Verklaring van Linschoten: Particulieren en terreinbeherende organisaties
bundelen krachten voor nieuwe natuur
Dit een gezamenlijk persbericht van het ministerie van LNV en de
Federatie Particulier Grondbezit, Stichting Beheer Natuur en Landelijk
Gebied, Vereniging Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de 12
Landschappen, Natuurlijk Platteland Nederland en het Nationaal
Groenfonds.
Persbericht | 27-05-2009
Particuliere natuurbeheerders en terreinbeherende organisaties
bundelen hun krachten voor de realisatie van de Ecologische
Hoofdstructuur (EHS). De partijen hebben in de Verklaring van
Linschoten afspraken gemaakt over de stimulering van particulier
natuurbeheer. De Verklaring is het resultaat van het verzoek van
minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
aan de organisaties om met voorstellen te komen voor versnelling van
de realisering van natuur door particulieren.
Zeven organisaties willen de komende jaren samen de schouders zetten
onder de realisatie van de EHS en komen met een pakket aan voorstellen
om de aanleg van nieuwe natuur te bevorderen. Een van de voorgestelde
maatregelen heeft betrekking op de begeleiding van particulieren die
binnen de EHS natuur willen realiseren. De organisaties doen ook
voorstellen om particulier natuurbeheer financieel en fiscaal te
stimuleren.
De partijen hebben op 27 mei de Verklaring van Linschoten ondertekend
en aangeboden aan minister Verburg in aanwezigheid van het
Interprovinciaal Overleg (IPO). De partijen verklaren dat een
gelijkwaardige behandeling van particuliere natuurbeheerders en
terreinbeherende organisaties van belang is. In de Verklaring doen zij
voorstellen voor maatregelen die natuurbeheer door particulieren
aantrekkelijker maken.
De Verklaring is ondertekend namens de Federatie Particulier
Grondbezit (FPG), de Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied
(SBNL), Natuurlijk Platteland Nederland, de Vereniging
Natuurmonumenten, Staatbosbeheer, de 12 Landschappen en Het Nationaal
Groenfonds.
Aanleiding voor de Verklaring van Linschoten is het achterblijven op
de doelstellingen voor de aanleg van nieuwe natuur voor de EHS door
particulieren. Tot nu toe voegden particulieren jaarlijks minder dan
1000 ha nieuwe natuur aan de EHS toe, terwijl het overheidsstreven is
dat particulieren tot 2018 nog ruim 35000 ha zullen realiseren.
In de ogen van de organisaties moet er meer bekendheid met particulier
natuurbeheer komen en meer duidelijkheid over de regels. Ook is er
volgens de organisaties meer financiële- en fiscale ondersteuning
nodig.
Minister Verburg heeft de FPG en SBNLbegin 2008 uitgenodigd om met
concrete voorstellen te komen die het realiseren van natuur door
particulieren kunnen versnellen. Tijdens een brainstormdiner op Huis
te Linschoten met 45 personen afkomstig van meer dan 30 organisaties
werd de basis gelegd voor het pakket maatregelen dat deze Verklaring
omvat. FPG en SBNL hebben daarop de andere ondertekenende organisaties
uitgenodigd de maatregelen gezamenlijk uit te werken om breed gedragen
voorstellen te krijgen.
Reactie minister
Minister Verburg is ingenomen met de gezamenlijke voorstellen van de
koepels van particuliere natuurbeheerders en de terreinbeherende
organisaties. "De realisatie van de EHS komt met deze verklaring een
belangrijke stap dichterbij", aldus de minister.
De minister onderschrijft de gedachte van gelijkberechtiging, die uit
de verklaring spreekt. Ze staat positief tegenover de voorstellen en
wil ze samen met de provincies, en in overleg met de ondertekenaars,
verder gaan uitwerken. De minister is van plan de komende tijd stappen
te zetten om het uitgangspunt van gelijkwaardige behandeling te
vertalen in aangepaste regelgeving voor het verwerven van nieuwe en
bestaande natuur. De minister streeft er naar op 1 december 2009 een
stappenplan in Brussel te hebben ingediend.
De Verklaring van Linschoten bevat de volgende voorstellen:
Informeren, stimuleren en faciliteren particulieren
Het voorstel is dat alle particulieren binnen de beoogde EHS via het
Servicepunt Nieuwe Natuur geïnformeerd gaan worden over de nieuwe
mogelijkheden van particulier natuurbeheer. In een vervolgfase kan de
particulier begeleiding krijgen bij het indienen van een aanvraag en
wegwijs worden gemaakt in de regelingen en procedures. Dit geldt ook
voor agrariërs die natuur willen realiseren als onderdeel van een
multifunctionele bedrijfsvoering.
Financiële stimulans
Voorstel is dat particulieren, zoals dat nu ook voor de
terreinbeherende organisaties het geval is, bij functieverandering
naar natuur de volledige waarde van hun grond vergoed kunnen krijgen.
Nu krijgen particulieren alleen de waardedaling naar natuurgrond
vergoed. Ondertekenende partijen vragen het ministerie van LNV deze
maatregel uit werken en geven daarbij de volgende aandachtspunten mee.
Geborgd moet worden dat de beoogde natuurkwaliteit wordt bereikt en
dat bij verkoop de kwaliteit en kwantiteit van de EHS niet afnemen.
Ook moet worden vastgelegd hoe partijen om zullen gaan met eerder
verstrekte subsidies en leningen, en met eventuele
grondwaardestijging. De ondertekenaars stellen verder voor dat de
gelijkwaardige behandeling ook gaat gelden bij subsidies voor de
aankoop van bestaande natuurterreinen. Sinds enkele jaren wordt deze
subsidie weer verstrekt aan de terreinbeherende organisaties. De
subsidie wordt gebruikt om afrondingsaankopen binnen de EHS mogelijk
te maken en daarmee goed beheerbare eenheden te realiseren of
bestaande natuur veilig te stellen waar die bedreigd wordt door
bijvoorbeeld openbare verkoop.
Fiscale stimulans
Het eerste voorstel betreft een nieuw te creëren Persoonsgebonden
Aftrekpost voor natuur, de PGA Natuur. In dit voorstel worden alle
uitgaven voor het beheer en/of de ontwikkeling van bestaande en nieuwe
natuur aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. In de berekening van de
PGA natuur worden inkomsten en subsidies in mindering gebracht. Een
vergelijkbare aftrekpost bestaat ook voor Rijksmonumenten. Het tweede
voorstel heeft betrekking op agrarische bedrijven. Als een agrariër
zijn bedrijf beëindigt om daarmee de realisatie van de EHS op zijn
gronden mogelijk te maken, is het voorstel dat de landbouwvrijstelling
wordt verruimd tot alle bedrijfsmiddelen die worden gestaakt in het
belang van natuur. Hierbij denken de ondertekenende partijen onder
andere aan stallen die worden afgebroken voor natuur. Over de waarde
van die stallen hoeft dan geen belasting meer te worden betaald.
Meer informatie
* De Verklaring van Linschoten
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit