangs heeft uitgebracht tegen verdachten in het conflict in Soedan. In het advies 'Transitional Justice, gerechtigheid en vrede in overgangssituaties'verkennen de AIV/CAVV welke verplichtingen en mogelijkheden staten hebben ten aanzien van de berechting van internationale misdrijven. Ook onderzoeken zij welke transitional-justicemechanismen in de praktijk het beste werken. Tevens formuleren zij aanbevelingen voor het Nederlands beleid op dit terrein.

Met de instelling van verschillende straftribunalen en de oprichting van het Internationaal Strafhof heeft het internationaal strafrecht de afgelopen decennia een grote vlucht genomen. De internationale gemeenschap heeft hiermee een duidelijk signaal afgegeven dat daders van ernstige internationale misdrijven niet straffeloos mogen blijven. Voor processen van transitional justice is deze ontwikkeling van groot belang.

De AIV/CAVV komen daarnaast tot de conclusie dat de belangrijkste doelen van transitional justice - ggerechtigheid, vrede, verzoening, waarheidsvinding, herstel en het voorkomen van herhaling - een samenspel van mechanismen vergen. Vervolgingen, waarheidscommissies, amnestie-regelingen, lokale mechanismen, herstelmaatregelen en institutionele hervormingen vullen elkaar aan en het ene mechanisme werkt vaak niet afdoende zonder ook andere toe te passen. De lokale context bepaalt in grote mate welke processen het meest succesvol zullen zijn en de aanpak zal dus per situatie verschillen.

De AIV/CAVV constateren dat de notie van transitional justice sterk aansluit bij de prioriteiten van het Nederlands buitenlands- en ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Zo steunt Nederland diverse waarheids- en verzoeningscommissies en tribunalen. In het diplomatieke verkeer speelt het onderwerp een rol in de contacten met landen als Servië en Soedan. Bovendien zoekt Nederland vaak ook zelf naar de beste wijze om met het eigen verleden om te gaan, of het nu Srebrenica, Suriname of het oorlogsverleden in Indonesië betreft.

De uitdaging voor het Nederlands beleid is volgens de AIV/CAVV niet zozeer om meer aandacht te schenken aan tribunalen, waarheidscommissies en andere mechanismen, maar om de aandacht zo te richten dat een combinatie ervan optimaal bijdraagt aan gerechtigheid, verzoening en duurzame vrede.

De AIV/CAVV staan in principe positief ten aanzien van de Nederlandse betrokkenheid bij onderhandelingen met de hoofdverdachten van internationale misdrijven indien deze onderhandelingen noodzakelijk zijn om duurzame vrede te bewerkstelligen. Aan de betrokkenen mogen echter geen toezeggingen worden gedaan dat zij niet zullen worden vervolgd voor de misdrijven waarvan zij worden verdacht.

In het algemeen menen de AIV/CAVV dat diplomatieke inzet en ontwikkelingssamenwerking enerzijds en binnenlands beleid anderzijds nauw op elkaar afgestemd moeten zijn. De AIV/CAVV zien geen juridische reden voor Nederland om terughoudend om te gaan met de uitoefening van de in de Wet internationale misdrijven gevestigde universele rechtsmacht. Bij aanhoudende straffeloosheid in een land en aanwezigheid van een van de hoofdverdachten in Nederland, kan een proces hier te lande een belangrijk signaal uitzenden.

Daarnaast bevelen de AIV/CAVV aan dat Nederland zelf het goede voorbeeld geeft in het omgaan met oorlogsslachtoffers en herstelmaatregelen ingeval er sprake is van (mede)verantwoordelijkheid van Nederlandse functionarissen. De geloofwaardigheid van de Nederlandse inzet op het gebied van transitional justice elders zou hierdoor worden versterkt.

AIV en CAVV

De AIV is een onafhankelijke raad die de regering en de Staten-Generaal adviseert over buitenlands beleid. Voorzitter is minister van Staat mr. F. Korthals Altes. De CAVV is een onafhankelijk adviesorgaan dat de regering en de Staten-Generaal adviseert over vraagstukken van internationaal recht. Voorzitter is prof.dr. M.T. Kamminga. Het advies 'Transitional Justice, gerechtigheid en vrede in overgangssituaties' is voorbereid door een gecombineerde AIV-CAVV-commissie. Voorzitters waren prof.dr. M.T. Kamminga en mw prof.dr. B.M. Oomen.

Noot voor redacties (